(E)OBD.

Presentatie over: "(E)OBD."— Transcript van de presentatie:

1 (E)OBD

2 EOBD wanneer en waar? OBD 1 1988 OBD 2 1996 OBD 3 2000 OBD 4 2004
EOBD = OBD verplicht EOBD = Europese On Board Diagnose

3 OBD (amerika) Voertuigen moeten met elektronische systemen zijn uitgevoerd die zichzelf controleren Uitlaatgasrelevante defecten moeten zichtbaar gemaakt worden door een storingslampje op instrumentenpaneel Het defect moet worden vastgelegd in het storingsgeheugen van de computer en door middel van een knippercode uit te lezen

4 OBD 2 1996 (Amerika) Extra knipperfunctie van controlelamp
De componenten niet alleen controleren op hun functie maar ook de invloed op uitlaatgassen behalve defecten opslaan ook de parameters opslaan Uitlezen van storingscodes met een diagnose tester, i.p.v. Knippercodes

5 OBD (amerika) Specificatie aanduidingen per type motor, brandstofsysteem en gewicht Uitstoot van schadelijke gassen verminderen

6 Wettelijke EOBD richtlijnen
Standaard foutcodes Waar zit de EOBD stekker Wat moet EOBD wel en niet controleren? Readiness-test/DTC/FFD/MIL

7 Doelstelling EOBD Voortdurende controle van de uitlaatgasrelevante componenten en systemen. Direct herkennen en weergeven van wezenlijke emissie toenamen gedurende de levensduur. Permanente lage uitlaatgasemissiewaarde. Standaard communicatie protocol.

8

9 Taken EOBD Onderdelen controleren die emissie kan verhogen met 15% of meer, of 1,5 keer de EURO 3 grenswaarde. Brandstofsysteem en misfire continu controleren (katalysatorbewaking) Aansturen van de M.I.L

10

11 De emissie-technische storingslamp
1. Lampje uit en blijft uit bij aanzetten van het contact? Lampje of computer defect 2. Lampje gaat uit na aanzetten van het contact? Geen storing aanwezig Kleur rood is verboden

12 De emissie-technische storingslamp
Lampje aan? Grenswaarde overschreden tot km Genswaarde overschreden met meer dan 20% (boven de km) Misfire waarbij de grenswaarde wordt overschreden Geen storing meer aanwezig, lampje gaat uit na 3 rijcycli

13 De emissie-technische storingslamp
Knipperend? Storing heeft invloed op de levensduur van de katalysator

14 Begrippen controleritten
Rijcyclus (Drive cycle) Inzetbaarheidsrit. (Readiness-test)

15

16

17

18 Modi EOBD-tester Mode 1: Actuele motorgegevens
Mode 2: Freeze frame data Mode 3: Foutcodes uitlezen Mode 4: EOBD-gegevens wissen Mode 5: Testresultaten λ-sondes opvragen Mode 6: (Wachtkamer niet continu storingen) Mode 7: Wachtkamer storingen Mode 8: Actuatortest Mode 9: Voertuigidentificatie gegevens

19 Mode 2 Freeze Frame Data Fouten met de hoogste prioriteit wordt weergegeven. Ondersteuning van PID’s. (Parameter Indentificatie Code) Er kunnen meerdere Freeze Frame Data’s opgeslagen worden.

20 Freeze Frame Data

21 Controle systemen (continu monitoren)
Emissie-technische componenten Verbrandingsstoringen (misfire) Lambdasondes Brandstofsystemen Katalysatorwerking

22 Opslaan van fouten Eerste herkenning fout tijdens rijcyclus: tijdelijke DTC. (wachtkamer) M.I.L. hoeft niet aangestuurd te worden

23 Opslaan van fouten Zelfde fout tijdens tweede rijcyclus:
FrFr + DTC + M.I.L Katalysatorschade?: M.I.L. knippert direct

24 Opslaan van fouten Eerste fout tijdens drive cycle: Freeze Frame + wachtkamer MIL hoeft niet aangestuurd te worden Zelfde fout tijdens tweede drive cycle Zelfde Fr Fr + DTC + MIL Katalysatorschade? MIL knippert direct

25 Statische controle van componenten

26 Dynamische controle van componenten

27 Detectie van verbrandingsstoringen (misfire)

28 Verbrandingsstoringen
Toerental- sensor Bepalen van Type A of Type B "misfire" opslaan in het geheugen. Controle op onregelmatig draaien Type B uitlaatgas- relevant M.I. Licht op Type A katalysator- knippert Evalueren op “misfire”

29 Lambdasondes (HO2S)

30 De lambdasonde 6 8 1 2 9 5 7 4 3

31 Closed-loop regeling

32 Open-loop regeling

33 Het brandstofsysteem

34 Van de -sensoren wordt het volgende gecontroleerd:
* reactietijd * omslagpunt * min/ max waarden * frequentie * integrator aanpassing in seconden

35 Goed en fout -signaal sensor 2
Goed -signaal Fout -signaal sensor 1 Goed en fout -signaal sensor 2

36 eerste versnelling tweede versnelling derde versnelling schakelmoment
50 40 30 20 10 Snelheid km/h tijd in sec eerste versnelling tweede versnelling derde versnelling schakelmoment ontkoppelde motor

37 EINDE