De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Youth & Use chilling or killing?

Verwante presentaties


Presentatie over: "Youth & Use chilling or killing?"— Transcript van de presentatie:

1 Youth & Use chilling or killing?
PAOG 18 oktober 2011 dr. I.J.J. Aben

2 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

3 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

4 Chilling or killing? Filmpje Filmpje2

5 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

6 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Het gebruik onder jarigen bleef stabiel (ca. 75%). Onder jarigen daalde het zelfs van 47 naar 32%. Onjuist Het alcoholgebruik onder jongeren (12-18 jr.) steeg de laatste jaren (2003 – 2007). (Nationale drug monitor 2009)

7 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Het cannabisgebruik onder middelbare scholieren is zowel bij meisjes als bij jongens de laatste jaren ( ) afgenomen. Onder reguliere middelbare scholieren (12-18 jr.) is het aantal recente gebruikers geleidelijk afgenomen tot 6% van de meisjes en 10% van de jongens. Juist -Onder REC-IV leerlingen (incl. pro + lwoo) is het gebruik hoger: 41% van de 16jr. vgl met 13% van hun peers Ook meer andere drugs bij deze groep -Percentage jongens dat al cannabis gebruikte op heel jonge leeftijd (<14) nam af van 21% naar 13% (Nationale drug monitor 2009)

8 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! ‘Heavy drinking’ (>6E op ten minste 1 dag/week) is de laatste jaren, tussen 2001 en 2008, afgenomen. Het percentage zware drinkers (12 jr en ouder) is afgenomen van 14 naar 10% (1,4 miljoen mensen). De afname geldt voor alle leeftijdscategorieën. Juist (Nationale drug monitor 2009)

9 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Het cannabisgebruik onder scholieren is in Nederland hoger dan in andere Europese landen waar geen gedoogbeleid wordt gevoerd. Het gebruik is het hoogste in Spanje (20%) en even hoog in Frankrijk (15%) Onjuist In Italië, België en UK iets lager (respo. 13, 12 en 11%) In de overige Europese landen tussen 1 en 10% (afhankelijk van kwaliteit van registratie) (Nationale drug monitor 2009)

10 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Door stijging van het aantal probleemgebruikers van cannabis is het aantal dat hulp zoekt tussen 1994 en 2008 verviervoudigd. Het aantal verwijzingen naar ambulante verslavingszorg steeg van ca naar ca (over alle leeftijdsgroepen). Dit kan echter ook wijzen op betere gezondheidszorgfaciliteiten en vroeger hulpvragen. Onjuist -Ca. 15% van de hulpvragers <20jr. (stabiel gegeven) -Meer dan 50% gebruikte ook andere middelen. -Slechts 57 verwijzingen naar algemeen ziekenhuis primair voor cannabisproblemen maar 476 voor problemen agv cannabis (secundair). Een kwart daarvan primair verwezen ivm psychose. -ca jarigen cannabisafhankelijk; ca cannabismisbruik (Nationale drug monitor 2009)

11 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Cocaïne is vooral populair bij hoogopgeleide workaholics (30-40-jarigen) in het bank- en bedrijfsleven. Onder partygangers blijft het relatief zeldzaam (<5%). Het gebruik van cocaïne is vooral hoog onder partygangers (12%) en club- en discotheekbezoekers (3-6%). Onjuist -Onder scholieren in regulier onderwijs (12-18jr.) is het ‘gebruik ooit’ tussen 1996 en 2007 afgenomen van 3% naar 1,7%. Recent gebruik bleef stabiel (ca. 1%) . -Er is een grote toename geweest van hulpvragers tussen 1994 en 2004 (van tot ivm primair cocainegebruik), daarna stabiel. -Er is een lichte stijging van het aantal opnames in een algemeen ziekenhuis (2008: 131 primair, 617 secundair) -Europees gezien is Nederland een middenmoter (Nationale drug monitor 2009)

