Plantenkennis – Coniferen

Presentatie over: "Plantenkennis – Coniferen"— Transcript van de presentatie:

1 Plantenkennis – Coniferen

2 Bladconifeer Naaldconiferen Schubconiferen

3 Plantenkennis Abies concolor – blauwe zilverspar Hoogte: 5 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: Vrij lange, zacht maar stevige naalden. De naalden hebben een blauwgrijze kleur en geven een citroenachtige geur af. Groeiplaats: verdraagt een droge standplaats. Standplaats: zon 1

4 Plantenkennis Abies grandis – reuzen zilverspar Hoogte: 40 m.
Bloei: mei Bloem: geel Naald: lichtgroene naalden, met 2 witte banden aan de onderzijde. Speciale mandarijnengeur Groeiplaats: vraagt bij voorkeur een licht zure bodem. Standplaats: zon 2

5 Plantenkennis Abies koreana – koreaspar Hoogte: 4 m. Bloei: - Bloem: -
Naald: zijn kort en breed, de punt is stomp en ingekerfd. De onderzijde van de naald is zilvergrijs met een kenmerkende blauwe streep in de lengte van de naald. Groeiplaats: De Koreaanse zilverspar kan op alle, niet te kleirijke en natte gronden worden geplant. Standplaats: zon - halfschaduw 3

6 Plantenkennis Abies nordmanniana – nordmanden Hoogte: 10 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: Glanzend donkergroene naalden met 2 witte banden aan onderzijde. De dunne, platte naalden zijn 2 tot 3,5 cm lang en 2 mm breed met een stompe punt waardoor ze niet prikken. Groeiplaats: kan op droge gronden groeien. Standplaats: zon – halfschaduw - schaduw 4

7 Plantenkennis Abies procera – edele zilverspar Hoogte: 10 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: Glimmende blauwgroene naalden. De rechtopstaande, stompe naalden van de Abies (zilverspar) voelen veel zachter aan. Groeiplaats: houdt van een lichtzure bodem Standplaats: zon 5

8 Plantenkennis Araucaria araucana – apenboom Hoogte: 20 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: zijn schubachtig, dik, driehoekig en scherp. Ze zijn ongeveer 3 tot 5 cm lang en blijven lange tijd (tot 15 jaar) op de door de naalden bedekte takken. Groeiplaats: houd van een vochtige leembodem Standplaats: zon - halfschaduw 6

9 Plantenkennis Cedrus deodara – himalayaceder Hoogte: 50 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: naalden zijn spits, dun, zacht, buigzaam en meestal lichtgroen, zelden blauw of grijsgroen. Groeiplaats: grond op alle gronden. Standplaats: zon 7

10 Plantenkennis Chamaecyparis lawsoniana – Californische cypres
Hoogte: 30 m. Bloei: - Bloem: - Naald: heldergroene, driehoekige en schubbige bladeren die zijn bevestigd aan afgeplatte, horizontale twijgen. Ze doen denken aan varenbladeren. Groeiplaats: houd niet van natte gronden i.v.m wortelrot, dus zorg ervoor dat de grond goed doorlatend is zodat het overtollige water goed afloopt. Standplaats: schaduw De schors is glad, grijsbruin en glimmend 8

11 Plantenkennis Cupressocyparis x leylandii – cypres Hoogte: 500 cm.
Bloei: april - mei Bloem: onopvallende groene bloemen Naald: lichtgroen tot grijsgroen schubben. Groeiplaats: Te natte of te droge gronden worden slecht verdragen. Slecht doorlatende gronden worden dan weer wel goed verdragen. Standplaats: zon – halfschaduw 9

12 Plantenkennis Juniperus communis – jeneverbes Hoogte: 10 m.
Bloei: april - mei Bloem: groen Naald: naalden van de jeneverbes staan kransstandig en hebben geen bladsteel. Ze voelen leerachtig aan Groeiplaats: groeit op droge voedselarme grond. Standplaats: zon Vlezig groene bessen. De bessen hebben twee jaar nodig om te rijpen en verkleuren dan naar zwart. 10

13 Plantenkennis Larix kaempferi – Japanse lariks / lork Hoogte: 30 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: 1,5 – 3,5 cm lang, plat. Van boven fris groen, van onder met twee blauwwitte strepen Groeiplaats: geen specifieke voorkeuren voor grond. Standplaats: zon – halfschaduw - schaduw In de herfst laat de lork zijn naalden vallen. 11

14 Plantenkennis Metasequoia glyptostroboides – Chinese tempelboom
Hoogte: 25 m. Bloei: - Bloem: - Naald: zijn plat, liggen in een vlak maar zijn toch spiraalsgewijs ingeplant Groeiplaats: bodem mag vochtig zijn want een hoge grondwaterstand wordt verdragen. Standplaats: zon - halfschaduw Een van de weinige bladverliezende naaldbomen en valt op door zijn goud- en roestkleuren in de herfst. 12

