De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater

Verwante presentaties


Presentatie over: "Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater"— Transcript van de presentatie:

1 Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater
Narcolepsie en Gedrag Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater

2 Inhoud Verhouding tussen narcolepsie patienten en psychiaters
Wat is narcolepsie? Onderzoek Eetgedrag en emotioneel gedrag Hypnagoge hallucinaties en dromen Oerbewustzijn Behandeling nachtmerries

3 Psychiatrische diagnoses in jaar voorafgaand aan diagnose narcolepsie
36 % kreeg ‘psychiatrische diagnose’ Neurotisch Depressie Persoonlijkheidsstoornis Psychose Kryger 2002

4 Hypocretin Deficiency in Human Narcolepsy
Lateral hypothalamic brain tissue Cerebrospinal fluid Narcoleptic Control 200 400 600 Control (n=15) Neurological Controls (n=19) Narcolepsy (n=38) (pg/mL) The association of low cerebrospinal fluid (CSF) hypocretin levels with narcolepsy was analyzed in 38 patients with narcolepsy/cataplexy and 34 matched control subjects (15 control subjects and 19 neurologic patients) (left panel).1 Levels of CSF hypocretin were measurable (169 to 376 pg/mL) in all control subjects (yellow and blue dots) and were dramatically decreased (<100 pg/mL) in 32 of the 38 patients with narcolepsy/cataplexy (all HLA-DQB1*0602-positive) (red dots). These results suggest that hypocretin protein levels are low in most patients with narcolepsy/cataplexy and that the CSF hypocretin test may be useful for diagnostic purposes. Histopathologic studies also showed that the hypocretin system is deficient in patients with narcolepsy with dramatic loss of hypocretin neurons (right panel).2 1 cm 1 cm f; fornix Adapted from Nishino et al. Ann Neurol 2001;50:381; Peyron et al. Nat Med 2000;6:991. Nishino S, Ripley B, Overeem S, et al. Low cerebrospinal fluid hypocretin (orexin) and altered energy homeostasis in human narcolepsy. Ann Neurol. 2001;50: Peyron C, Faraco J, Rogers W, et al. A mutation in a case of early onset narcolepsy and a generalized absence of hypocretin peptides in human narcoleptic brains. Nat Med. 2000;6:

5 Microdialyse amygdala Blouin (2013)

6 Hypocretine uitscheiding Amygdala

7 Onderzoeksgroep Dr. S. Overeem Prof. Dr. J.K. Buitelaar
Prof. Dr. W.O. Renier Dr. G.J. Lammers G.A. Lappenschaar Prof. Dr. P.P. Hodiamont En vele anderen

8 Opzet onderzoek Psychiatrische vragenlijst SCAN 2.1
60 patienten met narcolepsie 120 personen uit bevolkingsonderzoek

9 Promotie 2011

10 Symptomen en Diagnoses
Let op: niet iedereen zal zich hierin herkennen!

11 eetgedrag Vreetbuien met controleverlies 43%
Enorme zin in eten (craving) 67% Diagnose ‘eetstoornis’: 23% Eetgedrag gestuurd vanuit hypothalamus, waar ook hypocretine (orexin) wordt geproduceerd.

12 Gedrag in situaties angst menigten, winkels, theater 17%/ 2%
angst te vallen, geen hulp 17%/ 1% angst uitgaan, alleen reizen 13%/ 2% Angst alleen thuis zijn 10%/ 1% geeft hinder in dagelijkse bezigh %/ 0% Agorafobie: 1%/0%

13 ANGST VOOR DIEREN, INSECTEN
22% / 8%

14 Vermijdingsgedrag Hoogtevrees (trappen, bruggen) 48%/6%
angst voor dieren (insecten, ratten) 22%/8% angst voor water (zwembad, meer, zee) 13%/ 3% angst voor tunnels en kleine ruimtes 15%/ 4% angst voor ziekenhuis, tandarts, inject. 15%/3% Hinder in dagelijkse activiteiten 13%/2% Specifieke fobie: 1%/0%

15 Paniek gedrag Angst gek te worden 28%/ 5% Angst dood te gaan 23%/ 3%
Paniekaanvallen 22%/ 6% Hinder dagelijkse bezigheden: 27%/ 4% Paniekstoornis zonder agorafobie: 2%/ 1%

16 Sociaal gedrag Liever niet naar verjaardagen en feestjes, vermijding van sociale contacten Spreken met vreemden (publiek) 30%/ 1% Spreken met kleine groep bekenden 10%/1% Eten en drinken in openbare gelegenh. 8%/ 2% Geeft hinder in dagelijkse bezigheden: 28%/ 1% 20% van de patienten: sociale fobie

17 Somber gedrag sombere stemming 30%/8% huilerig 25%/3%
nergens zin in hebben 27%/3% overdreven schuldgevoel 22%/2% minder zelfvertrouwen 20%/3% Hinder bij dagelijkse bezigheden: 33%/7% Diagnose depressie: 7%/ 3% (n.s.): niet vaker Diagnose bipolair I 7%/ 0% (n.s.) niet vaker

18 Wat is dit? Veel patienten met narcolepsie rapporteren dat ze met regelmaat door de kamer of buiten rond vliegen. Wat is dit voor fenomeen? Dit is een bepaald type hypnagoge hallucinatie, een Out of Body Experience. Ik onderzocht de hallucinaties bij narcolepsie en verschillende controle groepen

