De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

II. Sociaalagogische interventies

Verwante presentaties


Presentatie over: "II. Sociaalagogische interventies"— Transcript van de presentatie:

1 II. Sociaalagogische interventies
Interventiepatronen Typologieën van interventiepatronen - Welzijnswerk in patronen (Brede Kristensen) - Hulpverleningsmodellen (Houweling-Meijers & Visser) - Culturen van educatie (Walter Leirman) Een concept van welzijnswerk

2 Interventiepatronen Sociaalagogische interventies zijn, als vorm van sociaal handelen, onderhevig aan « toenemende vanzelfsprekendheid » - tegelijk « toenemende consistentie » Toenemende vanzelfsprekendheid : cf cognitieve dissonantietheorie van Festinger : om eigen meningen en houdingen te evalueren neigen menen ertoe die meningen en houdingen eerst zoveel mogelijk aan te passen aan die medemensen met wie zij zich willen vergelijken en dissonantie te vermijden

3 Interventiepatronen Toenemende vanzelfsprekendheid  toenemende consistentie - cf Thomastheorema : if men define situations as real, they are real in their consequences  mensen worden in de loop van de tijd gesterkt in hun definitie van de situatie, omdat zij zich gedragen overeenkomstig hun eerste perceptie van de situatie

4 Interventiepatronen - cf Berger & Luckman : geïnstitutionaliseerde vormen van sociaal gedrag vormen een « bewustzijnsveld » waarbinnen de mensen de wereld zien en interpreteren Cf Giddens : handelen zonder context bestaat niet; handelen maakt deel uit van een « continuous flow » van verweven handelingen van vele mensen samen

5 Interventiepatronen « vanzelfsprekendheid » sociaal handelen  vorming van patronen in handelen en in attitudes en denkbeelden die met dit handelen samenhangen Patronen fungeren als een « collectief geheugen » waarvan mensen sterke invloed ondergaan, en dat zij tegelijk, samen met anderen, kritisch kunnen beïnvloeden

6 Voorwaarden voor patroonvorming
nieuwe patronen ontstaan wanneer oude patronen niet langer voldoen voor de tegemoetkoming aan sociale problemen, of contraproductief blijken te werken cf bijv ontstaan « social case work » als antwoord op onsystematisch liefdadigheidswerk

7 Voorwaarden voor patroonvorming
nieuwe patronen moeten tot op zekere hoogte harmoniëren met de « bedrijfscultuur » binnen een bepaalde sector cf welzijnswerk is een vorm van maatschappelijke dienstverlening; op de « markt » geïnspireerde vormen van handelen kunnen slechts tot op zekere hoogte ingang vinden

8 Voorwaarden voor patroonvorming
Nieuwe patronen ontstaan slechts wanneer er een « resonansgroep » aanwezig is met leden die ieder op hun beurt participeren in voor die sector relevante netwerken. Een resonansgroep is bijv. een professioneel samenwerkingsverband, een opleiding, een redactieraad van een vaktijdschrift… cf bijv. de impact van de opleidingen maatschappelijk werk op de introductie van het opbouwwerk in Vlaanderen

9 Voorwaarden voor patroonvorming
Nieuwe patronen moeten een cultureel draagvlak hebben om ingang te krijgen cf bijv. aandacht voor een meer slachtoffergerichte benadering in de benadering van delictgebonden probleemsituaties dreigt, in een op repressie gerichte context, uit te monden in verlagende tolerantiegrenzen tav de dader ipv te leiden naar een meer humane aanpak van sociale problemen  nood aan een globale analyse

10 Voorwaarden voor patroonvorming
Nieuwe patronen moeten structurele impact hebben om ingang te krijgen cf bijv netwerkontwikkeling tussen welzijnsvoorzieningen wordt maar mogelijk in de mate dat deze voorzieningen er een « meerwaarde » in zien voor de eigen werking, bijv naar profilering, effectiviteit …

11 Voorwaarden voor patroonvorming
Nieuwe patronen ontstaan als een combinatie van drie componenten : - ideële component : opvatting over de sociale werkelijkheid en studie ervan, cf. perspectieven sociale problemen - handelingscomponent : de wijze waarop mensen de brug proberen maken tussen werkelijkheid en wenselijkheid - motivationele component : de houding van waaruit het handelen vorm gegeven wordt

