Hofstelsel en horigheid

Presentatie over: "Hofstelsel en horigheid"— Transcript van de presentatie:

1 Hofstelsel en horigheid

2 Economische situatie Na de val van het West Romeinse rijk werd Europa weer een agrarische samenleving (handel, handwerk, geld en steden weg) Samenleving was autarkisch -eigen voedsel verbouwen -eigen spullen maken -zichzelf verdedigen Men maakte gebruik van het 3-slagstelsel -wintergraan -zomergraan -braak laten liggen (vee laten grazen)

3 Domaniale stelsel(hofstelsel)
Grootgrondbezitters bezaten domeinen (stukken land) Daarop stond de Vroonhof (versterkte boerderij)→later klooster/kasteel Daar woonde de landheer of de rentmees- ter (zijn plaatsvervanger) Het domein was verdeeld in -vroonland/saalland -pachtgronden -woeste grond

4 Horigen en lijfeigenen
Lijfeigenen -geen bezit (alleen zijn lijf=leven is van hem) -werkt voor de heer in ruil voor onderdak en voedsel/kleding -bewerkt het vroonland Horigen -horen bij de grond (half vrij→ mogen niet weg) -heeft (weinig) eigen bezit -werkt op gepachte gronden (pacht in natura) -moet herediensten verrichten -is onderworpen aan de heerlijke rechten

5 Horige heeft ook rechten -recht op bescherming -recht op grond -hoeft niet te vechten Er zijn ook vrije boeren(heel weinig) -grond is van hun (pachten soms van de landheer) -moeten zichzelf verdedigen of vechten voor de heer wiens bescherming zij ingeroepen hebben

6 Sociale verhoudingen Standenstaat Stand -bepaald door geboorte -gaat om rechten -geen sociale mobiliteit 1ste stand geestelijkheid -hoge geest. -lage geest. 2de stand adel -hoge adel -lage adel 3de stand boeren -vrije boeren -horigen -lijfeigenen Geen slavernij meer!!

7 Drieslagstelsel

8 Vroonhoeve

9

10

11

12 Leven van horigen

13

14 Standenstaat