12 (Nationale drug monitor 2009)
Use your brain! Speed en XTC zijn beide pepmiddelen maar bevatten niet dezelfde werkzame stof: speed bevat amfetamine, XTC bevat MDMA. Speed wordt veelal gesnoven, XTC meestal geslikt. XTC wordt in de party-scene meer gebruikt dan speed: 24% vs. 7%. XTC is in tegenstelling tot speed en cocaïne niet snel verslavend en leidt zelden tot een hulpvraag. Juist -Onder scholieren in regulier onderwijs (12-18jr.) is het gebruik van zowel speed als XTC tussen 1996 en 2007 afgenomen. In 2007 had 2,4% ooit XTC en 1,9% ooit speed gebruikt, terwijl 0,8% recent gebruikte (betreft zowel XTC als speed). -Problematisch XTC-gebruik als primaire diagnose neemt af: 191 gevallen in 2008 (239 in 2007), wel driemaal zo vaak als sec. diagnose (571 in 2008) -Het aantal speed gebruikers dat hulp zocht verdrievoudigde tussen 2001 en 2007 tot (= 2-4% van het totale aantal hulpvragers). -Europees gezien is het gebruik van speed in Nederland relatief laag (Nationale drug monitor 2009)

13 Use your brain! GHB = gammahydroxyboterzuur, een narcosemiddel dat sinds de jaren 90 als partydrug en afrodisacum wordt gebruikt. Het werkt ontremmend en licht euforiserend. Juist In 2007 had 0,6% van jarigen het ooit gebruikt. GHB is net als alcohol een verdovend middel en wordt onder reguliere midelbare scholieren zelden gebruikt. -Het gebruik onder REC-IV scholieren (7%), jongeren in zorg (7%), in het uitgaansleven (4,6%) en onder club- en discogangers (1-2%) is hoger. -Het gebruik verspreidt zich van de Randstad naar andere delen van het land. -GHB is moeilijk te doseren en gevaarlijk bij overdosering (o.a. bewusteloosheid/’out gaan’, misselijkheid, incontinentie, angstaanvallen). Het aantal incidenten verviervoudigde tussen 2003 en 2008 tot 980. -GHB is verslavend en acute onttrekking kan tot hevige verschijnselen leiden: angst, sidderingen, slapeloosheid. -GHB is relatief goedkoop en makkelijk te maken (Nationale drug monitor 2009)

14 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

15 In alle stadia is misbruik mogelijk!!
Fasen van gebruik Kennismaken Experimenteren Geïntegreerd gebruik Excessief gebruik (misbruik) Verslaving In alle stadia is misbruik mogelijk!!

16 Signalen herkennen Somatisch Psychologisch Sociaal
Anorexie, snelle gewichtsdaling, wijde/nauwe pupillen, jeuk/krabben, sedatie/anergie, slapeloosheid, etc. Psychologisch Somberheid, concentratiezwakte, nalatigheid, afstandelijkheid, desinteresse/onverschilligheid, interesse voor middelen, gedragsproblemen, ‘ongelukjes’, maandagmorgen ‘blues’ Sociaal Problemen met naasten, verlies van vrienden/verandering van vriendenkring, isolement, schoolverzuim, slechtere schoolprestaties, politie/justitie

17 Misbruik Een patroon van onaangepast gebruik van een middel
dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt Eén of meer van (periode 12 mnd): Herhaaldelijk gebruik, waardoor verzaken van verplichtingen (werk, school, thuis) Gebruik in gevaarlijke situaties (bijv. autorijden) Herhaaldelijk in aanraking komen met justitie (middelen gerelateerd) Persisterend gebruik ondanks aanhoudende problemen (DSM-IV)

18 Afhankelijkheid Een patroon van onaangepast gebruik van een middel
dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt Drie of meer van (periode 12 mnd): Tolerantie Onthoudingsverschijnselen Gebruik van grotere hoeveelheden, langere tijd Gebruikersgedrag is tijdsintensief Beperkt sociaal-maatsch. functioneren Willen maar niet kunnen stoppen Volharding in gebruik ondanks besef van negatieve gevolgen (DSM-IV)