12 Interventiepatroon = uitkristallisering van ideeën, houdingen en handelingen tot een relatief stabiel en duurzaam verband Kenmerkend : - vanzelfsprekendheid (cfr supra) - onbepaaldheid - begrensdheid

13 Interventiepatronen Onbepaaldheid : bewustwording van een bepaald patroon maakt doorbreken ervan mogelijk  « vanzelfsprekendheid » is onbepaald Begrensdheid : sociaal handelen is begrensd door de met het object van handelen verbonden kennis, houding, verwachting en betrokkenheid  « vanzelfsprekendheid » is verbonden met de context waarbinnen gehandeld wordt (cfr. Giddens)

14 Welzijnswerk in patronen (Brede Kristensen)
5 patronen, onderscheiden naar ideële, handelings-en houdingencomponent Patroon van de markt  handelen = sociale ruil  vanuit eigen belang Patroon van de waarden  handelen = waardenexpressie  vanuit zinverlening Patroon van de orde  handelen = handhaven bestaande orde  vanuit zekerheid Patroon van de techniek  handelen = doelrationaliteit  vanuit maakbaarheid Patroon van de ontmoeting  handelen = participatie  vanuit dialoog

15 Ontwikkeling patronen
Ontwikkeling patronen welzijnswerk in relatie tot historisch-maatschappelijke context  verzorgingsstaat : - kerkelijke liefdadigheid  instrumentele benadering welzijnsinterventies  patroon markt - socialistische solidariteitsgedachte  « planning for freedom »  patroon van de techniek - sociaal-liberale stroming (Keynes, Beveridge) beperkte overheidsinterventie  patroon van de orde

16 Ontwikkeling patronen
kritisch-emancipatorische benaderingen (cf westerse emancipatiebewegingen; bevrijdingsbewegingen in derde wereld)  patroon van de waarden « nieuwe sociale kwestie », erkenning waardenpluralisme  patroon van de ontmoeting Patronen niet zonder meer tegengesteld en ook niet zonder meer combineerbaar  Welzijnswerk = « kristalpatroon »

17 Patroon van de markt Uitgangspunt : menselijk gedrag = uitkomst van kosten-batensom. cf feodale notie « sociale bescherming » : bescherming in ruil voor afhankelijkheid cf caritas : zorg in functie van eigen zieleheil cf formeel democratisch denken : « utilitaire burgerschapsopvatting » : gelijke kansen op basis van prestatie

18 Patroon van de markt Mensbeeld : burgerlijk-individualistisch:
ieder individu is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen welzijn De vrije markt reguleert vraag en aanbod Moraal hoort bij het individu; gezamelijke moraal wordt via stemgedrag tot uitdrukking gebracht Behoeftebepaling : extern, op basis van maatschappelijke concensus

19 Patroon van de markt Opvatting over welzijnswerk :
overheid kan nooit weten wat mensen willen en moet zich zo weinig mogelijk inlaten met zorginterventies; Overheidszorg beperkt tot minimum; welzijnswerk is in essentie particulier initiatief (cf. particuliere initiatieven kunnen zich een plaats verwerven op de markt als de behoefte hieraan blijkt); Cliënt is een « consument » van dienstverlening die kennis heeft van de baten, maar niet altijd voldoende oog heeft voor de kosten  pleidooi voor direct(er) verband tussen « gebruiken » en « betalen »

20 Patroon van de markt Cliënt is een « consument » van dienstverlening die kennis heeft van de baten, maar niet altijd voldoende oog heeft voor de kosten  pleidooi voor direct(er) verband tussen « gebruiken » en « betalen » Patroon van de markt is weinig vreemd aan het welzijnswerk, doch heeft weinig rechtstreekse impact op agogische theorievorming, cf marktpatroon kent geen criterium tot onderscheid in « behoeften »  « markt » als « probleemdefinieerder »

