'Iedere communicatie is beter dan geen communicatie'

Presentatie over: "'Iedere communicatie is beter dan geen communicatie'"— Transcript van de presentatie:

1 'Iedere communicatie is beter dan geen communicatie'
PHOSPHORUS 'Iedere communicatie is beter dan geen communicatie'

2 Substantie

3 Chemisch (Wikipedia) Fosfor is een scheikundig element met symbool P en atoomnummer 15. Het is een niet-metaal dat in verschillende kleuren kan voorkomen waarvan rode fosfor en witte fosfor - (vroeger) ook gele fosfor genoemd - het bekendst zijn. De naam heeft fosfor te danken aan het Griekse woord phosphoros, dat (net als het Latijnse woord lucifer) te vertalen is met "lichtdrager". Phosphoros was in de Griekse mythologie een van de personificaties van de planeet Venus.

4 Vroeger werd het giftige witte fosfor gebruikt voor lucifers
Vroeger werd het giftige witte fosfor gebruikt voor lucifers. In het verleden is fosfor ook veelvuldig gebruikt om mensen te vermoorden. Later werd het minder giftige en brandbare rode fosfor gebruikt voor lucifers. Tegenwoordig is fosfor vooral van belang in de landbouw voor de productie van kunstmest. Hiervoor worden geconcentreerde oplossingen van difosforpentoxide (P4O10) als basis gebruikt. Verder wordt fosfor toegepast bij het maken van veiligheidslucifers, pesticiden en tandpasta.

5 In de biologie speelt fosfor een belangrijke rol
In de biologie speelt fosfor een belangrijke rol. DNA en RNA bestaan voor een deel uit anorganisch fosfor en in de vorm van adenosine trifosfaat (ATP) is fosfor belangrijk voor de opslag en transport van energie. Botten bestaan voor een groot deel uit calciumfosfaat. In planten is fosfor van belang voor de ontwikkeling van wortels, voor de bloei en voor het rijpen van vruchten en zaden.

6 genius

7 Targetorganen HOLTEN: Hoofd. LONGEN. Hart. CIRCULATIE: Bloed. BLOED-VATEN. Aders. SLIJMVLIEZEN: MAAG. DARMEN. Longen (onderste). ZENUWEN: Hersenen. Beenderen: Bovenkaak. Scheen. Ruggegraat. Lever.

8 Modaliteiten ERGER: LIGGEN OP: LINKER- of pijnlijke kant. RUG. MINSTE OORZAAK: EMOTIES. Spreken. Aanraking. Geuren. Licht. KOUDE: HANDEN (in water). Open lucht. Zout. Puberteit. Seksuele uitspattingen. Weer: Plotse veranderingen. Winderig. Koud. Onweer Morgen en avond. Mentale vermoeidheid.

9 Modaliteiten BETER: Eten. Slaap. Koude: Voedsel. Water; in het gezicht. Wrijven (Magnetisch). Rechtzitten.

10 Algemeen Actief metabolisme. Groeit snel.
Verzwakking, begint haast ongemerkt en wordt geleidelijk erger, eindigt in ernstige of snel voortschrijdende ziekte. Terugkerende effecten, koude, kroep, bloedingen enz. BLOEDINGEN; uitscheidingen met sporen van bloed uit zweren enz. Ontbinding. Poliepen.

11 Algemeen Symptomen te wijten aan hart- en longaandoeningen.
Groot, elegant, nerveus en delicaat. Kwijnen. Verzuring. Zwakte in de gewrichten < inspanning. Leegte; in de borst, maag, enz. Acute zintuigen. Detail from Laennec at the Necker Hospital Auscultating a Tuberculosis Patient in Front of His Students, Theobald Chartran. Sorbonne, Paris, France. Photograph © 2001 Re´union des Muse´es Nationaux/Art Resource, New York. Reproduced

12 Algemeen BEKLEMMING; borst(links), hoest, enz. Pijn in Vlekken.
Inwendige verlamming; keel, rectum, enz. Inwendig jeuken, kietelen. Kloppen, hier en daar. Verdoofd. Trekkingen, plaatselijk; subsultus. Stijve gewrichten, met weinig pijn. Menselijke barometer.

