De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Optimaliteitstheorie in de fonologie Dirk-Bart den Ouden 19 februari 2004.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Optimaliteitstheorie in de fonologie Dirk-Bart den Ouden 19 februari 2004."— Transcript van de presentatie:

1 Optimaliteitstheorie in de fonologie Dirk-Bart den Ouden 19 februari 2004

2 Terminologie Lettergrepen: s p r i n t Onset PiekCoda

3 Terminologie Lettergrepen: –Onset, Piek, Coda Morfemen

4 Terminologie Lettergrepen: –Onset, Piek, Coda Morfemen –De kleinste betekenishebbende delen van een woord huisbaas

5 Terminologie Lettergrepen: –Onset, Piek, Coda Morfemen –De kleinste betekenishebbende delen van een woord huisbaas (Hij) wandelt huisbazin achttien kerken koffiekopje

6 Tibetaans Probleem ju‘tien’ jig‘een’ jugjig‘elf’ ši‘vier’ jubši‘veertien’ šibju‘veertig’ gu‘negen’ jurgu‘negentien’ gubju‘negentig’ N a‘vijf’ ju N a‘vijftien’ N abju‘vijftig’

7 Tibetaans Probleem ju‘tien’bju jig‘een’gjig jugjig‘elf’bjugjig ši‘vier’bši jubši‘veertien’bjubši šibju‘veertig’bšibju gu‘negen’rgu jurgu‘negentien’bjurgu gubju‘negentig’rgubju N a‘vijf’ N a ju N a‘vijftien’bju N a N abju‘vijftig’ N abju Lettergrepen hebben geen complexe ‘onset’, maar zijn strict CV(C)

8 Tibetaans Probleem Constraint: No Complex Onsets Dit is de werkelijke generalisatie Het is echter ook mogelijk om het proces te beschrijven in operationele termen, gebaseerd op regels: C  Ø / #___CV

9 Tibetan Problem

10 Constraints Relevantie voor fonologische theorie: –Constraints zijn teleologisch: ze beschrijven einddoelen, de output, en zwijgen over hoe die doelen bereikt moeten worden. –Een regel is een ‘pakketje’ dat een bepaalde input neemt en beschrijft wat daarmee gedaan moet worden; regels zwijgen over hoe de uiteindelijke output er uit zou moeten zien. –Dus, overtuigende voorbeelden van homogeniteit van doel/heterogeniteit van middel ondersteunen constraint- based theorieën, tegenover rule-based theorieën.

11 Hiatus Verboden! Hiatus: opeenvolging van klinkers van verschillende lettergrepen: aorta Veel talen vermijden hiatus (en in geen enkele taal is het verplicht). In veel talen werkt dus de volgende constraint: No-Hiatus:*…V] σ σ [V… Maar HOE wordt aan deze constraint voldaan?

12 Hiatus Verboden! Klinkerdeletie Yoruba (Casali 1997, Pulleyblank 1998) onderliggendglossoppervlakte ra  d  bananen kopenr  d  lo as  stof gebruiken las 

13 Hiatus Verboden! Glijdervorming Rio Grande Valley Spaans (Hutchinson 1974) OrthografieTranscriptieOrthografieTranscriptie mi ultimamyúltimatu hijotwíxo mi hebramyé  ratu epocatwépoka mi obramyó  rasu Homeroswoméro mi arbolmyár  oltengo hipo teNg wípo pague ochopa  yóc  ocomo Evakomwé  a porque avecesporkya  éseslo hablalwá  la me urgemyúrxetu almatwálma

14 Hiatus Verboden! Consonant-epenthese Nederlands (Booij 1995) a. V 1 is mid of hoog: inserteer een glijder bioscoop[bij ] skop] zee+en[zej c n] Boaz[bo Ÿc s] b. V 1 is laag en V 2 is geaccentueerd: inserteer § (glottisslag) paella[pa §  lja] aorta[a §  rta] c. Maar als V 2 niet geaccentueerd is, blijft de hiatus bestaan chaos[xá. ] s] farao[fára.o]

15 Hiatus Verboden! Infixatie Timugon Murut (McCarthy en Prince 1993a, 1994, Prentice 1971) a. Consonant-initiële woorden: SimpelGeredupliceerd buludbubulud‘heuvel/richel’ limolil.mo‘vijf/ongeveer vijf’ b. Klinker-initiële woorden: ulampoy ulalampoygeen gloss abalan ababalan‘wast/wast vaak’

16 Hiatus Verboden! Klinkerdeletie Glijdervorming Consonant-epenthese Infixatie Allemaal verschillende processen, met hetzelfde doel, namelijk het vermijden van hiatus.

17 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Dus, waarom is (a) nou de beste output? We hebben vastgesteld welke constraint achter de alternantie zit, maar aan deze constraint kan op meer dan één manier worden voldaan.

18 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Een constraint-based theorie weerspiegelt de observatie dat al deze kandidaten verschillende oplossingen voor hetzelfde probleem vormen (nl. complexe onsets) Hoe aan een bepaalde constraint zal worden voldaan (en zelfs OF er wel aan zal worden voldaan), hangt af van andere constraints en hoe zwaar deze relatief wegen binnen een taal. Hoe belangrijk ze zijn, dus.

19 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Er bestaat een constraint tegen een ‘mismatch’ tussen input and output: Max-IO (“Elk element in de input is een element in de output”). Blijkbaar is *COMPLEX- ONSET belangrijker dan deze constraint (zie (a)), maar het is ook weer niet nodig om Max-IO twee keer te schenden (zoals in (d)) om te voldoen aan *COMPLEX- ONSET. (d) zou overigens in iedere denkbare taal merkwaardig zijn, omdat er geen reden is waarom complexe onsets volledig weggelaten zouden moeten worden, terwijl enkelvoudige onsets gewoon mogen blijven bestaan  overkill!