21 Patroon van de markt Impact :
termen : « welzijnsproduct », « gebruiker », « markt », modellen « kwaliteitszorg »… Nieuwe ontwikkelingen, bijv. « cliëntgebonden budget », grotere nadruk inzet welzijnswerk in relatie tot arbeidsmarktkwalificatie… Discussie « kerntaken » overheid (cf « residual welfare state » Titmuss) weinig rechtstreekse impact op agogische theorievorming, cf marktpatroon kent geen criterium tot onderscheid in « behoeften »  « markt » als « probleemdefinieerder »

22 Patroon van de markt Kritieken:
Sociaal handelen is complexer dan ruilbegrip suggereert – cfr. diversiteit sociaal handelen Beleidsafstemming op geformuleerde behoeften houdt geen rekening met contextgebondenheid van die behoeften, cf bijv. Vervreemdingsmechanismen (consumptie als copingstrategie) Reductionistisch mensbeeld, waarbij « waarde » herleid wordt tot wat past binnen een model van « vraag » en « aanbod »

23 Patroon van de techniek
Uitgangspunt : Handelen = doelrationeel handelen. Zin van het handelen ligt in de functionaliteit ervan. Verbeteren van handelen houdt in : dat men zich bewust is van de effecten van het handelen dat het arsenaal van mogelijk inzetbare middelen uitbreidt dat op een doordachte wijze gehandeld wordt dat, voorafgaand aan het handelen, concrete doelen vooropgesteld worden

24 Patroon van de techniek
Mensbeeld : « homo faber » : de mens die zich van de mogelijkheden voorziet om zijn omgeving te veranderen Cf « maakbare samenleving » Cf nadruk op ontwikkeling professionaliteit, en op de wetenschappelijkheid van professionele kennis «  kennis is macht  » : ontwikkeling van wetenschappelijke kennis, waarin mensen opgeleid worden, die toepasbaar gemaakt wordt en gericht is op beheersing

25 Patroon van de techniek
Behoeftebepaling :extern, op basis van observatie en analyse Opvatting over welzijnswerk: functionele en planmatige inzet in probleemsituaties, waardoor nieuwe meer wenselijke situaties ontstaan Plan heeft een integrerende functie, waardoor de professional zich kan oriënteren op de eigen deskundigheid

26 Patroon van de techniek
Impact : Nadruk op beheersbaarheid sociale problemen: effectiviteit en efficiëntie, organisatievraagstukken … Professionele deskundigheid geeft zekerheid Grote aandacht ontwikkeling methodes en interventiestrategieën « protoprofessionalisering » : Hooggespannen verwachtingen tov professionele inbreng Overname van aan professional ontleende termen en gedrag

27 Patroon van de techniek
Impact op agogische theorievorming Cf  « planned change benaderingen » Cf Van Beugen, « Sociale technologie », Assen, Van Gorcum, 1972 Cf ontwikkeling « planningsdenken » (bijv. concept « strategische planning ») Cf metodiekontwikkeling (bijv. « probleemprojectmethode)

28 Patroon van de techniek
Kritieken : Uitgangspunt « kennis is macht » wordt als neutraal voorgesteld; het gaat evenwel niet om kennis is macht maar om kennis als attribuut van macht (cf ontwikkeling professionele subculturen, vertechnisering sociaal handelen …) Niet-dialogisch en reductionistisch karakter instrumentele denken

29 Patroon van de orde Uitgangspunt : bewerkstelligen « sociale orde »  aanpassing individu aan de groep raakt het hart van de agogische discussie, nl. relatie tussen individu en gemeenschap Discussiethema’s : aanpassing vs verandering; individuele gezondheid vs maatschappelijk belang, normconformiteit vs afwijkend gedrag…  cfr. « beheersing en emancipatie »

30 Patroon van de orde Gebaseerd op een concensusdenken
Aanname dat er eensgezindheid is over sociale doeleinden, waarden en normen en hun interpretatie Aanname dat er eensgezindheid is over de manier waarop conflicten opgelost moeten worden « afwijkend » gedrag wordt vanuit de dominante benadering geïnterpreteerd en getolereerd in de mate dat zij de dominante benadering niet bedreigen Conflicten vormen een bedreiging : ze moeten opgelost of onzichtbaar gemaakt worden, zodat hun schadelijke werking teloor gaat.

