Slaapapnee Waarom behandelen?. K. Demuynck Jessaziekenhuis.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Kanker gerelateerde vermoeidheid
Advertisements

Hartfalen met bewaarde pompfunctie ?
OSAS Wat nu…..? Bron figuur 1: apneuvereniging nederland, 2011.
Wat heeft een hartspecialist te maken met ROW?
Obesitas op de recovery
Ontwikkeling van de insulineresistente mens
Aripiprazol additie om overgewicht als bijwerking van olanzapine gebruik tegen te gaan Marlijn Vermeiden.
Cardiovasculair risico management
Obesitas Een teveel aan lichaamsvet en daarmee een (ernstige mate van) overgewicht.
EPIDEMIOLOGIE VAN HART- EN VAATZIEKTEN
PREOPERATIEVE ONDERZOEKEN
Obstructief slaap apneu syndroom en herseninfarct (CAT)
Voorspellende factoren van post-CVA depressie
Statine na een herseninfarct (of TIA)
Hans de Schipper, Han Bonenkamp
End-tidal carbon dioxide is associated with mortality and lactate in patients with suspected sepsis Christopher L. Hunter, Salvator Silvestri, Matthew.
Warffum cursus: bariatrie
Het staken van geneesmiddelen: evidence
Hernia cicatricalis Watchful waiting, is it safe?
Invloed van patiënt- en praktijkkenmerken op kwaliteitsindicatoren voor diabetes mellitus in de huisartsenpraktijk Dr. Mark Nielen Dr. Joke Korevaar Dr.
Longpunt
Snurken & Slaapapneu Pieter Pijnenburg Teamleider OSAS services
Is het het hart of zijn het de longen?
Bewegen en gezondheid Bruno Reynders. Gezondheid  WHO 2011 : Gezondheid is het vermogen van mensen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in.
De (long)verpleegkundige en het slaap-apneu syndroom
Nierdialyse bij geriatrische patiënten Voordracht voor Maatschappelijk werkenden Catharina Ziekenhuis Eindhoven,
Het effect van bètablokkers op COPD-exacerbaties
Plasma NT-proBNP en predictie van cardiovasculaire morbiditeit, mortaliteit, en veranderingen in functionele status, bij de oudste ouderen: de Leiden.
1 Multidisciplinaire behandeling van snurken en slaapapnoe De rol van de pneumoloog K. Weytjens Jessa Ziekenhuis, Campus Virga Jesse.
Preoperatieve screening van een obese patient Kim Bijleveld Anesthesioloog.
Snurken en slaapapneu Sommige snurkers brengen adembenemende nachten door Petra Vos, longarts.
1 Inflammatoire en metabole ontregelingen bij late-life depressie Het belang van symptoom profielen Nicole Vogelzangs Psychiatrie & EMGO + Instituut VU.
DM wat vertel je de patiënt? S. Tamis 5 november 2015.
1 Inflammatoire en metabole ontregeling bij depressieve ouderen Het belang van subtypering! Nicole Vogelzangs Hannie Comijs, Richard C Oude Voshaar (UMCG),
Depressie en Hart- en vaatziekten Wat is hun relatie? Nicole Vogelzangs Afdeling Psychiatrie / EMGO instituut, VU Medisch Centrum.
Depressie en Hart- en vaatziekten Wat is hun relatie? Nicole Vogelzangs Afdeling Psychiatrie / EMGO instituut, VU Medisch Centrum.
De obese patient Longfysiologie Het obstructief Slaap apnoe syndroom
Heelkunde van de bovenste luchtweg bij OSAS
Slide 1 Hoe berekenen we de BMI ? Lengte = 1.82 Gewicht=91 kg Body Mass Index of Quetelet index = gewicht / lengte 2 = 91 / = 27.5 Antwoord b is.
Slide 1 Hoe berekenen we de BMI ? Lengte = 1.82 Gewicht=91 kg Body Mass Index of Quetelet index = gewicht / lengte 2 = 91 / = 27.5 Antwoord b is.
CARDIOLOGIECARDIO-CHIRURGIE Hartcentrum Hasselt.
PICO 24 april 2012 Judith Post. PICO P-toegenomen risico recidief bij voortzetten OAC bij status na arterieël event? (young stroke) I-continueren OAC.
Stabiel ischemisch hartlijden Sofie De Meulder – ASO Inwendige Geneeskunde
1 Aanpak van hypertensie in ZT CNI Dr C. Colson ZNA Nierkliniek.
De incidentie-trend van dementie Analyse van Nederlandse eerstelijns data Emma F. van Bussel PhD student en huisarts in opleiding.
De lange termijn effecten van een op maat gemaakte leefstijlinterventie op de gezondheid van vrouwen met overgewicht Bastiaan de Vos, Jos Runhaar, Marienke.
De lever van vet tot virus
Anticoagulantia herstarten na ischemisch CVA bij patiënten met VKF Annelien van der Veen 1 e jaar ASO Inwendige.
Het obstructieve slaapapneu syndroom Dr.R.Janssen Longarts Slaapcentrum CWZ Nijmegen.
75 jaar Routineconsultatie Dokter, is mijn bloeddruk niet te hoog? Want ik heb in de krant gelezen dat lager beter is…
Huisarts & Wetenschap 07/’16 Hanna
Disclosure belangen NHG spreker
Kunnen markers van leververvetting het voorspellen van het risico op hart- en vaatziekten verbeteren? Anne de Boer Promovenda en huisarts in opleiding.
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
1.
PCOS Langetermijnrisico’s
Multidisciplinair Slaapcentrum Universitair Ziekenhuis Antwerpen Slaapapneu: evaluatie slaapkwaliteit en therapeutische effecten Prof. Dr. Johan Verbraecken.
Vraag 1 Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen 10 jaar die de inzichten in de kliniek hebben veranderd?
Hyperaldosteronism Dr. Jaap Deinum Nijmegen UMC St.Radboud internist
Voor meer informatie zie hartfalen.nl
Een frequent attender is meer dan de som van zijn morbiditeiten
OVER leven en GOED leven Hartfalen bij de hoogbejaarde
Afdeling Huisartsgeneeskunde, Erasmus MC
Gastric bypass vs. Gastric sleeve
Disclosure belangen NHG spreker
Wie screenen voor chronisch nierlijden?
Slaapproblemen In de huisartsenpraktijk Eddy Reinders & Dick Walstock.
Disclosure belangen NHG spreker
Parodontitis en OSAS Alexander Verhelst Oral Health Science
PAV = een systeemziekte
Transcript van de presentatie:

Slaapapnee Waarom behandelen?

K. Demuynck Jessaziekenhuis

Slaapapnee waarom behandelen?  Wat is slaapapnee  Comorbiditeit en mortaliteit  Effect van de behandeling

Snurken en obstructieve slaapapnee Primair snurken AHI: < 5 Licht OSAS 5 - < 15 Matig OSAS Ernstig OSAS > 30

Obstructief slaapapneesyndroom  2 tot 5 % van vrouwelijke volwassen bevolking  3 tot 7 % van de mannelijke volwassen bevolking.  Prevalentie:  Toename met de leeftijd van 18 tot 45 jaar  Plateau 55 tot 65 jaar

Obstructief slaapapneesyndroom  Asymptomatische patiënt met Apnee – hypopnee index > 15 per uur  Apnee – hypopnee index > 5 per uur en symptomen overdag of symptomen ‘s nachts

Obstructief slaapapneesyndroom  Nachtelijke symptomen:  Snurken: tot 95% van de patiënten  Apnee vastgesteld door omgeving  Nachtelijk verstikkingsgevoel  Slapeloosheid  Nycturie, GE-reflux, nachtzweten, impotentie  Symptomen overdag:  Overdreven slaperigheid

Obstructief slaapapneesyndroom

Behandeling van Slaapapnee  Algemene maatregelen  Gewichtscontrole  Vermijden alcohol en sedativa  Slaaphouding  Specifieke maatregelen  Nasale CPAP  Intra-orale apparaten  Heelkunde

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag - concentratiestoornissen  Arteriële hypertensie  Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

The European Sleep Apnoea Database (ESADA): report from 22 European sleep laboratories (ERJ, 2011) Normal weight, BMI <25 kg·m −2 Overweight, BMI 25–<30 kg·m −2 Obese, BMI ≥30 kg·m −2 No OSAOSANo OSAOSANo OSAOSA Patients n BMI kg·m −2 23±228±136±5 AHI events·h −1 2±119±162±125±192±137±27 Prevalence systemic hypertension Prevalence all CV disease Prevalence all metabolic disease Prevalence all pulmonary disease Prevalence hypersomnia #

Hypersomnolentie  Slaapfragmentatie en arousals  Verstoorde slaaparchitectuur  Verminderde diepe slaap  Verminderde REM-slaap  hypoxemie  Epworth sleepiness score:  Normaal: < 5  Pathologische hypersomnolentie: > 10  Correlatie met AHI is beperkt  Sleep Heart health study:  AHI <5/uESS7.2  AHI >30/uESS9.3

