De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

1 Advent- en kerstbijeenkomst op 18 december 2015 van de Vrouwenbijbelstudiekring EUNICE en van de 55-plus contactcommissie van de Christelijke Gereformeerde.

Verwante presentaties


Presentatie over: "1 Advent- en kerstbijeenkomst op 18 december 2015 van de Vrouwenbijbelstudiekring EUNICE en van de 55-plus contactcommissie van de Christelijke Gereformeerde."— Transcript van de presentatie:

1 1 Advent- en kerstbijeenkomst op 18 december 2015 van de Vrouwenbijbelstudiekring EUNICE en van de 55-plus contactcommissie van de Christelijke Gereformeerde Kerk Utrecht-Centrum.

2 Opening van deze advent- en kerstbijeenkomst Welkom (inclusief internetluisteraars) 2

3 Gezang 250: 1, 4 en 5 Kom, Heilge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht. Verschijn, Lichtengel, in de nacht van onze geest, verward en trots. 3

4 Gezang 250: 1, 4 en 5 Hoor, Heilge Geest, wij roepen U! Kom, wees aanwezig in het woord; wek onze geest, opdat hij hoort, wek ons tot leven, hier en nu. 4

5 O Heilge Geest, wij zijn verblijd: Gij immers, eeuwig ondoorgrond, legt zelf dit lied ons in de mond, ten teken dat Gij bij ons zijt. Gezang 250: 1, 4 en 5 5

6 Gebed Toelichting op het thema van het declamatorium: ‘OP ZOEK NAAR DE VERLOSSER’  Op weg  Gevonden  Aanbidden 6

7 Het declamatorium is oorspronkelijk samengesteld door enkele leden van de vrouwenvereniging ‘Tot Opbouw’ te Emmeloord. 7

8 Hervormde Bundel 1938, gez. 1: 1, 3 en 7 Hoe zal ik u ontvangen, hoe wilt Gij zijn ontmoet, o, 's werelds hoogst verlangen, des sterv'lings zaligst goed? Dat ons uw Geest verlichte! Houd zelf de fakkel bij, die, Heer, ons onderrichte wat U behaag'lijk zij! 8

9 Hervormde Bundel 1938, gez. 1: 1, 3 en 7 Ver van de troon der tronen en 's hemels zonneschijn, wilt G' onder mensen wonen, der mensen broeder zijn! Met God wilt G' ons verzoenen, tot God heft G' ons omhoog, en onder millioenen hebt Gij ook mij in 't oog. 9

10 Hervormde Bundel, gez. 1: 1, 3 en 7 Nu hebt gij niet te vragen, of God wel vrede biedt: "In mensen welbehagen!" zo klinkt het eng'lenlied. 't Klinkt voort, waarheen w' ook zwerven uit Bethl'em Efrata; het klinkt ook onder 't sterven nog in ons harte na! 10

11 Het Kerstevangelie volgens de Bijbel in Gewone Taal 11

12 Lucas 1: 26 - 33 26 God stuurde de engel Gabriël naar Nazaret, een stad in Galilea. Elisabet was toen zes maanden zwanger. 27 De engel ging naar Maria, een jonge vrouw die zou gaan trouwen met Jozef. Jozef kwam uit de familie van koning David. 28 De engel zei tegen Maria: ‘Ik groet je, Maria. God heeft jou uitgekozen. Hij zal bij je zijn.’ 30 Toen zei de engel tegen Maria: ‘Je hoeft niet bang te zijn, Maria. God heeft je uitgekozen voor iets moois. 31 Je zult zwanger worden en een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. 32-33 Jezus zal heel belangrijk zijn, hij zal Zoon van de allerhoogste God genoemd worden. En God, de Heer, zal hem koning maken, net zoals zijn voorvader David dat was. Jezus zal voor altijd koning van Israël zijn. Aan zijn macht komt geen einde.’ Maria is verbaasd 12

13 Lucas 1: 26 - 33 29 Maria schrok van de woorden van de engel. Ze vroeg zich af wat hij bedoelde. 30 Toen zei de engel tegen Maria: ‘Je hoeft niet bang te zijn, Maria. God heeft je uitgekozen voor iets moois. 31 Je zult zwanger worden en een zoon krijgen. Je moet hem Jezus noemen. 13