31 Patroon van de orde Kernbegrip = « sociale integratie » begrepen als « normconformiteit » Normconformiteit geeft zekerheid, cfr. traditioneel sociaal handelen Individueel belang valt samen met/is ondergeschikt aan maatschappelijk belang Functionele benadering Gerichtheid agogische interventie op individu als « agogisch project »

32 Patroon van de orde Benadering individu als « agogisch project »
 norm als onderdeel van het « sociaal contract », de « conscience collectieve »  spiegelbegrip sociale integratie = sociale uitsluiting  wisselende inzet pedagogische en strafrechtelijke interventies  nadruk op preventie

33 Patroon van de orde Mensbeeld : individu herleid tot zijn functie voor ontwikkeling samenleving (reductionistisch denken) Behoeftebepaling : extern, op basis van analyse « risicofactoren » die solidariteit kunnen verstoren Opvatting over welzijnswerk : instrumentele inzet in realisatie samenlevingsmodel

34 Patroon van de orde Instrumentele inzet welzijnswerk
 integratie diversiteit doelgroepen, bijv. werklozen, migranten…  ondersteuning « maatschappelijk middenveld » als integrerende factor cfr. « gemeenschapszin », « burgerschapsvorming…  « aanbodsgestuurd » aanbod  integratie welzijnswerk in doelstellingenkaders die het vigerende beleid ondersteunen

35 Patroon van de orde Impact : centrale discussies agogische theorievorming « Hulp en recht debat » Cfr. Wisselende inzet agogische en strafrechtelijke interventies Cfr. Discussie vrijwillige en gedwongen hulpverlening. « Beheersing » en « emancipatie » Cfr. Bijv. Milikowski : « Lof der onaangepastheid » Cfr. « dubbelkarakter » welzijnswerk

36 Patroon van de orde Kritieken :
Houdt geen rekening met dialectiek tussen orde en wanorde : teveel nadruk op orde blokkeert zowel persoonlijke als maatschappelijke ontwikkeling Bevestigt en bestendigt marginaliseringsprocessen : sociale uitsluiting als spiegelbegrip van sociale integratie

37 Patroon van de orde Welzijnswerk heeft altijd te maken met mensen die op gespannen voet staan met de sociale orde Cfr. « afwijkend gedrag » Cfr. « emancipatiebewegingen » Cfr. Actuele ontwikkelingen naar « postmoderniteit »  betekenis « diaspora » (Kitaj,1989)

38 « Diaspora » « Disaspora is de situatie waarin de ontheemde mens zich bevindt. Het geeft de situatie aan waarin de mens verkeert die zich van het postmoderne bewust is zonder postmodern te zijn. Hij bewandelt vele wegen, maar hij weet dat ze niet naar Jeruzalem leiden. Als mensen hun enthousiasme de vrije teugel laten, wordt hij voorzichtig. Als zij onverschillig zijn, wordt hij waakzaam. Als zij zeggen ergens heilig van overtuigd te zijn, dringen zich twijfels aan hem op. Als zij beweren helemaal op hun plaats te zijn, voelt hij zich een vreemdeling. Wanneer zij een gesprek met andersdenkenden opgeven worden zij of zelfgenoegzaam en gaan zj zich thuis voelen in hun eigen wereld, of zij worden nihilistisch, zonder hoop. De disasporist geeft het gesprek en de hoop niet op ».

39 Patroon van de waarden Uitgangspunt : sociaal handelen is per definitie « zinvol handelen »  opdracht dit handelen « duidend te verstaan ». cfr. Camus : « le seul problème philosophique est le suicide » cfr. Oakeshott : « to maintain is to change towards an ideal »

40 Patroon van de waarden Waarden = algemene opvattingen binnen een samenleving over wat goed, juist en daarom nastrevenswaardig is rechtvaardigheid, tolerantie, menselijke waardigheid… Is onze cultuur waardevol Mollenhauer : « Vergeten samenhang Over opvoeding en cultuur »

41 Patroon van de waarden  Sociaal handelen = culturele activiteit (cf Freire « culturele actie »  concretisering waarden - via deelname in symboolproductie, bijv. kunst, cultureel werk…, - via deelname in activiteiten van maatschappelijke dienstverlening, bijv. hulpverlening, onderwijs… cfr via aanbod wordt relatie met betrokkenen bepaald, of m.a.w. komt waardenoriëntatie tot uitdrukking