13 Type Donker, schitterende ogen. Slank, tenger, sanguin type, sproetjes, mooie wimpers, glinsterende ogen, glanzend fijn (rood) haar, zien er jong uit. Speciaal loopje (totters while walking= wankelt/waggelt)

14 mind

15 Prikkelbaar en snel geïrriteerd. Gevoelig aan geluid en licht.
Angstig; angst om alleen te zijn, ‘s nachts, bij schemering, spoken, onweer, voor de toekomst, van dingen die uit hoeken komen gekropen. Snel uitgeput door onaangename indrukken. Krijgt het er warm van. Verlegen en besluiteloos. Intelligent, goed begrip maar geen langdurige studie. Slechte concentratie. Hebben vertrouwen, zijn aanhankelijk en snel gerustgesteld.

16 Veranderlijk, wisselvallig, beïnvloedbaar, oppervlakkig
Veranderlijk, wisselvallig, beïnvloedbaar, oppervlakkig. Emotioneel open en kwetsbaar, neemt symptomen over, (auto)suggestie, intuïtief, helderziend . Levendig, schrikt gemakkelijk. Schat zichzelf niet goed in, onbetrouwbaar, onvolwassen, beloven meer dan ze waarmaken. Kritisch Beminnelijk. Spraakzaam. Vriendelijk; hebben heel veel vrienden; houden van fysiek contact, maar zijn vluchtig, niet vasthoudend.

17 Onbegrensde fantasie. Artistiek, muzikaal, warmbloedig, extrovert
Onbegrensde fantasie. Artistiek, muzikaal, warmbloedig, extrovert. Charmeren hun omgeving en dwingen graag bewondering af. Heeft moeite om zich aan afspraken/werkverdeling te houden. Kunnen anderen en zichzelf gemakkelijk van alles wijsmaken. Zet graag de bloemetjes buiten Bezorgdheid voor de anderen, romantisch idealisme. Heeft publiek nodig. Heeft contact, communicatie nodig.

18 KINDEREN

19 Kinderen met humor, zelfspot.
Snel van begrip. Kinderen die te hard groeien, rusteloos, kunnen niet stilzitten. Zwakke zenuwen

20 Fysiek

21 Hoofd DUIZELIGHEID; begeleidt vele symptomen; gevoel van te zweven; bij het ontwaken; wervelend, > ontlasting. Hoofd, zwaar, pijnlijk boven één oog; hongerig; < kinderen; < op rechterzijde liggen; > koude. Branderig gevoel in de slapen. Koud achterhoofd. Kruin klopt. Roos. Kale plekken.

22 Ogen en oren Tranen, in wind.
Visioen; flitsen; halo’s; rood; groen; zwart; > schaduw; smalle gebieden; gekleurd, dan migraine. Choroiditis. Retinitis albuminurica. Groene Staar. Echo of nagalm in oren; doof voor menselijke stem. Oorontsteking; middenoor. Mastoiditis.

23 Neus Neus; nerveuze beweging van neusvleugels; neusloop, stroomt en stopt; op afwisselende kanten; gezwollen; cariës; zweren Bloedneus; bij jongeren; dan longontsteking; met hoest, enz. Niezen; < geuren, rook, enz. met kortademigheid. Dalende neusverkoudheden. Gevoelig aan geur. Bleek rond neus en mond.

24 Gezicht, tanden, mond, keel
Veranderlijk, ziekelijk gezicht; holle ogen, met blauwe kringen. Doof gevoel in de tanden. Tandvlees pijnlijk achter de snijtanden. Verhemelte jeukt. Abces op hard verhemelte. Zure smaak en oprispingen. Alsof iets van katoen in de keel zit. VERLANGT NAAR KOUDE DRANKEN DIE VERBETEREN, maar GEEFT KORT NADIEN OVER; na chloroform.