14 Lucas 1: 26 - 33 32 Jezus zal heel belangrijk zijn, hij zal Zoon van de allerhoogste God genoemd worden. 33 En God, de Heer, zal hem koning maken, net zoals zijn voorvader David dat was. Jezus zal voor altijd koning van Israël zijn. Aan zijn macht komt geen einde.’ 14

15 Gezang 145: 1 Nu zijt wellekome Jesu, lieve Heer, Gij komt van alzo hoge, van alzo veer. Nu zijt wellekome van de hoge hemel neer. Hier al op dit aardrijk zijt Gij gezien nooit meer. Kyriëleis. 15

16 Lucas 2: 1 - 7 1 In die tijd werd er een bevel van keizer Augustus bekendgemaakt. Hij wilde alle inwoners van het Romeinse rijk laten tellen. 2 Het was de eerste keer dat dit gebeurde. Het was in de tijd dat Quirinius de provincie Syrië bestuurde. 16

17 Lucas 2: 1 - 7 3 Iedereen moest geteld worden in de plaats waar zijn familie vandaan kwam. Daarom gingen alle mensen op reis. 4 Ook Jozef moest op reis. Hij ging van Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Want hij kwam uit de familie van David, en David kwam uit Betlehem. 17

18 Lucas 2: 1 - 7 5 Jozef ging samen met Maria naar Betlehem. Maria zou met Jozef gaan trouwen, en ze was zwanger. 6 Toen Jozef en Maria in Betlehem waren, werd het kind geboren. 7 Het was Maria’s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek, en legde hem in een voerbak voor de dieren. Want er was voor hen nergens plaats om te slapen. 18

19 Gezang 146: 1 en 2 Dit is de dag, die God ons schenkt, waaraan thans ieder christen denkt; hem viere, wat in 't groot heelal door Jezus is en wezen zal. 19

20 Gezang 146: 1 en 2 Men had Hem eeuwen lang verwacht; en toen Gods tijdperk was volbracht, toen zond Hij van zijn hoge troon het heil der wereld ons, zijn Zoon. 20

21 Op weg 21

22 De herders luisteren naar de aanwijzing van de engelen 22

23 Lucas 2: 8 - 14 8 Die nacht waren er herders in de buurt van Betlehem. Ze pasten buiten op hun schapen. 9 Opeens stond er een engel tussen de herders, en het licht van God straalde om hen heen. De herders werden bang. 23

24 Lucas 2: 8 - 14 10 Maar de engel zei: ‘Jullie hoeven niet bang te zijn, want ik breng jullie goed nieuws. Het hele volk zal daar blij mee zijn. 11 Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David. 12 En zo kunnen jullie hem herkennen: het kind ligt in een voerbak en is in een doek gewikkeld.’ 24

25 Lucas 2: 8 - 14 13 En plotseling was er bij de engel een hele groep engelen. Ze eerden God en zeiden: 14 ‘Alle eer aan God in de hemel. En vrede op aarde voor de mensen van wie God houdt.’ 25

26 Gezang 145: 2 Herders op den velde hoorden een nieuw lied, dat Jezus was geboren, zij wisten 't niet. Gaat aan gene straten en gij zult Hem vinden klaar. Bethlem is de stede, daar is 't geschied voorwaar. Kyriëleis. 26

27 De wijze mannen volgen de ster 27

28 Matteüs 2: 1 - 9 1 Jezus werd geboren in Betlehem, een stad in Judea. Herodes was op dat moment koning. Niet lang na de geboorte van Jezus kwamen er wijze mannen in Jeruzalem aan. Ze kwamen uit het oosten, uit een ver land. 28

29 Matteüs 2: 1 - 9 2 Ze vroegen aan de mensen in Jeruzalem: ‘Waar is de koning van de Joden die kortgeleden geboren is? We hebben zijn ster gezien. Die kwam aan de hemel omhoog. En nu zijn we gekomen om de nieuwe koning te eren.’ 3 Toen koning Herodes dat hoorde, schrok hij vreselijk. Ook de andere mensen in Jeruzalem schrokken. 4 Herodes liet alle priesters en wetsleraren bij elkaar komen. Hij vroeg aan hen: ‘Waar zal de messias geboren worden?’ 5 Ze zeiden: ‘In Betlehem in Judea, want dat wordt al verteld in de heilige boeken. Daar staat: 6 «Luister, Betlehem in Judea, jij hoort bij de belangrijkste steden van het land. Want uit Betlehem komt de leider van Israël. Hij zal zorgen voor het volk van God, zoals een herder voor zijn schapen zorgt.»’ De wijze mannen vinden het kind 7 Toen liet Herodes de wijze mannen in het geheim bij zich komen. Hij wilde precies weten wanneer ze de ster voor het eerst gezien hadden. 8 Daarna zei hij: ‘Ga naar Betlehem en zoek uit waar het kind precies is. Als jullie hem gevonden hebben, moet je dat aan mij komen vertellen. Dan kan ik ook naar hem toe gaan om hem te eren.’ 9-10 Na het gesprek met Herodes gingen de wijze mannen op weg. 29

