De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Tips instuderen cursus Ontwikkelingspsychologie. Tips 1) Cursus = basis 2) Probeer er geen kleurboek van te maken 3) Specifieke onderzoeksresultaten hoef.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Tips instuderen cursus Ontwikkelingspsychologie. Tips 1) Cursus = basis 2) Probeer er geen kleurboek van te maken 3) Specifieke onderzoeksresultaten hoef."— Transcript van de presentatie:

1 Tips instuderen cursus Ontwikkelingspsychologie

2 Tips 1) Cursus = basis 2) Probeer er geen kleurboek van te maken 3) Specifieke onderzoeksresultaten hoef je niet uit het hoofd te kennen, maar het is wel belangrijk om een tabel goed te kunnen lezen en inhoudelijk te interpreteren -Levert deze studie evidentie op voor hypotheses? -Uit wat kan je dit afleiden?

3 Tips 4) Probeer zelf schema’s aan te brengen in cursus -Ze bieden een houvast -Zie slides hiervoor 5) Probeer een link te leggen over hoofdstukken heen 6) Probeer concepten zo concreet mogelijk te maken voor jezelf vb. I n welke identiteitsstatus zit jezelf? Waarom respecteer je de afspraken met je ouders? Welke soort opvoeding heb je genoten?

4 Tips 7) Probeer de belangrijkste concepten van een hoofdstuk in je eigen woorden te omschrijven  niet van buiten leren, want toch multiple choice examen 8) Probeer de zoemsessie-oefening zelf opnieuw op te lossen  Deze beogen inzicht te bevorderen 9) Ga de avond voor een examen naar een vriend of vriendin om samen over de cursus te praten & van gedachten te wisselen  Helpt om het nodige vertrouwen op te doen (vorm van emotionele zelf-regulatie)

5 Examenvragen: Voorbeelden

6 Examens & evaluatie Multiple choice examen (omwille van omvangrijke groep): 45 verplichte examenvragen – + 1 punt per correct antwoord – - 1/3 punt per fout antwoord Naast 45 echte examenvragen, 5 optionele maar uitdagende examenvragen: deze hoeven niet ingevuld te worden en tellen ook niet mee voor de eindquotering Je mag je rekenmachine meebrengen naar het examen!

7 Examens & evaluatie Vragen peilen naar a)Diepgaand leren & inzicht in de materie b)Interpretatie van tabellen c)Toepassingen van concepten d)Kennis Theorie: 80% vs. practicum: 20%

8 Welk element kan NIET de rangorde stabiliteit in een kenmerk verklaren? a)Omgevingstype b)Reactieve transacties c)Passieve transacties d)Evocatieve transacties

9 Welke verschillende types internalizatie worden er binnen de ZDT onderscheiden? a)interne regulatie – externe regulatie – intrinsieke regulatie – geïdentificeerde regulatie b)interne regulatie – geïntegreerde regulatie – externe regulatie – geïdentificeerde regulatie c)geïntrojecteerde regulatie – geïdentificeerde regulatie – geïntegreerde regulatie – externe regulatie d)geïntegreerde regulatie – geïdentificeerde regulatie – extrinsieke regulatie – geïntrojecteerde regulatie

10 Volgens welke van de volgende theoretici of theoretische perspectieven kan de mens niet als een leeg blad (“tabula rasa”) worden beschouwd? a)match-perspectief b)Erikson c)Skinner d)Sartre

11 Empirische steun voor de kleine effecten van een gedeelde omgeving vindt men onder meer in lage fenotypische correlaties in een bepaald kenmerk (vb. gewicht) tussen a)biologische siblings (broers en zussen). b)kinderen die geadopteerd zijn in hetzelfde gezin. c)siblings die apart opgegroeid zijn. d)geadopteerde kinderen en hun biologische ouders.

12 In het experiment van Deci, Eghari, Patrick en Leone (1994) waarin drie verschillende contextuele factoren werden gemanipuleerd om het internalizatieproces te bestuderen, werd vastgesteld dat … a)… ze alle drie een onafhankelijke impact hebben op de mate van persistentiegedrag b)… de intrinsieke interesse in de activiteit toenam naargelang er meer faciliterende factoren werden toegediend c)… er een lineaire toename was in gepercipieerde keuze en kwantiteit van persistentiegedrag in functie van het aantal aangeboden faciliterende factoren d)… de kwaliteit van het persistentiegedrag van meer belang is dan de kwantiteit van het persistentiegedrag

13 “Ik zal je bewijzen dat ik mijn kamer proper kan opruimen; als je terug bent, dan ligt alles er piek fijn bij!” riep Tim, nadat zijn moeder kwaad was geworden dat zijn kamer er nog steeds zo slordig bij lag. Deze uitspraak geeft aan dat … a) Tim het verzoek van zijn moeder geaccepteerd (geïnternaliseerd) heeft b) Tim zijn kamer opruimt omwille van geïntrojecteerde motieven c) Tim volgens Kochanska’s perspectief slechts op een situationeel gebonden wijze het ouderlijke verzoek inwilligt d) Tim zijn kamer omwille van interne motieven opruimt

14 Plaats het juist label bij de juiste status. Met andere woorden: welke status zou je aan welke kolom toekennen (Marcia, 1970)? a)Moratorium – achievement – foreclosure – diffusion b)De statussen zijn geordend volgens het ontwikkelingspatroon dat vooropgesteld wordt binnen de continuümhypothese c)Achievement – diffusion – foreclosure – moratorium d)De statussen staan in omgekeerde volgorde dan wat volgens de strikte invulling van de continuümhypothese kan voorspeld worden ???? Zelfwaardegevoel30.08 b (7.76) 34.13 ab (4.91) 36.47 a (6.27) 31.27 b (2.80) Angst41.77 ab (15.65) 44.00 ab (11.62) 31.33 b (14.67) 50.18 a (18.18) Autoritarisme21.31 bc (7.84) 17.63 c (7.84) 30.47 a (8.99) 24.82 b (4.24)

15 Veronderstel dat onderzoekers de volgende set correlaties vinden bij meten van het kenmerk relationele agressie bij correct en fout gediagnosticeerde tweelingen. Wat kan op basis van dit correlatiepatroon besloten worden? A)De gelijke omgevingsassumptie kan niet gehandhaafd worden. B)Er treedt selectieve plaatsing op bij MZ tweelingparen C)De resultaten van deze studie zijn tegenstrijdig; op basis van deze resultaten is het onduidelijk of de gelijke omgevingsassumptie al dan niet kan gehandhaafd worden. D)Op basis van deze gegevens moet besloten worden dat de bevindingen bij tweelingen niet kunnen gegeneraliseerd worden naar de totale populatie. Realiteit MZDZ Label MZ.30.40 DZ.20.40

16 Veronderstel dat gedragsgenetici vaststellen dat de fenotypische samenhang bij MZ tweelingen.42 is, terwijl deze.33 is bij DZ tweelingen (beide apart opgevoed). Welke van de onderstaande uitspraken zou volgens de interactieve benadering correct zijn? a)A = 22% b)C = 22% c)E = 21% d)Geen enkele van de andere uitspraken is correct volgens de interactieve benadering

17 Antwoorden: c, c, b, b, c, b, d, c, d


Download ppt "Tips instuderen cursus Ontwikkelingspsychologie. Tips 1) Cursus = basis 2) Probeer er geen kleurboek van te maken 3) Specifieke onderzoeksresultaten hoef."

Verwante presentaties


Ads door Google