20 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Er is nog een, vergelijkbare, constraint tegen ‘mismatch’ tussen input en output: Dep-IO (“Elk element in de output is een element in de input”). Deze constraint blokkeert epenthese, maar ook substituties.

21 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Kandidaat (e) vormt een schending van Max-IO (inputklanken /b/ and /š/ worden allebei gedeleerd), maar ook van Dep-IO (er is een klank toegevoegd, /k/, die geen onderdeel uitmaakt van de input): Overkill !!

22 Tibetaans Probleem InputOutputkandidaten /bšibju/a.  [šib]  [ju]  b.[bib]  [ju]  c.[b c ]  [šib]  [ju]  d.[ib]  [ju]  e.[kib]  [ju]  Als er dan toch gedeleerd moet worden, geniet het de voorkeur om materiaal van de randen van lettergrepen te nemen, in plaats van binnen lettergrepen. De constraint die hiervoor zorgt heet CONTIGUITY.

23 Optimaliteitstheorie Outputconstraints beogen een bepaald ‘doel’, ongeacht hoe dit bereikt moet worden. Gemarkeerdheidsconstraints kunnen met elkaar in conflict zijn –een klank of structuur is gemarkeerd t.o.v. een andere klank of structuur als zij fysiek ‘moeilijker’ is, minder vaak voorkomt, later wordt verworven door kinderen, etc.

24 Bijvoorbeeld: Segmentele gemarkeerdheid in onsets en codas (de randen van de lettergreep) Sonoriteitshiërarchie plosieven < fricatieven < nasalen < liquiden < glijders < hoge klinkers < lage klinkers (achter < voor) Beste randen Beste pieken Optimaliteitstheorie p, t, kf, s, xn, ml, rj, w ui a

25 Constraints (bijvoorbeeld): *M/iGeen /i/ in de onset of coda *M/uGeen /u/ in de onset of coda *M/tGeen /t/ in de onset of coda Optimaliteitstheorie plosieven < fricatieven < nasalen < liquiden < glijders < hoge klinkers < lage klinkers (achter < voor) Beste randen Beste pieken p, t, kf, s, xn, ml, rj, w ui a

26 Constraints (bijvoorbeeld): *M/iGeen /i/ in de onset of coda *M/uGeen /u/ in de onset of coda *M/tGeen /t/ in de onset of coda Deze constraints hebben een vaste, universele volgorde van belangrijkheid, zodat, all else being equal, /i/ nooit een betere onset of coda kan zijn dan /u/ of /t/, en /t/ nooit een slechtere onset of coda kan zijn dan /u/ of /i/ Optimaliteitstheorie

27 In een taal die geen diftongen toestaat (zoals het Nederlandse ui, of de klank in het Engelse late), is de volgende constraint zeer belangrijk, dus ‘hoog gerangschikt’: NoComplexNucleus Slechts één klank in de lettergreep-piek Optimaliteitstheorie

28 NoComplexNucleus Slechts één klank in de lettergreep-piek input outputkandidaten constraints constraint-schendingen Optimaliteitstheorie

29 NoComplexNucleus Slechts één klank in de lettergreep-piek Maar hoe zit het met de eis dat lettergrepen een onset hebben? Dit is een belangrijke eis in veel talen. Constraint: OnsetLettergrepen hebben onsets Optimaliteitstheorie

30 In onze voorbeeldtaal, waar input /iu/ eruit komt als output [iw], is de rangschikking als volgt: Maar het is ook goed mogelijk om je een taal voor te stellen waarin de onsetconstraint het meest belangrijk is: /iu/  [ju] Optimaliteitstheorie

31 Als je diftongen wilt vermijden, waarom laat je dan niet simpelweg een van de klinkers weg, of stop je er een epenthetische consonant tussen? Faithfulness/Correspondence Max-IOelk element in de input is een element in de output Dep-IOelk element in de output is een element in de input Optimaliteitstheorie

32

33 Berber Syllabificatie In het Berberse Imdlawn Tashlyhyt dialect, bestaan lettergrepen met de volgende typen pieken (vetgedrukt):

34 Optimality Theory We weten dat lettergreeppieken het liefst bestaan uit klinkers, of in ieder geval uit klanken met een hogere sonoriteit dan de omliggende klanken. Er bestaan talen waarin alleen lettergreeppieken mogelijk zijn die bestaan uit klinkers. Er bestaan geen talen met alleen maar medeklinkers als lettergreeppiek. Constraint Hnuc pieken hebben een zo hoog mogelijke sonoriteit

35 Optimaliteitstheorie OT tableau Berber OT tableau Nederlands

36 constraints op lettergreepstructuur Onset Alle lettergrepen moeten onsets hebben Nucleus Alle lettergrepen moeten een piek hebben *Coda Lettergrepen mogen geen coda’s hebben *Complex Randen en pieken mogen niet complex zijn Optimaliteitstheorie

37 constraints op lettergreepstructuur Onset Alle lettergrepen moeten onsets hebben Nucleus Alle lettergrepen moeten een piek hebben *Coda Lettergrepen mogen geen coda’s hebben *Complex Randen en pieken mogen niet complex zijn Geen schendingen  CV is universeel het minst gemarkeerde lettergreeptype Optimaliteitstheorie

38


Download ppt "Optimaliteitstheorie in de fonologie Dirk-Bart den Ouden 19 februari 2004."

Verwante presentaties


Ads door Google