Ik ben … Van wie is het ei? Zet bij juiste letters Verdeel de eieren

Verwante presentaties


Presentatie over: "Ik ben … Van wie is het ei? Zet bij juiste letters Verdeel de eieren"— Transcript van de presentatie:

1 Ik ben … Van wie is het ei? Zet bij juiste letters Verdeel de eieren
Rekensommen met de paashaas. Verdeel de eieren Rijmen Maak een woord Wie komt er niet uit een ei? Welke eieren zijn gelijk? Zoek de verschillen. Zoek de verschillen. Doolhof: zoek de weg

2 Van wie is het ei? begin

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17 Duid aan wie niet uit een ei komt.
begin

18

19

20

21

22

23

24 Duid 1 van de 2 eieren aan die gelijk zijn.
begin

25

26

27

28

29

30

31

32

33

34

35

36

37

38

39 rekenen begin

40 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 - 2 = 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

41 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

42 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

43 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

44 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

45 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

46 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

47 De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = 8 paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12

48 Wat is het wachtwoord van de kluis?
7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = 8 paasei 5 + 2 = 7 eieren kinderen chocolade paasklok Wat is het wachtwoord van de kluis?

49

50 Duid bij dit konijn de 4 verschillen aan.

51

52 Duid bij dit konijn de verschillen aan.

53

54 Duid bij dit konijn de verschillen aan.

55

56 Duid bij dit konijn de 4 verschillen aan.

57

58 Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.

59

60 Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.

61

62 Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.

63

64 Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.

65

66 Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.

67

68

69 Toon de paashaas welke weg hij moet volgen door te klikken op de richting waar hij naartoe moet.

70

71

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87 ik ben een ei van chocolade.

88

89 ik ben een ei, ik ben stuk.

90

91 ik ben een ei met een kuiken.

92

93 wij zitten met 6 in een doosje.

94

95 ik ben een ei met een kip.

96

97 ik zit in een potje om op te eten.

98

99 ik ben een gebakken ei.

100

101 begin Verbind elk ei met de goede mand.
Kijk goed naar de eerste en de laatste letters. begin

102 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

103

104 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

105

106 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

107

108 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

109

110 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

111

112 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

113

114 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

115

116 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

117

118 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

119

120 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

121

122 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

123

124 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

125

126 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

127

128 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

129

130 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

131

132 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

133

134 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

135

136 klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………

137

138 begin Maak een woord met de letters in elk ei.
Gebruik hiervoor de letter in de klokken. Klik op de klok waarmee je een woord kan vormen. begin

139 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

140

141 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

142

143 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

144

145 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

146

147 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

148

149 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

150

151 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

152

153 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

154

155 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

156

157 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

158

159 …lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba

160

161 Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan … Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en … En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel

162 Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en … En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel

163 Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en geel En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel

164 Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en geel En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je doen! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel

165

166 Verdeel de eieren gelijk over de manden
Verdeel de eieren gelijk over de manden. Hoeveel eieren zitten er dan in elke mand? begin

167 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

168

169 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

170

171 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

172

173 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

174

175 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

176

177 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

178

179 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

180

181 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

182

183 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

184

185 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

186

187 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

188

189

190


Download ppt "Ik ben … Van wie is het ei? Zet bij juiste letters Verdeel de eieren"
Ads door Google