42 Patroon van de waarden Mensbeeld : mens = zinzoeker; handelen = veranderen, zinvol omgaan met je omgeving (cfr. « cultiveren ») Betekenis handelen ligt in handelen zelf (geen functionele, doch substantiële rationaliteit) Behoeftebepaling : behoefte wordt zichtbaar in het handelen (cfr. Handelen is waardenexpressie)

43 Patroon van de waarden Opvatting over welzijnswerk : betekenis welzijnswerk ligt in welzijnswerk zelf Autonome ipv instrumentele positiebepaling welzijnswerk « waardenoverdracht » (cfr. levensbeschouwelijke discussie ) versus « waardenexpressie » Waardenexpressie : cfr. O. Warmenhoven (1973), « grondhouding van de agoog »

44 « Grondhouding agoog » Warmenhoven, « Prolegomena tot de andragologische propaedeuse », Groningen, 1973 « Wat kan de andragoog als andragoog bedoelen ? Niet meer dan dit, waartoe hij verplicht is : in zijn gedrag gehoor geven aan deze vraag van bijstand van deze andere mens. De « verandering » die de andragoog als andragoog wellicht bewerkstelligen kan – en hij heeft het te pogen – is daarmee genoegzaam omschreven. Het is de enige « verandering » die de andragoog kan « bedoelen » : deze andere mens niet langer alleen laten zijn… … om het verschil tussen een « andragogie » die zich het realiseren van het een of ander en een « andragogie » die zich het actualiseren van een bepaalde waarde ten doel stelt duidelijk te maken, zou gezegd kunnen worden dat de eerste « methoden » aanwendt om een, om het doel te bereiken, dat de tweede zich het volgen van een bepaalde methode ten doel stelt… »

45 Patroon van de waarden Impact : Omslag in welzijnsdenken
Nadruk op aanbod met respect voor ieders overtuiging ( « pluralisme ») Impact op agogische theorievorming  ontwikkeling  welzijnsconcept  gebaseerd op recht op dienstverlening, gekoppeld aan finaliteit « menselijke waardigheid »)  ontwikkeling opvatting welzijnswerk als « doorgangsgebied » tussen private en publieke domein, cfr. omgaan met diversiteit, interculturalisering …

46 Patroon van de waarden Kritieken
Waardenoverdracht  risico’s waardevolle te willen bewijzen en als waarheid bevestigd te zien  « etisch reveil » Waardenexpressie Sluit aan bij kerndimensie « sociaal handelen »  belangrijke inbreng in theorievorming en praktijk welzijnswerk  verbinding met empirische indicatoren (cfr. noodzakelijke transparantie welzijnswerk als verantwoordingsdebat )

47 Patroon van de ontmoeting
Uitgangspunt : handelen = dialogeren = participeren Participatie = uitgangspunt : de nodige ruimte (creëren) opdat mensen gelijkwaardig zouden kunnen handelen >< participatie binnen en in harmonie met bestaande orde (= patroon van de orde) , c.q. bestaande procedures om deze orde mee vorm te geven (= participatie als methode )(= patroon van de techniek)

48 Patroon van de ontmoeting
Kernthema : mensen bewust maken van hun passiviteit en hen aanzetten tot actief handelen Actief handelen = vrij en verantwoordelijk handelen, waardoor mensen hun menselijke waardigheid realiseren Vrij en verantwoordelijk handelen kan enkel onder mensen, die met elkaar de werkelijkheid trachten te doorgronden cfr. Freire

49 Patroon van de ontmoeting
Freire : « Ik kan niet voor anderen, ook niet zonder anderen denken, evenmin kunnen anderen voor mij denken » « Mensen zijn omdat ze in een situatie zijn. Een ze zullen meer zijn al naar gelang ze niet alleen kritisch over hun existentie nadenken, maar er ook kritisch mee bezig zijn »  Bewustwording = « ontwaken » uit passiviteit om te werkelijkheid te « ontdekken » en, via ingrijpen in de werkelijkheid, dit bewustzijn te verdiepen (= praxis »