Obstructief slaapapneesyndroom

Hypersomnolentie  Correlatie met arbeidsongevallen:  Snurken en slaperigheid overdag: risico x 2  Correlatie met (bijna) verkeersongevallen:  Slaapapnee: risico x 3  Kostprijs voor professioneel vervoer in US  15, 9 miljard dollar/jaar  Behandeling met CPAP  risico op ongevallen tot niveau controlepopulatie  Verbetering zonder normalisatie van objectieve meting hypersomnolentie  Soms blijvende hypersomnolentie ondanks correct CPAP gebruik  10% blijvend ESS > 10

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag  Arteriële hypertensie  Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

Arteriële hypertensie  Nachtelijke arteriële hypertensie:  Bloeddrukstijging bij einde elke apnee  Respiratoire inspanning bij elke apnee  Verhoogde sympatische tonus  Hypoxemie  Onderbreking van de slaap  Arteriële hypertensie overdag:  35 % tot > 80 % patiënten met OSAS hebben AHT  Correlatie met graad OSAS: AHI < 30: 60 %  Correlatie therapieresistent AHT en OSAS

Arteriële hypertensie  Beperkte verbetering van bloeddrukcontrole met CPAP  Ernstiger graad OSAS  Meer therapieresistente AHT  Beter compliantie voor CPAP (>5.6u/nacht)  Geen correlatie met overdreven slaperigheid  Mean bloeddrukdaling 10 mmHg geeft potentiele risicoreductie  coronair lijden 37%  CVA56%

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag  Arteriële hypertensie  Cardiovasculaire complicaties  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

Cardiovasculaire complicaties  Verhoogde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit:  Verhoogde sympatische activiteit  Pro-inflammatoire activiteit  Arteriële hypertensie  Geassocieerde comorbditeit:  Obesitas  Metabool syndroom  Ritmestoornissen

Cardiovasculaire complicaties  Vasculaire en endotheeldysfunctie:  Verstoorde balans vasodilatatie en constrictie  Vroegtijdige atherosclerosis:  Toegenomen vasculaire stijfheid grote bloedvaten  Toename carotis plaque  Toegenomen coronaire calcificatie  Toename coronaire restenosis na Percutane coronaire interventie  CPAP therapie geeft significante verbetering van vasculaire reactiviteit, inflammatoire markers, restenosis

Cardiovasculaire complicaties  Epidemiologische studies:  Verhoogde cardiovasculaire mortaliteit  Risico 1.46 tot 6.2  Vooral aangetoond voor mannen  Vooral bij ernstig OSAS: AHI > 30/u  Minder uitgesproken in de oudere populatie  Klinische cohorte studies: Marin, Lancet 2005: 1387 ptn/10j  Niet behandeld ernstig OSAS fatale CV event2.8 niet fatale CV event3.17  Behandeld OSAS geen toename

Ritmestoornissen  Nachtelijke tachy- en bradycardie  Pacemaker patienten zonder gekend OSAS: 21% ernstig OSAS (Garrigue, Circulation 2007)  Voorkamerfibrillatie en ventriculaire aritmie  Sleep Heart Health Study: risico 2 tot 4 x groter  VKF:4.02  Non-sustained VT:3.4 (Shahar, AJRCCM 2001)  VKF en onbehandeld OSAS:  recidief frequentie 1 jaar na electrische reconversie: 82 % vs 42% behandeld OSAS (Kanagala, Circulation 2003)

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag  Arteriële hypertensie  Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

OSAS en cerebrovasculair lijden  Wisconsin Sleep cohort study (Arzt, AJRCCM 2005)  1475 ptn, 30 – 60 j (gem. 47), gedurende 12 jaar  AHI > 20/u: prevalentie CVA: 3.83  AHI > 20/u: incidentie CVA/4j: 4.48  Na correctie voor geslacht, leeftijd, BMI, alcohol en roken, diabetes en hypertensie  Obstructive sleep apnee as a risk factor for stroke en death (Yaggi, NEJM 2005)  1022 ptn, > 50 j, gemiddelde follow-up 3.4j  AHI 13 – 36 : hazard ratio CVA en overlijden1.74  AHI > 36 : 3.3

OSAS en cerebrovasculair lijden

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag  Arteriële hypertensie  Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

OSAS en diabetes mellitus  Hoge prevalentie van diabetes mellitus bij OSAS- patiënten: 23 – 75%  Onafhankelijke relatie  graad OSAS en HbA1c  graad OSAS en hoeveelheid diabetesmedicatie  OSAS en glucose intolerantie  Effect behandeling  Gebruik > 4u: significante daling HbA1c  Negatieve studie met beperkte therapietrouw 3.3 u

