1. globalisering
1.1 Het economisch wereldbeeld
Wereldeconomie Bestaande uit: Goederenstromen, vervoersstromen en kapitaalstromen Gevolg: groei welvaart voor meer mensen door een grotere afzetmarkt naar waarde en oppervlakte Triade Bestaande uit: Noord – Amerika, West – Europa en Japan Noord-Noordhandel: grootste handelsvolume wordt afgewikkeld tussen de technisch hoogontwikkelde industrielanden
Tegenstelling Arm & Rijk
ontwikkelingsproblemen grootste problemen in de MOL (Het gaat steeds beter in transitielanden: overgang van communisme (planeconomie) naar vrijemarkteconomie.) arme ontwikkelingslanden hebben vaak - veel zelfvoorzienende landbouw - commerciële landbouw (plantages) - uitvoer grondstoffen, lage waarde, prijsschommelingen - ongunstige ruilvoet
Ruilvoetverslechtering Noord-Zuidhandel is veel geringer. Beeld: rijke landen voeren goedkope grondstoffen in, rijke landen voeren dure industrieproducten uit. = ongunstige ruilvoet Dit beeld gaat niet meer op, want in veel opkomende landen (NIC’s) leidt goederenproductie tot: meer werk = welvaart = koopkracht = belastinginkomsten = overheidsinvesteringen.
Arm en rijk: meten van welvaart a BNP/hoofd Wat is BNP en BBP, en wat is het verschil? b Verdeling van de beroepsbevolking
Patronen op de wereldkaart Zeg in een ‘hoe-hoe’-zin wat de samenhang is tussen welvaart en verdeling beroepsbevolking.
Antwoord Hoe rijker, des te minder mensen werken in de landbouw en hoe meer in de dienstensector Hoe armer, des te meer mensen werken in de landbouw en des te minder in de (formele) dienstensector
Samenhang: welvaart en verdeling beroepsbevolking
Verschil in koopkracht Informele sector telt niet mee BNP versluiert verschillen (tussen mensen én regio’s) berekening in dollars of euro’s zegt niets over koopkracht Nadelen van BNP als maatstaf voor welvaart
Pinnen in Shanghai Strategisch bedelen in Shanghai Ongelijkheid in China
Intern: natuur zit tegen, slecht bestuur, corruptie, oorlog Extern: relatie tussen rijk en arm Ongelijke uitwisseling van goederen, kapitaal en arbeid Centrum-periferiemodel Oorzaken voor verschil in welvaart
Centrum– periferie model RijkArm OntwikkeldOnderontwikkeld (3de wereld) KolonisatorKolonie Fast WorldSlow World CentrumPeriferie Mondiaal niveauRijke landenArme landen Nationaal niveauStedenDorpen, achterland (ontwikkelings) stedenCentrumKrottewijken (Vogelaar-wijken) Centrum – periferie op 3 schaalniveaus
Verschil in welvaart blijkt ook uit: Positie in centrum- perifieriemodel Rol in internationale arbeidsdeling Periferie v/d periferie Periferie v/h centrum
Indeling van de wereld: C - SP- P Periferie als grondstoffenleverancier
Grondstoffen en arbeid naar het buitenland Onttrekking van arbeid en grondstoffen aan de periferie van de periferie Inzoomen: C-P model in Ghana
Zuid-Tunesië Noord-Ghana Wonen in de periferie van de periferie
armoede armoede heeft te maken met - geld (minimaal 1 dollar per dag) - voorzieningen - sociale contacten In de human development index worden verschillende kenmerken gecombineerd armoedegrens: minimumeisen per land
Human Development Index De HDI is een index van de menselijke ontwikkeling. De index meet de gemidddelde persentaties van een land op het gebied van Volksgezondheid, kennis en levenstandaard. De top tien van de afgelopen 3 jaren
Huiswerk Leren: 1.1, demografisch & economisch wereldbeeld Lezen rest van 1.1