19 Overzicht risicofactoren
Micro Lage intelligentie Moeilijk temperament Slechte schoolcijfers Laag opl. niv. ouder(s) Psychische problemen ouder(s) Antisociaal gedrag ouder(s) Geweld/conflicten Verwaarlozing Ingrijpende gebeurtenissen Meso Isolement Conflicten Gebrekkige sociale verbindingen Kansarme buurt Delinquente vrienden Peer rejection Geen band met school Macro Gebrekkige opleiding Afwijkende subculturele normen en waarden Culturele minderheids-groepering Economische crisis Werkloosheid Discriminatie

20 Beïnvloedende factoren
Biopsychosociaal model Biologisch Erfelijke kwetsbaarheid, psychiatrische ziekten (schizofrenie, bipolaire stoornissen, angst, depressie, ADHD, eetstoornissen etc.) Psychologisch Temperament, persoonlijkheid/-stoornissen (copingsvaardigheden, moeite met aanpassen, stemmingswisselingen, gedragsstoornissen, hyperactiviteit/impulsiviteit sensation seeking, beïnvloedbaarheid, terugtrekgedrag, etc.), delinquent gedrag Sociaal Gezinskenmerken (KOPP/KVO, pedagogische stijl, betrokkenheid, conflicten), peer-group pressure, schoolproblemen, etc.

21 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

22 Motivatie cyclus Proschaska & Di Clemente

23 Motiverende gespreksvoering
Gespreksattitude -motivatie komt uit de patiënt, niet van buitenaf -het is de taak van de patiënt zijn/haar ambivalenties op te lossen -de gesprekstoon en tempo zijn rustig en uitnodigend -directe overreding helpt hierbij niet -wel directief in helpen om ambivalentie te onderzoeken en op te lossen -motivatie is geen ‘trait’ maar fluctueert met de interpersoonlijke interactie -geen doctor-centered houding maar (gespreks)partner Miller & Rollnick (1999)

24 Motiverende gespreksvoering
Gesprekstechnieken -reflectief luisteren ter exploratie van het referentiekader van patiënt -accepteren en bevestigen van (de uitspraken van) de patiënt -ontlokken en bekrachtigen van ‘veranderuitspraken’* -monitor de veranderbereidheid, vermijd weerstand door te proberen te overreden -bevestig de patiënts vrijheid om eigen keuzes te maken * Zelf-motiverende uitspraken, eigen probleeminzicht, zorgen, verlangens en intenties om te veranderen, verandercapaciteit Miller & Rollnick (1999)

25 Motiverende gespreksvoering
MGV MVG2

26 Motiveren bij de GGD Motiverende gespreksvoering als risicozorg
Neem de tijd Betrek ouders maar spreek de jongere (ook) alleen Streef niet naar motivatie voor behandeling maar voor een vervolggesprek

27 Programma Chilling or killing? (filmpjes) Use your brain (quiz)
Vroegsignalering Motivatie voor behandeling Behandelaanbod J&M

28 Behandeling J&M Aanmelding Intake Diagnostiek
Verwijzers: BJZ, huisartsen, jeugdartsen, specialisten Toeleiders: o.a. school, 1e lijns psychologen, Jeugdzorg Intake Probleemanamnese, speciële anamnese (gebruik), tractusanamnese (neurol., psychiatrische), gezinsanamnese, sociale anamnese, VG, FA, etc. Mentale status Hulpvraag, motivatie Diagnostiek Psychiatrisch onderzoek, psychologisch onderzoek, gezinsonderzoek, somatisch onderzoek Adviesgesprek/behandelplan Overeenstemming diagnose? Motivatie? Individueel of gezinsbenadering?