30 Matteüs 2: 1 - 9 4 Herodes liet alle priesters en wetsleraren bij elkaar komen. Hij vroeg aan hen: ‘Waar zal de messias geboren worden?’ 5 Ze zeiden: ‘In Betlehem in Judea, want dat wordt al verteld in de heilige boeken. Daar staat: 30

31 Matteüs 2: 1 - 9 6 «Luister, Betlehem in Judea, jij hoort bij de belangrijkste steden van het land. Want uit Betlehem komt de leider van Israël. Hij zal zorgen voor het volk van God, zoals een herder voor zijn schapen zorgt.»’ 7 Toen liet Herodes de wijze mannen in het geheim bij zich komen. Hij wilde precies weten wanneer ze de ster voor het eerst gezien hadden. 31

32 Matteüs 2: 1 - 9 8 Daarna zei hij: ‘Ga naar Betlehem en zoek uit waar het kind precies is. Als jullie hem gevonden hebben, moet je dat aan mij komen vertellen. Dan kan ik ook naar hem toe gaan om hem te eren.’ 9 Na het gesprek met Herodes gingen de wijze mannen op weg. 32

33 Gezang 145: 3 Wijzen uit het Oosten uit zo verren land zij zochten onze Here met offerand. Z’ offerden ootmoediglijk mirr', wierook ende goud t’ eren van dat kinde, dat alle ding behoudt. Kyriëleis. 33

34 Simeon volgt de Heilige Geest 34

35 Lucas 2: 25 - 26 25 In Jeruzalem woonde een man die Simeon heette. Simeon was goed en eerlijk, en trouw aan God. Hij wachtte zijn hele leven al op de redding van Israël. 26 De heilige Geest was in Simeon, en die had hem verteld: ‘Voordat je sterft, zul je de messias zien die God beloofd heeft.’ 35

36 ‘Herders, heb je ‘t wel verstaan?’ Mensen, heb je 't wel verstaan: Christus is geboren. 't Lieve leven vangt nu aan voor wie hem behoren. Want de vrede van de Heer daalde op de aarde neer. Wij zijn niet alleen, ga naar Bethl’hem heen. In een kribbe moet je zoeken 't kindje in de doeken. 36

37 Gezang 118: 2a Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt! Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid. Blijf … 37

38 Gezang 118: 2b Blijf in uw liefde mij bewaren, waar om mij heen de wereld woedt. O, mocht ik uwe troost ervaren: doe intocht, Heer, in mijn gemoed! 38

39 Gevonden 39

40 ‘De weg naar Bethlehem’ - Frits Deubel (1) De weg naar Bethlehem is soms zo eind’loos ver en door een dichte mist ontbreekt het licht der ster. Verdrietig zoek je God in al je eenzaamheid en smeek je of Zijn hand je naar de kribbe leidt. 40

41 ‘De weg naar Bethlehem’ - Frits Deubel (2) De weg naar Bethlehem gaat door je eigen hart, waarin je vaak verdwaalt door tegenspoed en smart. Je ziet geen wijzen staan die leiden naar het Kind, er klinkt geen eng’lenzang, waardoor je vrede vindt. 41

42 ‘De weg naar Bethlehem’ - Frits Deubel (3) De weg naar Bethlehem, probeer die toch te gaan, want aan het einde kom je bij de Heiland aan. Kniel daar dan biddend neer. Hij ziet je zorg en pijn en wat is schoner dan heel dicht bij Hem te zijn! 42

43 Gevonden door de herders 43

44 Lucas 2: 15 - 16 15 Daarna gingen de engelen terug naar de hemel. De herders zeiden tegen elkaar: ‘Kom, we gaan naar Betlehem. Want God heeft ons verteld wat er gebeurd is. Laten we gaan kijken.’ 16 Ze gingen meteen naar Betlehem. Daar vonden ze Maria en Jozef, en in een voerbak lag het kind. 44