25 Geeft voedsel terug. Waterige oprisping. Razende honger; ‘s nachts; voorafgaand aan koortsaanvallen. Hunkert naar zout. Weigert wat hem aangeboden wordt. Branderig gevoel in slokdarm en maag, < eten. Druk in bovenbuik. Maag; LEEG, HOL GEVOEL; alsof maag afwezig is; < emoties; beven, fladderen of kantelen in de maag. Pijnlijke plek in bovenbuik. Wrijft over de buik voor >.

26 Ontlasting, zoals gekookte pap; korrelig; dun; hard; diarree, grijs, blauwachtig, waterig, spuitend, pijnloos, nerveus, onvrijwillig, uitputtend. Anus open; uitstulpend. Dysenterie. Plassen, daarna zwak. Vliesje op de urine. Periodieke albuminurie. Seksueel prikkelbaar, maar impotent. Langdurige menstruatie; vervangen door schrijnend witverlies.

27 Luchtwegen Onderdrukte ademhaling; < zo weinig mogelijk bewegen.
Benauwd, verstikkende ademhaling, < hoest. Larynx, rauw, gevoelig, harig; pijnlijk bij spreken. Stem, laag, hees, < avond; kinkhoestachtig, dan bronchitis. Hoesten; hard, piepend; droog; hevig; pijnlijk; kietelend; hortend; uitputtend; met kokhalzen, branden in de luchtwegen of beven; < temperatuursverandering, bij vreemden, lachend, inspanning of zingen. Fluimen; komen makkelijk, blauwachtig, roestachtig, zout, schuimend of koud. Longontsteking; l. long onderaan; secundair, met lethargie.

28 Borst Borst vol gevoel, zwaar; steken(l. boven); pijn in de keel of r. arm of afwisselende zijden; ratelend, < koude dranken. Droog, brandend gevoel in de borst met hoest, eerst droge dan losse hoest. Hart, pijn in de r. arm; heftige hartkloppingen bij het minste; tijdens kropgezwel, enz.; zwak; vervetting; bloeddrang Links pijn in de borstklieren. Borstklier abces.

29 Nek, rug en ledematen Tussen schouderbladen: kramp; brandend.
Ruggegraat: irritatie, < warmte. Pijn naar voor vanuit l. schouderblad. Scheurende pijn in l. schouder tijdens de nacht. Brandende plek in lendenstreek. Gevoelloze vingers en tenen. Handpalmen brandend gevoel.

30 Ledematen Verlammende steken in de heupen; dan in de rug.
Pijn in scheenbenen; periostitis. Enkels, alsof ze gaan breken. Onderdrukte zweetvoeten. Onvast; struikelt gemakkelijk. Ijskoude voeten. Kramp in de tenen.

31 Huid, Slaap Felle rode plekken. Dunne, vuile, bloederige pus. Pyemie.
Gele plekken op de buik. Geelzucht; als bijkomend symptoom. Huid brandt tijdens scheren. Vetbulten. Slapeloos; de ogen blijven niet gesloten door interne hitte. Slaperig tijdens de dag, slapeloos vóór middernacht. Slaap met korte dutjes. Droomt van vuur; wulps. Slaapwandelen.

32 Koorts Congestie naar het hoofd, longen, enz. Zwakke hartslag.
Kou in de kleine hersenen; in de knieën, in bed. Rillerig in een warme kamer; over de rug. Verlangt naar roomijs tijdens de rillingen. Brandende hitte in de rug, lokaal. Hectische koorts. Zweterig, plakkerig in de vroege morgen; geeft geen verlichting. Pijnloze koorts.

33 In beeld

34

35

36

37

38

39

40

41

42

43

44

45

46 Rubrieken Mind, anxiety, alone, when (p. 5) Mind, anxiety, future, about (p. 7) Mind, anxiety, hypochondriacal (p. 7) Mind, fear, alone, of being (See Company) (p. 43) Mind, fear, death, of (p. 44) Mind, fear, disease, of impending (p. 44) Mind, fear, happen, something, will (p. 45) Mind, fear, thunderstorm, of (p. 47) Mind, sympathetic (p. 86) Mind, talk, indisposed to, desire to be silent, taciturn (p. 86) Mind, thinking, aversion to (p. 87) Mind, timidity (p. 88)