29 Casemanagement Coördinerende schakel tussen hulpverleners
Huisarts, BJZ, schoolmaatschappelijk werk, etc. Hulp bij maatschappelijke vragen Gericht op het leven weer op de ‘rails’ krijgen Beschikbaarheid voor ‘crisis’ tijdens kantooruren Individuele ‘leefstijl’-trainer

30 Leefstijltraining (ca.10 sessies)
Motivering Motivatiecyclus (Prochaska & Di Clemente) Motiverende gesprekstechniecken (Miller & Rollnick) Psycho-educatie CGT principes Gebruiksregistratie dagboek, functionele en holistische analyse, de 5 G’s, cue exposure met responsepreventie Terugvalpreventie en ‘harm reduction’ Signalerings- en hanteringsplan Keuzethema’s Sociale vaardigheden, sociaal netwerk, leren ontspannen, omgaan met geld, vrijetijdsbesteding, etc.

31 Urinedrugscreening Vertrouwen herstellen van de omgeving
Extra motivatie Controle op risicogedrag Bij positieve test niet sanctionerend optreden maar stimuleren van functionele coping

32 Ouderbegeleiding Ouders betrekken bij behandeling
Gemeenschappelijke probleemdefinitie Psycho-educatie Herstellen ouder-kind relaties Pedagogische ondersteuning Taxatie gezinsproblematiek

33 Farmacotherapie Vermindering onthoudingsverschijnselen
Vermindering zucht Substitutie Behandeling co-morbiditeit (bijv. ADHD)

34 Ambities voor de toekomst
Evidence-based behandelstrategieën Gezinstherapie (MDFT, MSFT) Zelfhulp; Internetbehandeling Community reinforcement approach? Contingency management? Behandelsettingen: ook dagbehandeling Academisering / Regionaal expertise centrum

35 Dank voor uw aandacht Vragen?

36 Risicogedrag en druggebruik
“Drugs zijn alle stoffen die inwerken op het centraal zenuwstelsel en om die reden worden gebruikt”

37 Werking van drugs? Verdovende drugs
Alcohol, opiaten, kalmeringsmiddelen, slaapmiddelen, GHB Stimulerende drugs XTC, speed, cocaine, koffie & thee Waarnemingsveranderende drugs XTC, cannabis, LSD, paddo’s

38 Verdovend: Verlaagde hartslag, ademhaling, lichaamstemperatuur, bloeddruk Verkleinde pupillen, vertraagde reflexen Ontremming, verlaagd bewustzijn in verschillende gradaties Verwardheid, desoriëntatie

39 Stimulerend: Verhoogde hartslag, lichaamstemperatuur, ademhaling, bloeddruk, reflexen Vertraagde stofwisseling Vergrote pupillen Hartkloppingen Risico op uitdroging, insulten

40 Bewustzijnsveranderend:
Coördinatiestoornissen, desoriëntatie, derealisatie, depersonalisatie Droge mond en keel, slikstoornis Afwisselend overmatig beweeglijk en dan weer stram en stijf Overschatting van eigen vermogens, suïcidaal

41 Welke middelen?

42 Welke middelen zijn ‘hot’?
Paddo’s GHB Ketamine Khat Heroine Tabak Alcohol Cannabis XTC (MDMA) Amfetaminen Cocaine Crack / basecoke

43 Alcohol Alcohol ontstaat door gisting van granen of vruchtensuikers
In elk standaard glas zit evenveel pure alcohol, namelijk 10 gram Alcohol is voor het lichaam een schadelijke stof.

