Les 10 voor 5 maart 2016
Paulus zette in zijn brieven de scene van de Grote Strijd uiteen:
“Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben.” (Romeinen 5:12) door geloof (v.1). Wij roemen in de hoop (v.2). Wij worden gerechtvaardigd Wij zijn niet bezorgd over problemen (v.3-5). Christus stierf voor ons terwijl wij nog zwakke zondaren waren (v.6-8). Wij zullen gered zijn bij het uiteindelijke oordeel (v.9-10) Wij verheugen ons in de verzoening (v.11).
Velen stierven (v.15) Het oordeel kwam voor veroordeling (v.16) Dood regeerde (v.17) Veroordeling kwam alle mensen toe (v.18) Velen waren tot zondaars gemaakt (v.19) Zonde overheerste (v.20) Gods genade en de gave overheersten (v.15) Het geschenk kwam voor rechtvaardiging (v.16) Degenen die Hem ontvangen, zullen in het leven regeren (v.17) Rechtvaardiging van leven kwam tot alle mensen (v.18) Velen zullen worden gerechtvaardigd (v.19) Genade was zelf overvloediger(v.20) “Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben.” (Romeinen 5:12)
“Want Gods medearbeiders zijn wij. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú.” (1 Korinthe 3:9) Hoe is de Kerk van Christus gebouwd? Het is als beplanten. Iemand zaait het zaad (predikt het evangelie). Anderen geven het water (onderwijzen). God doet het groeien (1Kor. 3:6). Wanneer de fundamenten gelegd zijn, Jezus Christus en de Apostelen, werkt ieder persoon mee daarop de Kerk te bouwen (1 Kor. 3:10-11). Een ieder van ons zal voor God verantwoordelijk worden gehouden voor hoe wij hebben gebouwd (1 Kor. 3:13-15). Als iemand de Kerk tracht te vernietigen, zal God hem vernietigen (1Kor. 3:16-17).
“De Heer heeft besloten, dat Zijn dienaren verschillende gaven hebben. Het is op Zijn aanwijzing dat mannen van verschillende denkwijzen de kerk in worden gebracht, om samen met Hem arbeiders te zijn. Wij moeten met veel verschillende denkwijzen omgaan, en daarvoor zijn verschillende gaven nodig. Gods dienaren moeten in perfecte harmonie samen werken. Ik dank de Heer dat wij niet allen precies hetzelfde zijn, terwijl wij dezelfde gezindheid moeten hebben — de gezindheid die in Christus woonde.” E.G. White (Deze Dag met God, 10 september)
“Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel.” (Efeziërs 6:11) WAARHEIDGERECHTIGHEIDHET EVANGELIE GELOOFZALIGHEIDHET WOORD
“En wanneer dit vergankelijke zich met onvergankelijkheid bekleed zal hebben, en dit sterfelijke zich met onsterfelijkheid bekleed zal hebben, dan zal het woord geschieden dat geschreven staat: De dood is verslonden tot overwinning.” (1 Korinthe 15:54) Er zou geen overwinning zijn als beiden, gelovigen en ongelovigen in het graf zouden eindigen. Paulus leerde dat onze overwinning verzekerd is; Christus’ opstanding is onze zekerheid. Zoals Christus is opgestaan, zullen ook wij opstaan. (1Kor. 15:20-22). Dus, onze hoop is niet gevestigd op dit leven, maar op het eeuwig leven dat Jezus ons bij Zijn Wederkomst zal geven. Dan, zal alles zijn zoals God dat oorspronkelijk voor Adam had gepland. Zonde en kwaad zullen een korte onderbreking zijn in de geschiedenis van dit plan; een beëindigde en vergeten strijd. “En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.” (1 Thessalonicenzen 4:17)
“Het grote verlossingsplan zal heel de wereld terugbrengen in Gods gunst. Alles wat door de zonde verloren ging, zal hersteld zijn. Niet slechts de mens, maar ook de aarde zal verlost zijn, om een eeuwige woonplaats te zijn voor de gehoorzamen. Gedurende zes- duizend jaar heeft satan gestreden om het bezit van de aarde. Nu is het oorspronkelijk doel van God dat Hij Zich bij de schepping had voor- genomen, in vervulling gegaan. “De heiligen der Allerhoogsten zullen het koningschap ontvangen, en zij zullen het koningschap bezitten tot in eeuwigheid” (Daniel 7:18). E.G. White (Patriarchen en Profeten, hfd. 29 – ‘Satans vijandschap jegens de wet, blz. 306 /307) editie 1977