50 Patroon van de ontmoeting
Aandacht voor belemmeringen op praxis Onderzoek vervreemdings- en verafhankelijkingsprocessen in de cultuur : beleid over situatie = object van onderzoek Actualisering betekenis begrippen « gelijkwaardigheid », « vrijheid, « sociale integratie » … Onderzoek ondersteuning praxis : « sociaal leren » « actie-onderzoek »

51 Patroon van de ontmoeting
Mensbeeld : mens wordt meer mens via praxis  mensen kunnen enkel tot ontwikkeling komen op basis van actieve participatie , in open en verantwoordelijke communicatie met andere mensen, Behoeftebepaling : komt tot stand via « culturele actie » : het wetenschappelijk proces van bevragen, van zoeken naar nieuwe werkelijkheidsdefinities, waardoor een probleem zijn geïsoleerd en persoonsgericht karakter ontnomen wordt, en zijn ware dimensie van cultuurprobleem krijgt, met veranderbaarheid als karakteristiek » (Freire)

52 Patroon van de ontmoeting
Opvatting over welzijnswerk : welzijnswerk moet zich, enerzijds aansluiten bij geformuleerde « behoeften » en anderzijds, tegelijk de betekenis van deze « behoeften » als probleem formuleren  Welzijnswerk = kritisch- pedagogische opdracht

53 Patroon van de ontmoeting
Impact : Biedt perspectief voor kritieken op verzakelijking, vertechnisering en verafhankelijking welzijnswerk Theorievorming mbt thema’s ‘vervreemding’ en ‘ bewustwording ’ Persoonlijk : cf. Fromm, Buber, Rogers… Maatschappelijk : cf. Negt, Habermas … Ontwikkeling « pedagogie van de hoop » Ontwikkeling nieuwe - reflexieve – praktijken, bijv. « Herstelbemiddeling », « verbondenheid als preventie »…

54 Patroon van de ontmoeting
Kritieken Nadruk op « hoop »  risico dat maatschappijkritische component verwaarloosd wordt t.v.v. te sterke nadruk op « spiegeling » risico te sterk optimisme Ontwikkeling nieuwe praktijken  risico dat « vorm » overgenomen wordt zonder inhoudelijke achtergrond  instrumentalisering Reflexieve ontwikkeling risico te weinig aandacht voor criteria van wetenschappelijk handelen

55 Patroon van de ontmoeting
Radicaal cultuur-kritisch patroon  bij onvoldoende in acht nemen risico’s  Verwording uitgangspunten tot doctrine (cfr. te sterk optimisme) Instrumentalisering (cfr. Vorm/inhoud) Noodzaak kritische studie effecten pedagogisch handelen (verbinding met patroon van de waarden) in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen Noodzaak wetenschappelijke benadering gehanteerde concepten

56 Patronen van welzijnswerk
Typologie O. Houweling-Meijers & K. Visser, gebaseerd op analyse hulpverlening Criteria typologie : Mensbeeld Leerconcept Bereik van de beïnvloeding Opvatting over afwijkend gedrag Organisatie Deskundigheid

57 Hulpverleningsmodellen
Caritasmodel : liefdadigheid, niet professioneel Disciplineringsmodel Deskundigheidsmodel Zelfbeschikkingsmodel Milieumodel

58 Disciplineringsmodel
Mensbeeld : Maatschappelijke positie maakt mensen ongelijk en daarom ongelijkwaardig Mensen hebben niet dezelfde rechten Machthebbers hebben totale macht over hen die zij minderwaardig achten Leerconcept : Normeren door strenge voorschriften en negatieve sancties

59 Disciplineringsmodel
Bereik van de beïnvloeding : Totale macht over de afwijkenden Opvatting over afwijkend gedrag : Iedereen die niet aan de algemeen geldende normen voldoet is minderwaardig Afwijkend gedrag is bedreigend en moet worden weggehouden van de samenleving. Hiervoor worden aparte instituten opgericht.