44 Risico's van alcohol Dingen doen waar je spijt van krijgt
Lichamelijke klachten: lever, maag, hersenen, hart en bloedvaten , zenuwstelsel en kanker Gevaar bij verkeersdeelname Geweld tijdens het uitgaan Ongevallen thuis en op het werk Lichamelijk en geestelijk verslavend

45 Hasj en wiet Hasj en wiet (marihuana) zijn afkomstig van de hennepplant, de cannabis sativa De hennepplant wordt al duizenden jaren gekweekt voor haar vezels, zaden en olie Men kan het roken, eten en drinken

46 Effecten van hasj en wiet
Euforische stemming Versterking zintuiglijke prikkels/ waarneming veranderd Onverschilligheid Honger “vreetkick” Lach- en giechelbuien “lachkick” Lacunes in korte-termijn- geheugen

47 Risico’s van hasj en wiet
Schadelijk voor de luchtwegen Negatieve invloed op psychische klachten Desinteresse in andere zaken/ ontnemen van ambities (zorgeloosheid)‏ Geestelijk verslavend

48 Speed Amfetaminen zijn langs chemische weg gefabriceerde stimulerende middelen In het verleden zijn amfetaminen in de geneeskunde gebruikt tegen depressies en als eetlustremmer Men kan het slikken, spuiten en snuiven

49 Effecten van Speed Oppeppend effect, lichaam en geest
Actief, alert, zelfverzekerd Prikkelbaar, onrustig Knarsetanden, snel bewegen van kaken Angstig, met name bij uitwerking Na zo'n 4 tot 8 uur is de speed uitgewerkt

50 Risico’s van Speed Hoge hartslag en bloeddruk Gewichtsverlies
Oververhitting Uitdroging Ernstige depressieve klachten Chronische vermoeidheid, Slapeloosheid Geestelijk verslavend

51 Nationale prevalentie:
Risicogebruikers alcohol Alcohol verslaafden opiaatverslaafden Risicogebruikers Cocaïne Medicatie verslaafden (benzo’s/ opiaatachtige pijnstillers) Gokverslaafden Gebruikers van soft-drugs -MEER dan een miljoen mensen met problematisch alcoholgebruik. Onzichtbaar probleemgebruik moeilijk te traceren. -Opiaten (m.n. heroine) steeds minder gebruikt -Cocaine begin 21ste eeuw toegenomen, nu stabiel -Grote groep afhankelijk van medicijnen (vgl. Risicogebruikers alcohol en gebruikers van softdrugs!) -”Computerverslaving” nog niet gemeten Bron: NDM 2005

52 Hoe groot is het probleem?
Alcohol Nicotine Cannabis Andere Algemene bevolking (2005) – % actueel 78% ,5% ,4% 0,3-0,4 – Trend ↔ ↓ ↔ ↔ – Internationaal: = = (↓) /- Jeugd (2003) – % actueel 58% % % ,5-1,2% – Trend J: ↔ ↓ J: ↓ /- M: ↑ M: ↔ – Internationaal (15/16 jr.) ↑ = = /- -XTC en amfetaminen (speed) houden gelijke tred -Alcohol verreweg de meest gebruikte drug (zowel bij volwassenen als jongeren), toenemend bij meisjes en vergeleken bij buitenland fors onder jongeren. -Alcohol, cannabis en harddrugsgebruik ongeveer 2x zoveel bij jongens als meisjes (niet weergegeven) -Minder gebruik onder jongeren met islamitische achtergrond. -Gecombineerd gebruik (niet weergegeven), omdat effecten elkaar aanvullen, omdat negatieve bij-effecten van de ene door de andere worden tegengegaan, of zonder reden. Stepping-stone-theorie (gebruik van softdrugs mondt uit in harddrugs) nooit bewezen. Wel door zich begeven in subcultuur waar gebruik van bepaald middel veel voorkomt, kans groter om zelf ook te gaan gebruiken. Bron: Nationale Drug Monitor 2007

53 Hoe groot is het probleem?
13 16 ooit actueel Alcohol 79% 43% Tabak 60% 32% Cannabis 6.8% 2.9% XTC % 0.3% Cocaïne 1.1% % Speed 1.3% 0.4% ooit actueel 91% 77% 60% 32% 28% 14% 5.6% 2.3% 4.0% % 3.4% 1.1%


Download ppt "Youth & Use chilling or killing?"

Verwante presentaties


Ads door Google