Co-morbiditeit van OSAS  Overdreven slaperigheid overdag  Arteriële hypertensie  Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen  CVA  Diabetes mellitus  Mortaliteit

Mortaliteit van slaapapnee  1988: Long-term outcome for obstructive sleep apnea syndrome patients. Mortality (Marku Partinen, Chest, 1988)  1988: Mortality and apnea index in obstructive sleep apnea in 385 male patients (J. He, Chest 1988)  2005: Mortality in Obstructieve Sleep Apnea- hyponea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez, Chest 2005 )

Long-term outcome for obstructive sleep apnea syndrome patients - Mortality (Marku Partinen)  198 patienten tussen 1972 en retrospectief  Mediaan 52 jaar  198 mannen / 8 vrouwen  Apnee-index 54.8 ( )  BMI 31 kg/m² (18.7 – 61.8)  Conservatieve behandeling (dieet) : 127 vs Tracheotomie: 71  Mortaliteit 14 personen - allen in de conservatief behandelde groep (11%)

Mortality and apnea index in obstructive sleep apnea in 385 male patients (J. He)  Retrospectieve studie – 1978 tot 1986  385 patiënten  Leeftijd: 51.6 j+- 12j  Apnee index:  BMI:  Mortaliteit:22  Niet behandeld AI >20:11/ % AI < 20:3/142 2 %  Behandeldtracheotomie:0/33 CPAP:0/25 UPPP:8/6013%

2005: Mortality in Obstructieve Sleep Apnea-hyponea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez)  1994 – 2000 – retrospectief  Inclusie: AHI > 10 en behandeld CPAP of BiPAP  871 ptn – 80.9 % mannen en 19.1 % vrouwen  AHI:  91% CPAP – mean druk 10.1 en 9% BiPAP  Comorbiditeit:  obesitas: 81.9 %  Hypertensie: 61.1 %  Hypercholesterolemie: 66.9 %  COPD: 19.1 %  32 patienten: geen cpap of geweigerd

2005: Mortality in Obstructive Sleep Apnea-hypopnea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez)  Mortaliteit: 5.3 % (46/871) / 5 jaar follow-up  85.9 % (749) beoordeelbaar mbt compliantie van gebruik mortaliteit 5 j. overleving  322 ptn: > 6 u 3.4 % 96.4 %  342 ptn:1 tot 6 u 4.6 % 91.3 %  85 ptn:< 1 u 9.4 % 85.5 %  compliantie: > 6u< 1u  Ernstiger OSAS:  Lagere pO2 overdag

Kaplan-Meier cumulative survival rates according to OSAHS severity. Campos-Rodriguez F et al. Chest 2005;128: ©2005 by American College of Chest Physicians

Kaplan-Meier cumulative survival rates according to categories of PAP compliance. Campos-Rodriguez F et al. Chest 2005;128: ©2005 by American College of Chest Physicians

Mortaliteit: welke is de evidentie (P. Lavie, ERJ 2007 ) 1.Ernstige slaapapnee AHI > 30 geeft hogere mortaliteit dan milde slaapapnee 2.Effectieve behandeling met CPAP met voldoende compliantie reduceert mortaliteit 3.Geassocieerd longlijden verhoogt mortaliteitsrisico 4.Mortaliteitsrisico is leeftijdgebonden: hogere mortaliteit bij leeftijdscategorie < 50 jaar therapie wordt best ingesteld op zo jong mogelijke leeftijd

Slaapapnee, waarom behandelen?  Obstructief slaapapnee syndroom  Overdreven slaperigheid overdag  Gezondheidsrisico’s op lange termijn  Belangrijke morbiditeit  Mortaliteit vooral cardiovasculair  Symptomatologie en de co-morbiditeit en mortaliteit kunnen worden gereduceerd mits adequate behandeling

Slaapapnee - complicaties  Cardio-vasculair  Arteriele hypertensie  Coronaire insufficientie: angor, AMI  Cerebrovasculaire ziekte: TIA, CVA  Diabetes mellitus  Neuro-cognitief  Concentratiestoornissen  Depressie

Obstructief slaapapneesyndroom

Klinisch onderzoek  Normaal  Beperkte tot ernstige obesitas  Arteriële hypertensie  Nauwe pharynx  Grote halsomtrek  Tekens van pulmonale hypertensie

Obstructief slaapapneesyndroom