Thema 3 Organen en cellen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Erfelijkheid Thema 3.
Advertisements

Van cel tot DNA Interactieve quiz.
Genenparen.
De wondere wereld van de cel
Cellen en organen Wat zijn dierlijke cellen, hoe zijn ze opgebouwd.
Thema 3 Erfelijkheid Van een pasgeboren baby wordt vaak gezegd: ‘Ik vind dat hij op zijn moeder lijkt,’ of: ‘Hij heeft de ogen van zijn vader.’ Toch zijn.
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
Thema 3 Genetica Paragraaf 1
Genotype, Fenotype en Chromosomen
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Genetisch materiaal onder de loep
Erfelijkheid Chromosoom DNA.
Organismen microscopisch bekeken
Cellen en weefsels.
Schrijfregels bij genetica
Groei -Dankzij cel-cel communicatie: bevruchte eicel groeit uit tot individu: juiste vormen en alles op juiste plaats. -Gezonde voeding is nodig, veel.
Van genotype tot fenotype
Even opfrissen… In lichaamscel 46 chromosomen
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Erfelijkheid.
(Kosmische) straling en organismen door Sofie, Pau Li en Kim v2a
Leer van de cellen.  Plantaardige cellen ◦ Zonnenergie (en water) omzetten in suikers ◦ Tijdens proces zuurstof afgeven  Dierlijke cellen ◦ Verbuiken.
DNA en DNA mutaties: celkern met DNA chromosoom
Erfelijkheid Thema 4.
Vorige keer…. Fenotype: Het uiterlijk van een organisme (zichtbare eigenschappen/eigenschappen die tot uiting komen) Genotype: Informatie voor alle erfelijke.
Thema 3: Erfelijkheid B1: Chromosomen.
Basisstof 6 & 7: Chromosomen en Celdeling
Hoofdstuk 7: Erfelijkheid
Examentrainer 2 Cellen ©JasperOut.nl.
BIO 42 Het centrale dogma.
Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 Soorten en namen. Wat gaan we doen vandaag?  Bespreken paragraaf 1  Maken paragraaf 1.
Celdeling, celgroei en ontwikkeling
Thema 3 Organen en cellen
Basisstof 1: Organen en weefsels
ERFELIJKHEID.
Zelfstandigheidproject 3 VWO
Basisstof 6: Niveaus in de biologie
Mitose Kerndeling.
Thema 4 DNA. Genotype - Fenotype genotype: de erfelijke eigenschappen die vastliggen in het DNA (in de genen). fenotype: alle uiterlijk waarneembare kenmerken.
LES 1:Basis van Genetica
Menselijke cel De cel is de kleinste functionele bouweenheid van het menselijk lichaam.
2 DNA ©JasperOut.nl.
Erfelijkheid. mitose Mitose = gewone celdeling Hierbij ontstaan cellen met hetzelfde aantal chromosomen als de moedercel De mitose zorgt voor vervanging.
Doelstellingen basisstof 1:
Chromosomen en waarom je op je ouders lijkt.
B1: Genotype en fenotype
Erfelijkheid Hoofdstuk 10 Kees van den Bergh.
ERFELIJKHEID.
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Genetisch materiaal onder de loep
Organen en cellen Thema 1.
Bouw, functie, onderdelen, transport
Wat is genetica? (hfdst 1 van ELF)
Cellen Bouwstenen van het leven
Thema 1 Cellen en Organen
Biologie   studie van het leven Wat is leven? Een unieke ordening van moleculen (ligt vast in DNA) Stofwisselingsprocessen (enzymen) Zelf kunnen.
Celkern Kernplasma. Kernmembraan met kernporiën.
Welvaartziekten kanker
DNA ‘is toch voordeliger’.
Organen en cellen.
Transcript van de presentatie:

Thema 3 Organen en cellen Basisstof 6: de celkern Thema 3 Organen en cellen

Celkern De celkern= het celorganel dat regelt wat er in de cel gebeurt. Celkern is aanwezig in plantaardige en dierlijke cellen.

DNA De celkern bestaat uit een kernmembraan, waarin kernplasma zit. In het kernplasma zitten DNA-moleculen. Kernmembraan Kernplasma DNA-molecuul

Chromosoom DNA-moleculen liggen niet los in het kernplasma. Ieder DNA-molecuul is ‘verpakt’ in eiwitten. Een chromosoom= DNA-molecuul + eiwitverpakking 1 chromosoom

Chromosomen Normaal kun je chromosomen niet zien met een microscoop. Als een cel zich gaat delen, worden chromosomen even dikker en korter. Dan kun je ze wel zien met een microscoop.

Hoeveel chromosomen? In de celkern van iedere lichaamscel van een mens zijn 46 chromosomen aanwezig. (Dus 46 DNA-moleculen in iedere cel) Lichaamscellen zijn alle cellen in het lichaam, behalve de eicellen (vrouw) en zaadcellen (man). In iedere celkern van een mens zijn dezelfde 46 chromosomen aanwezig.

Aantal chromosomen is verschillend per soort organisme Een mens heeft altijd 46 chromosomen (DNA moleculen) per lichaamscel. Een ander soort organisme heeft meestal een ander aantal chromosomen (DNA- moleculen) per lichaamscel.

DNA krijg je van je ouders, Het bevat al je erfelijke informatie Op de 46 chromosomen in een celkern zit alle erfelijke informatie die je hebt. In iedere celkern van iedere lichaamscel zitten diezelfde 46 chromosomen. Iedere celkern van iedere lichaamscel bevat dus al jouw erfelijke informatie. De functie die een cel heeft, bepaald welk deel van die informatie gebruikt wordt in die cel, en welk deel niet.

Chromosoom= een DNA-molecuul + eiwitverpakking DNA-moleculen zijn hele lange moleculen die eruit zien als een gedraaide ladder.

De treden van de ladder De treden zijn opgebouwd uit maar vier verschillende typen basen: A, T, C en G Iedere trede bestaat óf uit A-T óf uit C-G

Gen Een DNA-molecuul bevat informatie over verschillende erfelijke eigenschappen. Een stukje DNA waarin informatie zit over één erfelijke eigenschap, heet een gen. Bv. het gen voor oogkleur, het gen voor de vorm van de oren, het gen voor haarkleur) Op één DNA-molecuul zitten veel genen. En in iedere celkern zitten 46 DNA moleculen (bij de mens). Je hebt dus heel veel genen.

Gen aan of uit? In iedere cel zijn alle genen aanwezig, maar niet alle genen worden in elke cel gebruikt. De functie die een cel in je lichaam heeft, bepaalt welke genen in het DNA aan of uit staan. Bv. Het gen voor oogkleur heeft informatie over welke kleurstof (pigment) in het oog gemaakt wordt. In de cellen van het oog zal het gen voor oogkleur “aan” staan. In cellen van de lever is dat gen voor oogkleur niet nodig: in levercellen staat dat gen “uit”.

Haarcel: alle genen zijn aanwezig -oogkleur-gen= uit oogcel Haarcel: alle genen zijn aanwezig -oogkleur-gen= uit -melkallergie-gen = uit -wel/geen krulhaar-gen = aan Oogcel: alle genen zijn aanwezig -oogkleur-gen= aan -melkallergie-gen = uit -wel/geen krulhaar-gen = uit Darmcel: alle genen zijn aanwezig -oogkleur-gen= uit -melkallergie-gen = aan -wel/geen krulhaar-gen = uit darmcel