Wat gebeurt er in de hersenen als we taal gebruiken?
Hoe communiceert deze persoon? 1. Sleutel valt. Putje valt. Plons. Meisje lopen huis haalt ladder. Zij geeft ladder mij. Ik ladder klim hoog. Boven raam open. Door raam in huis. Bureau. Vinden sleutel. Deur open. Meisje dankjewel.
Hoe communiceert deze persoon? 2. Krinderen auto naar school. Druk op plein. Vele kinderen. Voeder en maders. Krinderen brengen op school. Maria vriet ziendinnetje. Hallo. Lopen vriendinnetje. Spelen vriendinnetje. Zwaait papa. Dag schat. Auto. Rijden haar nuis. Auto in garage. Telefoon. Maria. Zij belt. Troodbrommel gerveten. Weer in auto. Weer rijden. Plein. Dag schat.
Wat begrijp je? 3.a. Tanja viditsja kameroj. b. Ivan privetsvovaet Antona.
Wat kan er misgaan in het brein? 4. Wernicke, Broca, afasie, conductie-afasie, amnestische afasie, globale afasie
Wat kan er misgaan in het brein? Video over afasie
Waar komen die klanken vandaan? 5. Vloterboot, boordewoek, blijke eikel,
Hoe praten wij? 6. Competence, performance, preverbaal concept, fonetisch plan, incrementeel proces van spraakproductie
Wat gaat er mis bij het begrijpen? 7.a. The horse raced past the barn fell. b. The man whistling tunes piano. c. Het kindje zei dat het vlees niet lekker vond. d. The old man the boat. e. Fat people eat accumulates. f. Dat was in uw voordeel is, lijkt me duidelijk.
Hoe begrijpen wij taal? 8. Top-downstrategieën bij begrip: contexteffect, priming, cohortmodel, vooruitdenken.
Hoe zitten woorden in ons hoofd? 9. Woordvindingsproblemen: iets met een a lepel / vork? geallieerden / gevalideerden? Ja, dat woord, ik heb het vorige week nog gehoord tijdens die lezing over Multatuli. Gena … gera … geratrus … tris … ter … geriater!
Waar gebeurt het in ons brein? 10. In het brein: lateralisatie (links), Broca, Wernicke, linker temporaalkwab
Leesproblemen 11. a.De minimale omniminimummagnaat mag meer aluminiumnaamplaatjes verkopen. b.Did you see the the monster of Noch Less? c. You that read wrong too.
Wat kan er misgaan bij het lezen? 12. Dyslexie: tweekanaalsmodel, eenkanaalsmodel?
Volgende keer oefentoets