47 Rubrieken - delusions body, scattered about bed, tossed about to get the pieces together (p. 22) chair is rising up (p. 22) ciphers, sees (p. 22) corner, sees something coming out of (p. 23) criminal, that he is a (p. 23) dead, persons, sees (p. 23) dead, that he himself was dead (p. 23) devils, present, are (p. 23) faces, sees, wherever he turns his eyes, or looking out from corners (p. 25) fire, visions of (p. 25) floating in air (See Vertigo) (p. 26) great person, is (p. 26) hanging, or standing high, seems as if (p. 26) identity, thinks she is someone else (p. 27)

48 Rubrieken - delusions images, phantoms, night (p. 27), frightful (p. 28) injury, is being injured (p. 28) insects, sees (p. 28) island, is on a distant (p. 28) murdered, that he would be (p. 29) noble, thinks he is a (p. 30) pursued, police, by (p. 31) rank, thinks himself a person of (p. 31) sick, imagines himself (p. 32) thieves, sees (p. 33) vermin, sees crawl about (p. 34) visions, evening (p. 34), horrible (p. 34) voices, hears (p. 34)

49 systeem

50 Core Delusion (Sankaran)
Alone on a distant island (Soul of Remedies): Gevoelig aan de mensen om hen heen Proberen aandacht te krijgen, door hun verschijning, hun manier van spreken, of de warmte die ze uitstralen Achter die gevoeligheid zit de idee dat ze niet genoeg aandacht, zorg en liefde krijgen en daardoor voelen ze zich onzeker Vandaar gaan ze op zoek naar meer gezelschap, meer vrienden enz. om de liefde te krijgen die ze missen. Situatie is dat van een kind dat niet de aandacht en liefde krijgt thuis en dit dan gaat zoeken bij vrienden buitenhuis. Ze hebben veel vrienden maar geen diepe, intieme vriendschappen. De ‘failed state’ is onverschilligheid, apathie, verstrooidheid. De waan ‘alone on a distant island’ creëert een enorme behoefte aan gezelschap.

51 Scholten (Elements) ‘You could imagine the original situation of Phosphorus being that of a person who suddenly finds himself in a completely unknown society, for instance a survivor of a ship wreck who lands in a strange country. He then has two options: either he withdraws and try to fend for himself or he tries to be adopted within this new culture. In order to do the latter he has to make contact with these new people as soon as possible. He has to find out how they think & feel and act the same way. So it is a matter of learning a new language, learning new customs, learning how to work with new tools etc. He has to be continuously open to new information, but also to the way these people feel, so that he can understand them and take over their norms & values. He also has to make friends in order to feel secure within this new society’.

52 Scholten 'Iedere communicatie is beter dan geen communicatie' 'Alle Menschen werden Bruder' De naam komt van het Griekse woord 'phosphorus', brenger van licht. Het werd ontdekt in 1669. Het bestaat in drie verschillende vormen: rood, wit and zwart. De witte licht op in het donker, maar is zeer onstabiel en gaat van wit naar geel naar rood onder invloed van licht. Fosfor ontbrandt zeer gemakkelijk, vandaar het gebruik in lucifers. Phosphaten, in de vorm an ATP, adenosine triphosphates, zijn belangrijke energiedragers in het lichaam. Phosphaten spelen ook een belangrijke rol in het zenuwstelsel.

53 Kernwoorden Stage 11-15 Containing Preserving Holding on Spreading
Continuing Expansion Full Enjoying Loss Forgiving Exchange Sharing Silicium series Relationships Family Other You Love Hate Communication Language learning Presentation Game Teenager Home Neighbourhood

54 Essentie: de boodschap verspreiden, communicatie
Genieten van communicatie: mededeelzaam. Uitwisselen in relaties: communicatie. Behoeden van relaties. Genieten van relaties: vrienden. Delen met de familie: broers. Uitwisselen met anderen: verspreiden. Uitwisselen van liefde. Uitbreiding van de liefde: sympathiek. Vasthouden aan de buurt: heimwee. Behouden binnenshuis. Delen van relaties. Uitwisselen met anderen: leren. Angst voor verlies van de relaties.