60 Disciplineringsmodel
Organisatie : autoritair geen communicatie; top-down benadering Deskundigheid : Vaardigheid in het handhaven van orde en uitvoeren van sancties De machthebber weet wat goed is voor de minderen

61 Deskundigheidsmodel Mensbeeld : Leerconcept :
verschil in maatschappelijke positie maakt mensen niet ongelijkwaardig. In hulpverlening maakt verschil in kennis en kunde mensen ongelijkwaardig Hulpvrager is afhankelijk van de hulpverlener Leerconcept : Speciale opvoeding en/of behandeling brengen het individu tot de doelen die de deskundigen hebben opgesteld

62 Deskundigheidsmodel Bereik van de beïnvloeding :
hulp gaat niet verder dan de hulpverlening/behandelingssessies Het effect in het dagelijks leven wordt daar niet bij betrokken Opvatting over afwijkend gedrag : Afwijking is een individuele ziekte Het bijeenbrengen van zieken en hulpvragers in inrichtingen geeft economische en technische voordelen.

63 Deskundigheidsmodel Organisatie : Deskundigheid :
paternalistisch, repressieve tolerantie communicatie tussen personen en afdeling wordt onbelangrijk geacht Deskundigheid : Toepassing wetenschappelijke kennis Deskundige weet van technische middelen en methoden te verzamelen om effectief hulp te verlenen Noch het begeleiden van het dagelijks leven noch het verzorgen van de communicatie binnen de instelling vergt speciale deskundigheid

64 Zelfbeschikkingsmodel
Mensbeeld : mensen zijn uniek en gelijkwaardig Mensen moeten elkaar absoluut vrijlaten om zich te ontwikkelen Mensen worden gezien als gelijk in creatieve mogelijkheden Leerconcept : Ontdaan van sociale druk kan het individu zich ontdoen van emotionele blokkades en tot ontwikkeling komen

65 Zelfbeschikkingsmodel
Bereik van de beïnvloeding : Participatie aan hulpverlening op basis van vrijwilligheid De hulpverlener mag stimuleren om de sociale omstandigheden te veranderen Opname in een inrichting is soms maatschappelijk onvermijdelijk maar altijd onterecht

66 Zelfbeschikkingsmodel
Opvatting over afwijkend gedrag : Niemand is afwijkend zonder meer; moeilijkheden zijn het gevolg van maatschappelijke tekorten Afzondering in een ander samenlevingsverband dan het natuurlijk mag alleen om het door de autoritaire samenleving bedreigde individu te beschermen.

67 Zelfbeschikkingsmodel
Organisatie : Maternalistisch (« zorgzame samenleving ») Deskundigheid Begeleider moet zich met het bedreigde individu identificeren en hem/haar volgen in de niet voorspelbare eigen ontwikkeling Zelfbeschikking betekent dat de opgedrongen bemoeienis van de begeleider met zijn cliënt minimaal is.

68 Milieumodel Mensbeeld : Leerconcept :
individuen zijn uniek en gelijkwaardig Mensen hebben elkaar nodig om zich persoonlijk en sociaal te kunnen ontplooien Leerconcept : De hulpvrager leert in het dagelijks leven bevredigend om te gaan met zichzelf en anderen (sociaal leren) De hulpverlening is zo gestructureerd dat ht samen leven het samen leren impliceert (hulpverlening als beleidspraktijk)

69 Milieumodel Bereik van de beïnvloeding :
het dagelijks leven wordt zo breed als mogelijk in het hulpverleningsproces betrokken De hulpverlener grijpt het dagelijks leren aan om te leren Opvatting over afwijkend gedrag : De cliënt is niet uitzonderlijker dan een ander die iets moet leren en daar hulp bij krijgt

70 Milieumodel Organisatie : Deskundigheid democratisch
communicatie tussen personen wordt gestimuleerd functionaliteit is in het oorspronkelijk model nog niet aan de orde Deskundigheid De begeleider moet bereid zijn zich flexibel, kwetsbaar en lerend op te stellen

71 Vier culturen van educatie
Typologie ontwikkeld door W. Leirman, op basis van analyse sociaal cultureel werk Criteria typologie : Mensvisie Maatschappijvisie Hoofddoel Leerconcept Strategie Opvatting over educator Opvatting over deelnemer

72 Expertcultuur van educatie
Mensvisie : homo sapiens Maatschappijvisie : geïnformeerde samenleving Hoofddoel : rationalisering Leerconcept : cognitieve informatieverwerking Strategie : rationeel-empirisch Educator : deskundige Deelnemer : informatieverwerker

