Slaapapnee Waarom behandelen?
K. Demuynck Jessaziekenhuis
Slaapapnee waarom behandelen? Wat is slaapapnee Comorbiditeit en mortaliteit Effect van de behandeling
Snurken en obstructieve slaapapnee Primair snurken AHI: < 5 Licht OSAS 5 - < 15 Matig OSAS Ernstig OSAS > 30
Obstructief slaapapneesyndroom 2 tot 5 % van vrouwelijke volwassen bevolking 3 tot 7 % van de mannelijke volwassen bevolking. Prevalentie: Toename met de leeftijd van 18 tot 45 jaar Plateau 55 tot 65 jaar
Obstructief slaapapneesyndroom Asymptomatische patiënt met Apnee – hypopnee index > 15 per uur Apnee – hypopnee index > 5 per uur en symptomen overdag of symptomen ‘s nachts
Obstructief slaapapneesyndroom Nachtelijke symptomen: Snurken: tot 95% van de patiënten Apnee vastgesteld door omgeving Nachtelijk verstikkingsgevoel Slapeloosheid Nycturie, GE-reflux, nachtzweten, impotentie Symptomen overdag: Overdreven slaperigheid
Obstructief slaapapneesyndroom
Behandeling van Slaapapnee Algemene maatregelen Gewichtscontrole Vermijden alcohol en sedativa Slaaphouding Specifieke maatregelen Nasale CPAP Intra-orale apparaten Heelkunde
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag - concentratiestoornissen Arteriële hypertensie Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
The European Sleep Apnoea Database (ESADA): report from 22 European sleep laboratories (ERJ, 2011) Normal weight, BMI <25 kg·m −2 Overweight, BMI 25–<30 kg·m −2 Obese, BMI ≥30 kg·m −2 No OSAOSANo OSAOSANo OSAOSA Patients n BMI kg·m −2 23±228±136±5 AHI events·h −1 2±119±162±125±192±137±27 Prevalence systemic hypertension Prevalence all CV disease Prevalence all metabolic disease Prevalence all pulmonary disease Prevalence hypersomnia #
Hypersomnolentie Slaapfragmentatie en arousals Verstoorde slaaparchitectuur Verminderde diepe slaap Verminderde REM-slaap hypoxemie Epworth sleepiness score: Normaal: < 5 Pathologische hypersomnolentie: > 10 Correlatie met AHI is beperkt Sleep Heart health study: AHI <5/uESS7.2 AHI >30/uESS9.3
Obstructief slaapapneesyndroom
Hypersomnolentie Correlatie met arbeidsongevallen: Snurken en slaperigheid overdag: risico x 2 Correlatie met (bijna) verkeersongevallen: Slaapapnee: risico x 3 Kostprijs voor professioneel vervoer in US 15, 9 miljard dollar/jaar Behandeling met CPAP risico op ongevallen tot niveau controlepopulatie Verbetering zonder normalisatie van objectieve meting hypersomnolentie Soms blijvende hypersomnolentie ondanks correct CPAP gebruik 10% blijvend ESS > 10
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag Arteriële hypertensie Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
Arteriële hypertensie Nachtelijke arteriële hypertensie: Bloeddrukstijging bij einde elke apnee Respiratoire inspanning bij elke apnee Verhoogde sympatische tonus Hypoxemie Onderbreking van de slaap Arteriële hypertensie overdag: 35 % tot > 80 % patiënten met OSAS hebben AHT Correlatie met graad OSAS: AHI < 30: 60 % Correlatie therapieresistent AHT en OSAS
Arteriële hypertensie Beperkte verbetering van bloeddrukcontrole met CPAP Ernstiger graad OSAS Meer therapieresistente AHT Beter compliantie voor CPAP (>5.6u/nacht) Geen correlatie met overdreven slaperigheid Mean bloeddrukdaling 10 mmHg geeft potentiele risicoreductie coronair lijden 37% CVA56%
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag Arteriële hypertensie Cardiovasculaire complicaties CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
Cardiovasculaire complicaties Verhoogde cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit: Verhoogde sympatische activiteit Pro-inflammatoire activiteit Arteriële hypertensie Geassocieerde comorbditeit: Obesitas Metabool syndroom Ritmestoornissen
Cardiovasculaire complicaties Vasculaire en endotheeldysfunctie: Verstoorde balans vasodilatatie en constrictie Vroegtijdige atherosclerosis: Toegenomen vasculaire stijfheid grote bloedvaten Toename carotis plaque Toegenomen coronaire calcificatie Toename coronaire restenosis na Percutane coronaire interventie CPAP therapie geeft significante verbetering van vasculaire reactiviteit, inflammatoire markers, restenosis
Cardiovasculaire complicaties Epidemiologische studies: Verhoogde cardiovasculaire mortaliteit Risico 1.46 tot 6.2 Vooral aangetoond voor mannen Vooral bij ernstig OSAS: AHI > 30/u Minder uitgesproken in de oudere populatie Klinische cohorte studies: Marin, Lancet 2005: 1387 ptn/10j Niet behandeld ernstig OSAS fatale CV event2.8 niet fatale CV event3.17 Behandeld OSAS geen toename
