3 Hoe wordt de geologische tijd onderverdeeld?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Een ontdekkingstocht onder Zeeland, ongekend!
Advertisements

Het archief van Nederland 4.1 NL in beweging
Endogene exogene processen
Geologie blz
1.3 Beweging van platen 1.4 De aarde brandt en beeft
Hoofdstuk 2 Endogene en exogene processen Paragraaf 10 t/m 12
§6 Begin Holoceen Kenmerkend voor de laatste jaar is dat de temperatuur weer stijgt. Je kent inmiddels het gevolg => stijging van de zeespiegel.
Basisstof 7: Onderzoeksmethoden
17 Het bovenste deel van de aardkorst
Argumenten voor evolutie
Systeem aarde Hfd 2.
Par. 2 Landschappen in beweging
§4.1 Kennismaken met de Middellandse Zee
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Superijstijd 750 miljoen jaar geleden
§ 1.2 Veranderend weer en klimaat
Delfstoffen in Nederland H1 §4.1 Nederland in beweging
3 vwo 2 aarde §8, 9 en 10.
GESTEENTEN.
Hoofdstuk 1 Reis vanaf het middelpunt van de aarde
Geologie Blz
Planning: Huiswerkcontrole hst 2 [10 min]
De geschiedenis van het leven
Hoofdstuk 5 Aardrijkskunde, natuur en gezondheid
Terra Tweede Fase vwo © Wolters-Noordhoff bv
Geologie.
De geologische tijdschaal
Planning: Natuurverschijnselen [50+ min].
§ 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
Planning: Maak opdracht 11 (5 min) Uitleg p1.2 deel 1 (15 min)
Geologische tijdschaal & Datering
Op de grens van continenten
Geologie blz
Geologie blz
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 1
Hoofdstuk 3 Natuurgeweld deel 2
§4.3 Delfstoffen in de diepte
Kusttypes rond de Noordzee.
ORGELPIJPEN EN REUZEHAGEDISSEN
EXOGENE KRACHTEN HOOFDSTUK 4.
3 havo H1 aarde §2.
2.4: veranderend klimaat.
De ontwikkeling van het Leven op Aarde
Geologie blz 22 t/m 24.
Kenmerkende dieren (fossielen)
In de kustvlakte… De lagen sediment waaruit de
Geologie WB blz 18 t/m 21.
3 Havo H 2 Paragraaf 7+8.
De actieve aarde Blok 3.
Fossiele brandstoffen
China.
3 havo 2 Aarde Par
§ 1 Op fossielenjacht (herhaling bekende stof)
2 hv H2 Landschap § 8-9.
3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 2-3
2 T/H Hoofdstuk 2 Landschappen §2-4
(III) Geomorfologie: de Veluwe
Aarde 3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 4.
§ 4 Het dagboek van de aarde
Hoofdstuk 3 GEOLOGISCHE TIJDSSCHAAL
Preglaciaal © Theo Peenstra Meer dan jaar geleden Legenda
2. Hoe beweeglijk is de aardkorst?
Ontstaan van Nederland
PLATENTEKTONIEK.
Bronnen van energie Hfd 1: Energie in Nederland
Nederland jaar geleden
Geschiedenis van de aarde
Transcript van de presentatie:

3 Hoe wordt de geologische tijd onderverdeeld? 1. De geologische tijdsschaal

De geologische tijdsschaal Holoceen < 10000j 600 Biologische Big Bang

Hoe is het leven geëvolueerd sedert het Cambrium? https://www.youtube.com/watch?v=OIWde6OpVZU Hogere levensvormen zeer eenvoudig leven

Hoe kunnen we het leven op aarde reconstrueren? afdruk ammoniet mammoet Met behulp van fossielen steenkoolvaren kop reuzenreptiel trilobiet varenbos

Een geologische periode sluit meestal af met een massa-extinctie

Oorzaken van de massa-extincties 1 Klimaatswijzigingen Wat is hiervan de oorzaak? Afkoeling Opwarming Wat is hiervan de oorzaak?