19 Hypnagoge hallucinaties gedrag
Hallucinaties zijn zichtbaar (visueel), hoorbaar (auditief) en voelbaar (haptisch) Hoe dichterbij hoe enger. Binnendringers op 80 cm ervaren, uittreden en zichzelf zien op 2 meter, vliegen vaak buiten de kamer. Vliegen vaak plezierig. Lichamelijk contact (wurgen, druk op de borst, steken) meest beangstigend, Cheyne 2004

20 Ik zal u door de dia heenleiden: narcolepsie patiënten (rood), schizofrenie patienten (blauw) en de bevolking (groen). Links onder staan de gehoorshallucinaties: stemmen en geluiden horen, daarnaast de visuele hallucinaties: mensen, dingen, vormen zien die er niet zijn, daarnaast ander hallucinaties: reukhallucinaties, sexuele hallucinaties en anderen waaronder gevoelshallucinaties. De sterretjes geven de significante verschillen aan. In het vak van de gehoorshallucinaties scoren de patiënten met narcolepsie alleen hoger bij nonverbale hallucinaties: voetstappen horen, kloppen, dierengeluiden. Schizofrenie patienten scoren significant hoger bij stemmen die commentaar geven. Schizofrenie patienten koppelen de stemmen vaker aan waanideeën: het is zeker mijn buurman die iets van plan is. Bij de visuele en andere hallucinaties scoorden de narcolepsie patiënten hoger of gelijk aan de schizofrenie patienten. De grote piek geeft de hypnopompe hallucinaties aan, de vliegervaringen (OBE) horen bij het laatste type.

21 Onderzoek: hallucinaties
Resultaten JA, hallucinaties narcolepsie verschillen van schizofrenie. Multi- modaal bij narcolepsie Meer stemmen horen (in combinatie met wanen) bij schizofrenie Het komt er op neer dat narcolepsie patiënten een meer volledige ervaring hebben bij het hallucineren: met beeld, geluid, gevoel, reuk, pijn etc. gecombineerd: multi modaal. Dit zorgt voor een hoog werkelijkheidsgehalte. Bij patiënten met schizofrenie overheerst het stemmen horen, vaak in de context van een idee wat er aan de hand is, (b.v. het is mijn buurman): een waanidee. De beide patronen bleken op statistische wijze van elkaar te onderscheiden te zijn: een ander patroon bij narcolepsie pat en sz pat.

22 Hallucinatie en droom in geheugen
Overdag ook angst voor insecten, water, hoogtes e.d. Soms moeilijk te onderscheiden: gebeurd of niet gebeurd? (Wamsley, Donjacour en Stickgold 2013) bron van herinnering niet goed te achterhalen. Hallucinaties doen denken aan psychose ‘Ik ben toch niet gek?’

23 Extra eigenschappen Paranormaal Contact met ‘Oerbewustzijn’
Uittredingen vgl. Bijna Dood Ervaringen Primitieve culturen: ziel als ‘mannetje’ Celebes: bij vrees ziel kwijt te raken vishaken om neus en mond Bij gapen knippen Hindoes met de vingers, dan kan ziel lichaam niet verlaten

24 Extra eigenschappen Bororo’s: tijdens dromen maakt uitgetreden ziel echte gebeurtenissen mee die even reëel zijn als de gebeurtenissen overdag. The golden bough, Frazer, 1922 Venster op het collectieve onbewuste B.v. Vannachtfilm op Net 5 ‘the invisible’ : Nick verlaat na een vechtpartij zijn lichaam en komt terecht in een schemerwereld..(micro gids)

25 voordeel Waarschijnlijk minder verslavingsgevoelig

26 Behandeling nachtmerries
Imaginatie en Rescripting Therapy (IRT) 1. Normalisatie: starten nachtmerrie dagboek 2. Preparatie: leren ontspannen 3. Rescripting: alternatief scenario bedenken en opschrijven. 6-8 x per dag inbeelden oefenen 4. Imaginatie: inbeelden alternatieve droom, registreren, 1 -2 nachtmerries tegelijk, bij angst ontspannen Annette van Schagen 2012 Nachtmerries en werkboek Spoormaker, Lancée.

27 Conclusie Nadelen: stemming, angsten, vermoeid
Voordelen: venster op (collectief) onderbewuste, ws minder snel verslaafd.

28 Levens perspectief Kinderen wat meer in zichzelf gekeerd, hallucinaties, kunnen wat gedrukt zijn, sociale angst en woedebuien Adolescenten: buitenschoolse activiteiten minder, blijven soms onder eigen niveau Volwassenen: meer relatieproblemen, werk soms beter dan vrije tijdsbesteding, ongelukken Oude dag: betere kwaliteit van leven, minder depressief

29 Bijna Dood Ervaring (BDI)
Begin Gevoel crisis Gevoelens van vrede Een geluid (gezoem) Donkere tunnel, licht Tot Buiten het lichaam Ontmoeting met anderen / een lichtwezen Levensschouw, bereiken van een grens Einde terugkeer

30 Vermoeidheid 63% ernstig vermoeid Kwaliteit van leven minder
Depressieviteit meer Relatief onafhankelijk van slaperigheid

31 Gevoeligheid voor beloning en straf
Alarmsysteem werkt minder goed: vermijden straf minder


Download ppt "Dr. H.A. Droogleever Fortuyn, psychiater"

Verwante presentaties


Ads door Google