8 Het West-Europese weer. 8.1 Weerkaarten verschillende waarnemingsplatforms weerstation (op het aardoppervlak) weerballon (O tot 30 km) weersatelliet.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Luchtdrukverschillen en wind
Advertisements

Inleiding in de meteorologie
U gebracht door: Gedreven Hert
Eric Goyvaerts François Verspagen 19 Weer en klimaat.
21. Weer en klimaat 21.1 Het weer…zeer belangrijk voor de mens
Weer of geen weer Leefwereld 7 les 8.
Spreekbeurt van David van de Giessen 7 april 2006
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Bij B wordt het aardoppervlak en dus ook de lucht erboven sterker verwarmd dan bij B. De luchtdeeltjes in kolom B gaan harder bewegen  de luchtkolom zet.
2. Wat vertellen satellietfoto
2.2 – Het Middellandse Zeeklimaat
WIND.
- Passaten en Moesson - Verschillende soorten regen
Landbouw in Europa §2.2 Middellandse Zeegebied
P4.3: Klimaat en natuurlijke plantengroei. Neerslag Hoe ontstaat neerslag ? Opstijgende lucht koelt af, condenseert en regent uit! Hoe ontstaat neerslag.
Ben jij een weerman of weervrouw?
Hoe ontstaat neerslag ? 4-Wolk(druppeltjes) 3-Condensatie 2-Afkoeling
Start de presentatie en klik dan in deze ster !
Wet van Buys Ballot. 1-Lucht stroomt van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. 2-Lucht krijgt op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts.
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 1 t/m 4
Par. 2 (klimaat) Cijfers H1
5.3 verschillen in klimaten
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Interpretatie meteo-gegevens
Hoofdstuk 1 Extern systeem en klimaatzones Paragraaf 1 t/m 4
Weers-verwachting door de meteoroloog
Theorie Verticale opbouw en stabiliteit
Weerkaart lezen en eigen Weerbericht maken
Theorie Depressies.
Klimaat herkennen.
3 havo Köppen en Buys Ballot
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Welke elementen worden besproken in een weerbericht?
LES 5: FACTOREN VAN WEER EN KLIMAAT
Reliëf in Europa Michelle Borghers.
2.2 De neerslag.
1 T/H Hoofdstuk 2 Klimaten § 7 - 8
1 HV Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-9
1 T/H Klimaten Hoofdstuk 2 § 2 - 4
Hoofdstuk 7 Nederlands weer en klimaatverschillen.
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 8-10
1 VWO Hoofdstuk 2 Klimaat § 2-5
Inleiding Atmosfeer College 11
Het Klimaat: Temperatuur, Luchtdruk, Wind en Neerslag
Weer en water.
Het Klimaat: Temperatuur, Luchtdruk en Wind, Neerslag
Klimaat: Temperatuur, luchtdruk en wind, Neerslag
6 Het West-Europese weer. 6.1 Het weer bij lage luchtdruk.
Hoe ontstaat een wolk? Samenstelling van de atmosfeer.
7. Een wereld vol verschillen
3. Energietransport in de in de atmosfeer atmosfeer.
3. Energietransport in de atmosfeer.
5. Een wereld vol verschillen?. Zijn de volgende hypotheses correct of vals? Leg duidelijk uit waarom!
2. Satellietfoto en weerkaart. 2.1 Weersatellieten 2 soorten: - polaire bv. NOAA - geostationaire bv. Meteosat (ESA)
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § Orkanen in de Verenigde Staten Orkanen: ontstaan boven Atlantische Oceaan orkaanseizoen: juni – november zeewatertemperatuur:
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 6-9. Het weer in Nederland isobaren lijnen op een tussen plaatsen met dezelfde luchtdruk lagedrukgebieden: rond de.
AARDE 3/4 vmbo 4 Weer en klimaat § 2-4. Het weer Weer Atmosfeer Toestand van de atmosfeer op een bepaald moment op een bepaalde plaats Luchtlaag die om.
WINDEN :PASSAAT EN MOESSON
Op sneeuwklas in Zwitserland
Hoofdstuk 2 Aarde: klimaatzones en landschappen Paragraaf 6 en 7
Klas 4 KGT H11 Het Weer.
Mondiale lucht- en zeestromen
Klimaten van Europa Klas 2.
Casus Natuurgeweld in de VS
De elementen van het weer
PPT A5 086 Lucht als energietransporteur/3.3 hogedruk/lagedruk
HOOFDSTUK 4 HET WEER Nask leerjaar 1.
1 vmbo-T/havo 2 klimaat, §6 en 7
Klein Vaarbewijs II Les 6
Hoofdstuk 2 Weer en klimaat
Transcript van de presentatie:

8 Het West-Europese weer

8.1 Weerkaarten

verschillende waarnemingsplatforms weerstation (op het aardoppervlak) weerballon (O tot 30 km) weersatelliet (800 of km) plaatselijke, zeer gedetailleerde informatie overzicht zonder detail

weer: klimaat: menselijke activiteiten beïnvloed door het weer:

8.2 Het weer bij lage luchtdruk

L L H H H opstijgende lucht dalende lucht gebieden met veel wind

vergelijking weer- kaart met het model

fronten ontstaan door botsing van luchtsoorten koude lucht verdringt de warme lucht warme lucht verdringt de koude lucht een koufront botst met een warmtefront

koufront

warmtefront

stormdepressie van 27 oktober koufront warmtefront occlusiefront W.S. L H H

de verplaatsing van de lagedrukkern 26 okt.27 okt.28 okt. L LL lagedrukkernen verplaatsen zich meestal van west naar oost

Weeroverzicht voor West-Europa: luchtdruk: windrichting: windkracht: bewolking en neerslagkansen: laag zuidwest groot veel bewolking met neerslag, na de storm opklaringen met buien verplaatsingsrichting:van west naar oost

8.3 Het weer bij hoge luchtdruk

1013 hPa opstijgende lucht dalende lucht L L H

vergelijking weer- kaart met het model

vergelijking weerkaart met Meteosat-IR H L LL

verband tussen de weerstoestand en de luchtdruk slecht weer L mooi weer H

luchtdruk: bewolking: windkracht: neerslagkansen: hoog geen geen of zwak klein verplaatsing:zeer traag

8.4 Welke luchtdruk verkies jij?

HL onbewolktveel bewolking neerslagkans: kleinneerslag tijdens doortocht fronten stabiele toestandonstabiele toestand kern: dalende luchtkern: stijgende lucht beperkte windkrachtgrotere windkracht

Het weer in 2013

Besluit: A.Lagedrukkernen met fronten ontstaan op gematigde breedten door de botsing van luchtsoorten. B.Frontale depressies bewegen meestal van west naar oost over Europa. C. De doortocht van fronten gaat gepaard met grotere windsnelheden, bewolking en neerslag. D.Hogedrukkernen veroorzaken meestal rustig en stabiel weer. Lagedrukkernen veroorzaken meestal wisselvallig en labiel weer.