Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdRenée Beckers Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Ik ben … Van wie is het ei? Zet bij juiste letters Verdeel de eieren
Rekensommen met de paashaas. Verdeel de eieren Rijmen Maak een woord Wie komt er niet uit een ei? Welke eieren zijn gelijk? Zoek de verschillen. Zoek de verschillen. Doolhof: zoek de weg
2
Van wie is het ei? begin
17
Duid aan wie niet uit een ei komt.
begin
24
Duid 1 van de 2 eieren aan die gelijk zijn.
begin
39
rekenen begin
40
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 - 2 = 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
41
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
42
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
43
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
44
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
45
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
46
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
47
De eieren van de paashaas zitten in de kluis
De eieren van de paashaas zitten in de kluis. Los de rekensommen op en vindt zo het wachtwoord van de kluis. 7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = 8 paasei 5 + 2 = eieren kinderen chocolade paasklok 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
48
Wat is het wachtwoord van de kluis?
7 – 4 = 3 3 - 2 = 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 A S P E I H K L N D R = 1 1 + 1 = 2 4 + 3 = 7 paashaas 5 + 4 = 9 = 8 paasei 5 + 2 = 7 eieren kinderen chocolade paasklok Wat is het wachtwoord van de kluis?
50
Duid bij dit konijn de 4 verschillen aan.
52
Duid bij dit konijn de verschillen aan.
54
Duid bij dit konijn de verschillen aan.
56
Duid bij dit konijn de 4 verschillen aan.
58
Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.
60
Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.
62
Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.
64
Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.
66
Duid bij deze afbeelding de 5 verschillen aan.
69
Toon de paashaas welke weg hij moet volgen door te klikken op de richting waar hij naartoe moet.
87
ik ben een ei van chocolade.
89
ik ben een ei, ik ben stuk.
91
ik ben een ei met een kuiken.
93
wij zitten met 6 in een doosje.
95
ik ben een ei met een kip.
97
ik zit in een potje om op te eten.
99
ik ben een gebakken ei.
101
begin Verbind elk ei met de goede mand.
Kijk goed naar de eerste en de laatste letters. begin
102
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
104
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
106
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
108
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
110
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
112
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
114
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
116
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
118
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
120
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
122
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
124
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
126
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
128
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
130
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
132
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
134
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
136
klein klok stil kleur fiets stal stop klim klim muts melk steen volk balk stok ………lk kl……… ………ts st………
138
begin Maak een woord met de letters in elk ei.
Gebruik hiervoor de letter in de klokken. Klik op de klok waarmee je een woord kan vormen. begin
139
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
141
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
143
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
145
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
147
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
149
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
151
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
153
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
155
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
157
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
159
…lk kl… as wo ok ink eur em me we im omp ba
161
Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan … Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en … En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel
162
Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en … En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel
163
Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en geel En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je …! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel
164
Vul aan met een woord dat rijmt.
Haasje Langoor, niet meer zeuren Want je moet nu gauw gaan kleuren Alle eitjes, het zijn er veel Moet je kleuren met paars en geel En dan een blauw en nog een groen Alle eitjes moet je doen! Want ieder kindje in het land Wil een eitje uit jouw ….. kleuren mand doen geel
166
Verdeel de eieren gelijk over de manden
Verdeel de eieren gelijk over de manden. Hoeveel eieren zitten er dan in elke mand? begin
167
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
169
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
171
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
173
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
175
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
177
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
179
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
181
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
183
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
185
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
187
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.