Wat is de oorzaak van de klimaatswijzigingen? Vergelijk de breedteligging van West-Europa met het klimaat Besluit: het verplaatsen van de continenten veroorzaakt klimaatsveranderingen

Welke gevolgen hebben de klimaatsveranderingen? Besluit: -Iedere temperatuur daling komt overeen met een zeespiegeldaling. - Iedere zeespiegeldaling komt overeen met een massa-extinctie

-Waarom spreekt men van de Biologische Big Bang vanaf het Cambrium? Tijdens het Cambrium is de biologische ontwikkeling zeer snel gegaan, als het ware een explosie van leven. -Beschrijf in enkele grote stappen de evolutie van het plantaardige leven van het Cambrium tot nu: eerst eencelligen, vervolgens sporenplanten, dan de naaktzadigen (naaldbomen) en tenslotte de bedektzadigen (loofbomen en bloemendragende planten). -In welke periode werden de meeste steenkoollagen gevormd? Door welke planten? Onder welk klimaat? Waar bevond West-Europa zich toen op de globe? De steenkoollagen zijn meestal gevormd in het Carboon. Ze zijn ontstaan uit reuzenvarens die leefden in tropische omstandigheden. West-Europa lag toen veel zuidelijker over de evenaar.

-Gedurende welke geologisch hoofdtijdperk leefden de reuzenreptielen op aarde? Hoe zijn ze van de planeet verdwenen? De reuzenreptielen leefden tijdens het Mesozoïcum. Ze zijn van de aardbol verdwenen tijdens de massa-extinctie op het einde van het Krijttijdperk. -Geef een verklaring voor het voortdurend veranderen van het klimaat in een bepaald gebied: Een bepaald gebied kan door de plaattektoniek voortdurend verplaatst worden over de aardbol. Hierdoor zullen ook de klimaten veranderen. -Welke 6 grote massa-extincties kunnen we onderscheiden gedurende de laatste 600 miljoen jaar? Op het einde van het Ordovicium, het Devoon, het Perm, het Trias, het Krijt en het Holoceen ( nu bezig). -Wie of wat is de oorzaak van de laatste massa-extinctie in het Holoceen? De mens werkt zo ingrijpend in op het milieu zodat er dagelijks verschillende planten en diersoorten van de aarde verdwijnen. -Welk fenomeen kenmerkt de periode van het Pleistoceen? Het Pleistoceen is een periode die gekenmerkt wordt door enkele zeer koude periodes (glacialen of ijstijden).

2. Gebergtevorming

Besluit: vroeger zijn er nog periodes geweest van gebergtevorming Wanneer werden deze lagen geplooid? Anticline Durbuy Syncline Walgrappe Devoon kalksteen Carboon zandsteen Dus ten vroegste op het einde van het Carboon Besluit: vroeger zijn er nog periodes geweest van gebergtevorming

De belangrijkste periodes van gebergtevorming Welke gebergten werden gevormd?

Verspreiding van de gebergten

1) Caledonische plooiing: Hoogtepunt in: Siluur tijdperk 400milj jaar geleden Voornaamste gebergten: Schotse Highlands, Scandinavisch massief bij ons het Brabants massief 2) Hercynische plooiing Hoogtepunt in: Eind Carboon 300milj jaar geleden Voornaamste gebergten: Appalachen, Centraal massief, Oeral bij ons Ardennen en de Duitse Eifel 3) Alpiene plooiing Hoogtepunt in: Vanaf het Eoceen, werkt nog steeds door Voornaamste gebergten: Alpen, Himalaya, Andes Welke invloed heeft de Alpiene plooiing bij ons? De Alpiene plooiing veroorzaakt bij ons een kleine opheffing ter hoogte van de Ardennen. Hierdoor snijden de rivieren diepe valleien uit en worden alle afzettingen van na het Carboon een beetje schuin gezet.

Optilling door de Alpiene plooiing De lagen hierboven gaan daardoor schuin staan Optilling door de Alpiene plooiing

België op het ogenblik van de Caledonische plooiing Caledonische plooiing 400 miljoen

Caledonische plooiing 400 miljoen 1) Avalon (met oa België) wordt naar N-Am geduwd. 2) De oceanische plaat tussen Avalon en N-Am wordt onder Avalon geduwd (Iapetus oceaan). 3) Wanneer de twee continenten botsen tijdens het siluur (400milj) ontstaan de Caledonische gebergten (oa het Brabants massief).

België op het ogenblik van de Hercynische plooiing Hercynische plooiing 300miljoen

Hercynische plooiing 300miljoen - Gondwana botst tegen Laurasië. - De oceanische korst (Rheic ocean) verdwijnt onder Gondwana. - De Hercynische gebergten in Midden Europa worden gevormd oa de Ardennen Eifel, Vogezen.