15 Plantenkennis Herkenning Picea afgetrokken naalden met een stukje hout
hangende kegel gegroefde twijg Piramidale groei

16 Plantenkennis Picea abies – fijnspar / kerstboom Hoogte: 12 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: zijn vierkant of plat, glimmend groen en 1,5 tot 2 cm. lang. Groeiplaats: geen specifieke eisen aan de bodem. Standplaats: zon – halfschaduw 13

17 Plantenkennis Picea omorika – Servische spar Hoogte: 30 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: Jonge naalden zijn grasgroen en kleuren later donker- tot diep blauwachtig groen. Op de onderkant zijn de huidmondjes in twee witte, brede rijen gerangschikt. Groeiplaats: weinig eisend en vraagt een normale tuingrond. Ze verdragen kalk. Natte gronden is uit den boze. Standplaats: zon - halfschaduw Onderkant naalden 14

18 Plantenkennis Picea pungens glauca – blauwspar (zaailing)
Hoogte: 30 m. Bloei: - Bloem: - Naald: 1,5-3 cm lang, ruitvormig op dwarsdoorsnede en hebben een scherpe punt. De naalden zijn dof grijsgroen tot glimmend blauwgrijs Groeiplaats: houdt van voldoende vochtige gronden. Standplaats: zon 15

19 Plantenkennis Pinus indeling Groep A Groep B 5 naalden 2 naalden

20 Plantenkennis Pinus mugo pumilio – bergden Hoogte: 80 cm.
Bloei: mei – juni Bloem: groen Naald: Veel naalden, kort, groen met een variabele lengte. Groeiplaats: Kalkrijke gronden worden echter over het algemeen iets minder goed verdragen. Bij voorkeur is de grond dus lichtzuur tot neutraal en goed drainerend. Standplaats: zon, halfschaduw 16

21 Plantenkennis Pinus nigra nigra - Oostenrijkse den Hoogte: 10 m.
Bloei: -. Bloem: - Knop: zijn bleekbruin en hebben een brede voet Naald: stijve, donkergroene tot zwart naalden, die gekromd zijn en een scherpe punt hebben Standplaats: kan goed tegen wind. De gele tot grijsbruine kegels zijn eivormig en gepunt. De zijn 5-8 cm lang. 17

22 Plantenkennis Pinus sylvestris – grove den Hoogte: 25 m. Bloei: -
Bloem: - Knop: bruin, spits en harsig. Naald: in groepjes van 2 bijeen; 4- 7 cm lang. Groen tot blauwgroen. Groeiplaats: van oorsprong op slechte gronden, arme droge zandgronden. Vrucht: kegels groeiend gedurende 2 jaar. Aan het eind van het tweede seizoen zijn ze 3 – 6 cm en geelbruin, later grijsbruin. . 18

23 Plantenkennis Pinus wallichiana – tranenden Hoogte: 10 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: De blauwgroene afhangende naalden hangen in bosjes van 5 samen, zijn zacht dun en geknikt en zijn 5cm tot 10cm lang. Groeiplaats: staat het liefst in een goed doorlatende bodem die zurig is Standplaats: zon - halfschaduw 19

24 Plantenkennis Pinus mugo mughus – bergden Hoogte: 125 cm. Bloei: mei
Bloem: geel Naald: Groeiplaats: groeit het liefst op kalkhoudende gronden. Standplaats: zon - halfschaduw 20

25 Plantenkennis Pseudotsuga menziesii – douglasspar Hoogte: 40 m.
Bloei: april Bloem: geel (mannelijk) rood (vrouwelijk) Naald: De fris geurende naalden staan dicht opeen. Ze zijn 2 tot 4 cm lang, spits en van boven glanzig lichtgroen. Groeiplaats: groeit het best op vochthoudende, matig voedselrijke grond. Standplaats: zon - halfschaduw 21

26 Plantenkennis Sequoiadendron giganteum – mammoetboom Hoogte: 50 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: blauwgroene of donkergroene schubbladeren van 4-7 mm lang Groeiplaats: goed water doorlatende grond is een vereiste Standplaats: zon De opvallend zachte, vezelige bast kan met de vuist gemakkelijk ingedeukt worden, wat zijn bijnaam "boksboom" verklaart 22

27 Plantenkennis Taxodium distichum – moerascypres Hoogte: 30 m.
Bloei: april Bloem: groen (kegels) Naald: langloten groeien schubvormige naalden, radiaal spiraalvormig afstaand. In de herfst kleuren de naalden eerst geel of oranje en later donkerrood of bruin Groeiplaats: Veengrond of natte zandgrond komt het meest in aanmerking Standplaats: zon – halfschaduw In de winter verliest de Taxodium haar naalden. 23

