TIEN DINGEN DIE GOD NIET ZAL

Presentatie over: "TIEN DINGEN DIE GOD NIET ZAL"— Transcript van de presentatie:

1 TIEN DINGEN DIE GOD NIET ZAL
VRAGEN OP DE DAG: Klik linkermuis of spatiebalk voor volgende pagina

2 1. God zal niet vragen in wat voor auto je hebt gereden
1. God zal niet vragen in wat voor auto je hebt gereden. Hij zal vragen hoeveel mensen je vervoerd hebt, die geen vervoer hadden. 

3 2. God vraagt niet hoeveel vierkante meter je huis is
2. God vraagt niet hoeveel vierkante meter je huis is. Hij zal vragen hoeveel mensen je verwelkomt hebt in jouw huis.

4 3. God zal niet vragen hoeveel kleren je in de kast had hangen
3. God zal niet vragen hoeveel kleren je in de kast had hangen. Hij zal je vragen hoeveel mensen je hebt geholpen om aan kleding te komen.

5 4. God vraagt niet hoe hoog je hoogste salaris was
4. God vraagt niet hoe hoog je hoogste salaris was. Hij vraagt alleen hoe je zover bent gekomen.

6 5. God vraagt niet welke titel je functie heeft
5. God vraagt niet welke titel je functie heeft. Hij vraagt of je je werk zo goed mogelijk hebt uitgevoerd naar je kwaliteiten.

7 6. God vraagt niet hoeveel vrienden je had
6. God vraagt niet hoeveel vrienden je had Hij vraagt je voor wie jij een vriend was.

8 7. God vraagt niet in wat voor buurt je hebt gewoond
7. God vraagt niet in wat voor buurt je hebt gewoond. Hij vraagt je hoe jij je buren hebt behandeld.

9 8. God vraagt je niet naar je uiterlijk
8. God vraagt je niet naar je uiterlijk. Hij vraagt naar de inhoud van je karakter.

10 9. God vraagt niet waarom het zolang duurde tot je bij Hem verlossing zocht. Hij zal je liefdevol naar je plaats in de hemel brengen en niet naar de poorten van de hel.

11 10. God hoeft je niet te vragen aan hoeveel mensen je dit gestuurd hebt. Hij wist je beslissing al.

12 Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden.
Jezus sprak: Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten. Gelukkig wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid, want zij zullen verzadigd worden. Gelukkig de barmhartigen, want zij zullen barmhartigheid ondervinden. Gelukkig wie zuiver van hart zijn, want zij zullen God zien. Gelukkig de vredestichters, want zij zullen kinderen van God genoemd worden. Gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden, want voor hen is het koninkrijk van de hemel. (Mattheüs Evangelie Hoofdstuk 5:3-10)