Geplooid: ten vroegste op het einde van het Carboon Wanneer werden deze lagen geplooid? Anticline Durbuy Syncline Walgrappe Devoon kalksteen Carboon zandsteen Geplooid: ten vroegste op het einde van het Carboon Hercynische plooiing

3. Ouderdomsbepaling

1. Absolute ouderdomsbepaling 1) Met GIDSFOSSIELEN Voorbeeld:

Mucrospirifer DEVOON 408 à 360 miljoen jaar oud

2) Met de halveringswaarde van radio-actieve elementen Voorbeeld 14C methode Tijdens leven: constante verhouding 14C/12C Na dood: verlies van 14C door radio-actief verval Halfwaardetijd 14C = 5730 jaar

2. Relatieve ouderdomsbepaling 1. Wetten van de sedimentatie - Afzettingen worden gevormd in horizontale vlakke lagen - Geplooide of schuine lagen zijn het resultaat van gebergtevorming Jongere lagen Oudere lagen - Oudere lagen liggen meestal onder jongere - Tussen twee lagenpaketten ligt een discordantievlak

2. Relatieve ouderdomsbepaling 2. Principes van de relatieve ouderdomsbepaling. - De breuk is jonger dan de gesteenten waardoor ze loopt - Magmatische gesteenten zijn jonger dan de er rond liggende gesteenten - De gesteentelaag is even oud als de fossielen die er in voorkomen - Ingesloten gesteenten zijn ouder dan het omgevingsgesteente

1) Er worden sedimenten afgezet in mooie horizontale lagen ( meestal in de zee). Volgens de wet van de superpositie (A oudste, F jongste laag). 2) Door gebergtevorming worden de lagen geplooid en vervormd ( synclines, anticlines, plooien, breuken ) . Losse gesteenten worden vaak samengeperst tot harde rots. 3) Na de gebergtevorming krijgen we een periode van erosie. Het gebergte wordt afgevlakt tot een schiervlakte. 4) De schiervlakte komt zo laag te liggen zodat ze weer wordt overspoeld. Er worden nieuwe sedimenten afgezet. Tussen de lagenpakketten ontstaat zo een discordantievlak.

1. Afzetting van de lagen A 2. Plooiing en erosie van de lagen A 3. Intrusie van de magmahaard M 4. Afzetting van de lagen 1,2,3 en 4 gevolgd door optilling en erosie 5. Ontstaan van de breuklijn F 6. Erosie van de lagen 1,2,3 en 4 met breuk 7. Afzetting van de lagen X, Y discordantievlakken 8. Doorbraak van vulkanisch gesteente V 9. Optilling van het gehele lagenpakket rechts breuklijnen

Oefening 3: oplossing 1 Afzetting van de sedimenten D 2 Vorming van de breuk B 3 Doordringen van de magmahaard C 4 Erosie en daarna afzetting van de lagen E 5 Insnijding door rivieren in de afzetting E

Oefening met de geologische kaart JONG OUD JONG ANTICLINE

B jong A oud B A

Oefening met de geologische kaart OUD JONG OUD JONG SYNCLINE ANTICLINE

4. Geologische opbouw van België Fonderie-des-Chiens (Nimes)

plooiing van alle lagen Caledonische gebergtevorming plooiing van alle lagen klei  fyllade zand  kwartsiet overspoeld door zeeën afzetting zand en klei

ondiepe zee; warm en vochtig klimaat kustmoerassen met weelderige vegetatie veenlagen inkoling afbraak Caledonisch massief afzetting van puin (zand en klei ) in zeeën

plooiing van alle lagen Hercynische gebergtevorming plooiing van alle lagen sedimenten worden vast tweede plooiing eerste plooiing opheffing

herhaaldelijke transgressies van de zee gebied ten noorden van Samber en Maas onder water België boven water uiterste zuiden onder water afzettingen afbraak Hercynisch massief (veel steenkoollagen verdwijnen)

afzetting nieuwe lagen door transgressies in Tertiair en Quartair door Alpiene gebergtevorming: opheffing van België terugtrekking van de kustlijn

Geologische doorsnede Roeselare

1) De sedimenten afgezet tijdens het Paleozoïcum zijn 1 of 2 keer geplooid geweest door de Caledonische en of de Hercynische plooiingsfase. 2) Na de Hercynische plooiing was er een periode van erosie. Pas in het Krijttijdperk heeft de zee ons land weer overspoeld en werden er massaal kalksteen sedimenten afgezet (sterk watervoerende laag). 3) In het Tertiair werden afwisselend zanden en kleien afgezet in een ondiepe zee die zich langzaam terugtrok naar het noorden. 4) Alle lagen hellen een beetje af naar het NW omdat er door de Alpiene plooiing een lichte optilling is in het zuiden ( ter hoogte van de Ardennen). 5) Tijdens de ijstijden werd ons land bedekt met een laag zand en leem die werd opgewaaid uit de droogliggende Noordzee.

afgedekt door zand en klei tijdens zeetransgressies plantenresten veenlagen afgedekt door zand en klei tijdens zeetransgressies inkoling veen bruinkool  steenkool Terug