28 Plantenkennis Taxus baccata - venijnboom Hoogte: 3 tot 18 meter.
Bloei: Maart t/m mei. Bloem: Groen, mannelijke bloemen met 6 tot 14 gele meeldraden, vrouwelijke bloemen alleen of in paren Bladeren: Wintergroen, naalden 1 tot 1½ cm, glanzend donkergroen, van onderen lichter groen. Standplaats: Zon tot schaduw. Groeiplaats: vochtige, goed doorluchte, matig voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze grond. Vrucht: rode bes, de pit is giftig. 24

29 Plantenkennis SCHUBVORMIGE BLADEREN overstaand of in kransen van 3
voorblaadje kantblaadje Y-vorm V-vorm

30 Plantenkennis Thuja occidentalis – westerse levensboom Hoogte: 15 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: fijne, kantachtige scheuten met scherpe appelgeur. Vaak geelachtig. Het blad is geurend bij het wrijven tussen de vingers. Groeiplaats: vochtige, doorlaatbare, kalkhoudende humus bodem Standplaats: zon - halfschaduw Groei op jaarbasis: ca cm, breedte: ca 10-15 cm. 25

31 Plantenkennis Thuja plicata – reuzenlevensboom Hoogte: 20 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: De bladeren zijn stomp en schubachtig en zitten aan afgeplatte twijgen. De bovenzijde van de bladeren is helder- en glanzend groen, de onderzijde is bleker en witachtig. Groeiplaats: geen specifieke eisen voor grond. Standplaats: zon - schaduw het hout van de Thuja plicata staat bekend onder de naam western red cedar. 26

32 Plantenkennis Thujopsis dolabrata – thujopsis/ hibacypres
Hoogte: 15 m. Bloei: - Bloem: - Naald: De bladeren zijn glanzendgroen. De onderkant van de schubben zijn wit. Groeiplaats: wenst een matig voedselrijke, vochthoudende tot vochtige, 'gemiddelde' bodem. Standplaats: zon - schaduw 27

33 Plantenkennis Tsuga canadensis – Canadese hemlockspar Hoogte: 20 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: naalden staan met korte stelen verspreid aan de twijg. Bovenkant is zachtgroen, de onderkant opvallend wit tot lichtgrijs met 2 witte strepen en een groene rand Groeiplaats: vochtige plaatsen met zure grond, Standplaats: schaduw 28

34 Alleen niveau 4! Plantenkennis Coniferen

35 Plantenkennis Picea breweriana – spar Hoogte: Bloei: - Bloem: - Naald:
Groeiplaats: Standplaats: 29

36 Plantenkennis Picea orientalis – Kaukasische spar Hoogte: 20 m.
Bloei: - Bloem: - Naald: zijn dofgroen, hebben een duidelijk vierkantige doorsnede en een stompe top. Aan de bovenzijde van de twijgen staan de naalden dicht radiaal, aan de onderzijde min of meer gescheiden. Groeiplaats: geen specifieke eisen aan de bodem. Standplaats: zon 30

37 Plantenkennis Picea sitchensis - sitkaspar Hoogte: 40 m. Bloei: -
Bloem: - Naald: de naald is plat. Ze zijn 1,5 tot 2,5 cm lang en zeer puntig. De naalden zijn blauwgroen van boven en hebben twee blauwachtig witte strepen. Groeiplaats: geen specifieke eisen aan de bodem. Standplaats: zon – halfschaduw De twijgen zijn meestal kaal. De schors is dun en geschubd, donkergrijs of grijsbruin van kleur en gevlekt of gespikkeld 31

38 Plantenkennis Pinus strobus – weymouthsden Hoogte: 30m. Bloei: -
Bloem: - Naald: slanke, blauwachtig groene naalden van 8-12 cm lang. Ze groeien in bosjes van vijf dicht opeen. Groeiplaats: vochtige, zandige leemhoudende gronden De boomschors is glad en groenachtig bruin. Later wordt de schors grijsachtig tot zwart met een beetje paarse gloed. De twijgen zijn slank en heldergroen 32

39 Plantenkennis Tsuga heterophylla – west Amerikaanse hemlockspar
Hoogte: 40 m. Bloei: - Bloem: - Naald: naalden, in 2 rijen, glanzend groen, 0,5 - 2 cm Groeiplaats: vochthoudend en lichtzure grond. Standplaats: schaduw De twijgen zijn bleek geelbruin en zijn bedekt met lange haren Knoppen: klein, bruin en bolvormig 33