73 Ingenieurscultuur van educatie
Mensvisie : homo faber Maatschappijvisie : professionele samenleving Hoofddoel : handelingsbekwaamheid Leerconcept : leren al doende Strategie : sociaal-technologisch Educator : planner Deelnemer : doener

74 Profetische cultuur van educatie
Mensvisie : homo viator Maatschappijvisie : morele gemeenschap Hoofddoel : zedelijk handelen Leerconcept : leren naar een formeel model Strategie : normatief-reëducatief Educator : conscientisator Deelnemer : zinzoeker

75 Communicatieve cultuur van educatie
Mensvisie : homo dialogalis Maatschappijvisie : communicatieve leefwereld Hoofddoel : communicatief handelen Leerconcept : open ervaringsleren Strategie : dialogaal-groeigericht Educator : facilitator Deelnemer : ervaringsdeskundige

76 Een concept van welzijnswerk
Ontwikkeling « concept van welzijnswerk » = kern agogische theorievorming Vergt standpuntbepaling onderzoeker Standpunt maatschappelijke observatie : diachrone relatie tussen onderzoek en handelen Standpunt maatschappelijk engagement : synchrone relatie tussen onderzoek en handen

77 Een concept van welzijnswerk
Maatschappelijke observatie : op basis van probleemdefinitie zoeken naar « oplossingen ». Leidt tot opdelen van problemen in individuele kwesties zoals hulpverlening, vorming … Leidt tot inpassing in doelstellingenkaders die vigerende beleid ondersteunen Maatschappelijk engagement : uitgaande van de vraag naar « samenlevingsopbouw » Vergt ontwikkeling empirische indicatoren tot nagaan effecten agogische interventies Vergt indicatorenontwikkeling in aansluiting met perspectief «doelgroep »

78 Een concept van welzijnswerk
Omschrijving welzijnswerk, op basis van analyse jeugdwelzijnsinterventie : Een (selectieve) ingreep, op basis van de pedagogische vertaling van een sociaal probleem In de integratiekaders die mensen met elkaar vormen Die zich voorstelt en/of aanvaard wordt als dienstverlening Door de overheid ondersteund wordt En door welzijnsgerichte motieven gelegitimeerd wordt

79 Een concept van welzijnswerk
Omschrijving geeft vragen aan voor agogisch onderzoek : Interventie  conceptuele verheldering uitgangspunten (cf sociale probleemdefiniëring) Integratiekaders  studie sociale netwerken Dienstverlening  studie agogische praktijken Voorgesteld en/of aanvaard  studie perspectief betrokkenen zèlf Door de overheid ondersteund wordt  kadering in maatschappelijke analyse Welzijnsgerichte motieven  kadering in culturele analyse

80 Een concept van welzijnswerk
Vanuit deze vraagstellingen Nadruk op heuristisch karakter agogische theorievorming Nadruk op interpretatieve onderzoeksbenaderingen Nadruk op vormen van « participatief » onderzoek en van « actie-onderzoek »

81 Literatuur bij deel II Kristensen, B., (1992), Welzijn in patronen. Een sociologische kijk op veranderingsprocessen in het welzijnswerk. Kristensen, B., o.c., derde, volledig herziene druk 2001. Houweling-Meijers, O., Visser, K., (1997), Sociaal-agogisch werk. Een methode voor de ontwikkeling van hulpverleningssystemen, Assen, Van Gorcum.

82 Literatuur bij deel II Leirman, W., (1993), Vier culturen van educatie : expert, ingenieur, profeet, communicator, Leuven, Garant. Bouverne-De Bie, M., (1988), De zorg voor het jeugdwelzijn als overheidsopdracht. Een studie naar de aard van de geïnstitutionaliseerde welzijnsinterventie, Gent, RUG, doctoraatsproefschrift.

83 Literatuur bij deel II Bouverne-De Bie, M., Verhellen, E., (1995), Een beweging naar het probleemveld toe : actie-onderzoek en straathoekwerk als « doelgroepgerichte » interventies, in : Panopticon, 16,3, Van Garsse, L., (2001), Op zoek naar herstelrecht. Overwegingen na jaren bemiddelingswerk, in : Panopticon,22,5,


Download ppt "II. Sociaalagogische interventies"

Verwante presentaties


Ads door Google