Ritmestoornissen Nachtelijke tachy- en bradycardie Pacemaker patienten zonder gekend OSAS: 21% ernstig OSAS (Garrigue, Circulation 2007) Voorkamerfibrillatie en ventriculaire aritmie Sleep Heart Health Study: risico 2 tot 4 x groter VKF:4.02 Non-sustained VT:3.4 (Shahar, AJRCCM 2001) VKF en onbehandeld OSAS: recidief frequentie 1 jaar na electrische reconversie: 82 % vs 42% behandeld OSAS (Kanagala, Circulation 2003)
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag Arteriële hypertensie Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
OSAS en cerebrovasculair lijden Wisconsin Sleep cohort study (Arzt, AJRCCM 2005) 1475 ptn, 30 – 60 j (gem. 47), gedurende 12 jaar AHI > 20/u: prevalentie CVA: 3.83 AHI > 20/u: incidentie CVA/4j: 4.48 Na correctie voor geslacht, leeftijd, BMI, alcohol en roken, diabetes en hypertensie Obstructive sleep apnee as a risk factor for stroke en death (Yaggi, NEJM 2005) 1022 ptn, > 50 j, gemiddelde follow-up 3.4j AHI 13 – 36 : hazard ratio CVA en overlijden1.74 AHI > 36 : 3.3
OSAS en cerebrovasculair lijden
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag Arteriële hypertensie Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
OSAS en diabetes mellitus Hoge prevalentie van diabetes mellitus bij OSAS- patiënten: 23 – 75% Onafhankelijke relatie graad OSAS en HbA1c graad OSAS en hoeveelheid diabetesmedicatie OSAS en glucose intolerantie Effect behandeling Gebruik > 4u: significante daling HbA1c Negatieve studie met beperkte therapietrouw 3.3 u
Co-morbiditeit van OSAS Overdreven slaperigheid overdag Arteriële hypertensie Ischemisch hartlijden en ritmestoornissen CVA Diabetes mellitus Mortaliteit
Mortaliteit van slaapapnee 1988: Long-term outcome for obstructive sleep apnea syndrome patients. Mortality (Marku Partinen, Chest, 1988) 1988: Mortality and apnea index in obstructive sleep apnea in 385 male patients (J. He, Chest 1988) 2005: Mortality in Obstructieve Sleep Apnea- hyponea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez, Chest 2005 )
Long-term outcome for obstructive sleep apnea syndrome patients - Mortality (Marku Partinen) 198 patienten tussen 1972 en retrospectief Mediaan 52 jaar 198 mannen / 8 vrouwen Apnee-index 54.8 ( ) BMI 31 kg/m² (18.7 – 61.8) Conservatieve behandeling (dieet) : 127 vs Tracheotomie: 71 Mortaliteit 14 personen - allen in de conservatief behandelde groep (11%)
Mortality and apnea index in obstructive sleep apnea in 385 male patients (J. He) Retrospectieve studie – 1978 tot 1986 385 patiënten Leeftijd: 51.6 j+- 12j Apnee index: BMI: Mortaliteit:22 Niet behandeld AI >20:11/ % AI < 20:3/142 2 % Behandeldtracheotomie:0/33 CPAP:0/25 UPPP:8/6013%
2005: Mortality in Obstructieve Sleep Apnea-hyponea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez) 1994 – 2000 – retrospectief Inclusie: AHI > 10 en behandeld CPAP of BiPAP 871 ptn – 80.9 % mannen en 19.1 % vrouwen AHI: 91% CPAP – mean druk 10.1 en 9% BiPAP Comorbiditeit: obesitas: 81.9 % Hypertensie: 61.1 % Hypercholesterolemie: 66.9 % COPD: 19.1 % 32 patienten: geen cpap of geweigerd
2005: Mortality in Obstructive Sleep Apnea-hypopnea patients treated with positive airway pressure (F. Campos-Rodriguez) Mortaliteit: 5.3 % (46/871) / 5 jaar follow-up 85.9 % (749) beoordeelbaar mbt compliantie van gebruik mortaliteit 5 j. overleving 322 ptn: > 6 u 3.4 % 96.4 % 342 ptn:1 tot 6 u 4.6 % 91.3 % 85 ptn:< 1 u 9.4 % 85.5 % compliantie: > 6u< 1u Ernstiger OSAS: Lagere pO2 overdag
Kaplan-Meier cumulative survival rates according to OSAHS severity. Campos-Rodriguez F et al. Chest 2005;128: ©2005 by American College of Chest Physicians
Kaplan-Meier cumulative survival rates according to categories of PAP compliance. Campos-Rodriguez F et al. Chest 2005;128: ©2005 by American College of Chest Physicians
Mortaliteit: welke is de evidentie (P. Lavie, ERJ 2007 ) 1.Ernstige slaapapnee AHI > 30 geeft hogere mortaliteit dan milde slaapapnee 2.Effectieve behandeling met CPAP met voldoende compliantie reduceert mortaliteit 3.Geassocieerd longlijden verhoogt mortaliteitsrisico 4.Mortaliteitsrisico is leeftijdgebonden: hogere mortaliteit bij leeftijdscategorie < 50 jaar therapie wordt best ingesteld op zo jong mogelijke leeftijd
Slaapapnee, waarom behandelen? Obstructief slaapapnee syndroom Overdreven slaperigheid overdag Gezondheidsrisico’s op lange termijn Belangrijke morbiditeit Mortaliteit vooral cardiovasculair Symptomatologie en de co-morbiditeit en mortaliteit kunnen worden gereduceerd mits adequate behandeling
Slaapapnee - complicaties Cardio-vasculair Arteriele hypertensie Coronaire insufficientie: angor, AMI Cerebrovasculaire ziekte: TIA, CVA Diabetes mellitus Neuro-cognitief Concentratiestoornissen Depressie
Obstructief slaapapneesyndroom
Klinisch onderzoek Normaal Beperkte tot ernstige obesitas Arteriële hypertensie Nauwe pharynx Grote halsomtrek Tekens van pulmonale hypertensie
Obstructief slaapapneesyndroom