45 Gevonden door de wijze mannen 45

46 Matteüs 2: 10 - 11 10 Na het gesprek met Herodes gingen de wijze mannen op weg. En opeens was daar de ster weer die ze al eerder gezien hadden. Toen ze de ster weer zagen, waren ze erg blij. De ster wees hun de weg. Hij bleef staan boven het huis waar het kind was. 46

47 Matteüs 2: 10 - 11 11 De wijze mannen gingen naar binnen. Daar zagen ze het kind bij zijn moeder Maria. Ze knielden voor hem en eerden hem. Ze gaven hem de dure geschenken die ze meegebracht hadden: goud, wierook en mirre. 47

48 Gezang 139: 1a, 2 en 3 Komt, verwondert u hier, mensen, ziet, hoe dat u God bemint, ziet vervuld der zielen wensen, ziet dit nieuw geboren kind! Ziet, die 't Woord is, zonder spreken, ziet, … 48

49 Gezang 139: 1b, 2 en 3 Ziet, die vorst is, zonder pracht, ziet, die 't al is, in gebreken, ziet, die 't licht is, in de nacht, ziet, die 't goed is, dat zo zoet is, wordt verstoten, wordt veracht. 49

50 Gezang 139: 1, 2a en 3 Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken bindt, die met zijne godheid wandelt op de vleugels van de wind. Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden, zonder … 50

51 Gezang 139: 1, 2b en 3 Zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet, hoe tere is de Here, die 't al draagt in zijne hand. 51

52 Gezang 139: 1, 2 en 3a O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij wat ik door U wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak … 52

53 Gezang 139: 1, 2 en 3b Maak mij door uw kleinheid groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door uw lijden, maak mij levend door uw dood! 53

54 Gevonden door Simeon 54

55 Lukas 2: 27 - 28 27 De heilige Geest stuurde Simeon naar de tempel. Op hetzelfde moment kwamen ook Jozef en Maria naar de tempel. Zij brachten Jezus daarheen om alles te doen wat verplicht was volgens de wet. 28 Toen Simeon het kind zag, nam hij het in zijn armen en dankte God. 55

56 Meditatie “Met Kerst gaan wij op weg naar …….” 56

57 Aanbidden 57

58 ‘De ster van Bethlehem’ - Frits Deubel (1) Herders, wijs mij waar ik Jezus de Verlosser, vinden zal, leid mij naar de schaam'le kribbe, naar de Koning van 't heelal, waar ik, door Zijn ster beschenen, in aanbidding nederval. 58

59 ‘De ster van Bethlehem’ - Frits Deubel (2) Laat die ster mijn pad verlichten als de nacht haar schaduw spreidt, dat zij mij in duisternissen met haar zilv'ren glans verblijdt en mij elke nieuwe morgen nader tot mijn Heiland leidt. 59

60 ‘De ster van Bethlehem’ - Frits Deubel (3) Dan volg ik de weg naar Jezus, door het sterrenlicht omstraald, juichend als ik mag ontwaken, biddend als de avond daalt, tot Hij mij vol vreugd zal roepen en mij heerlijk huiswaarts haalt. 60

61 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Looft God, gij christnen, maakt Hem groot in zijn verheven troon, die nu zijn rijk voor ons ontsloot en zendt zijn eigen Zoon, en zendt zijn eigen Zoon. 61

62 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer op aard om kind te zijn, een kindje arm en naakt en teer al in een kribje klein, al in een kribje klein. 62

63 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Verzakende zijn macht en recht, verkiest Hij zich een stal, neemt de gedaant' aan van een knecht, de Schepper van het Al, de Schepper van het Al. 63

64 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Hij ruilt met ons op vreemde wijs: Hij neemt ons vlees en bloed en geeft ons in zijns Vaders huis zijn eigen overvloed, zijn eigen overvloed. 64

65 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 Hij wordt een knecht en ik een heer: wat win ik veel daarbij! Waar vindt men zoveel gulheid weer als Jezus heeft voor mij, als Jezus heeft voor mij. 65

66 Gezang 147: 1, 2, 3, 4, 5 en 6 En nu ontsluit Hij weer de poort van 't schone paradijs. De cherub staat er niet meer voor. God zij lof, eer en prijs! 66

67 De herders vertellen over het kind en eren God 67

68 Lukas 2: 17 - 20 17 Toen de herders het kind zagen, vertelden ze wat de engel over hem gezegd had. 18 Iedereen die het hoorde, was verbaasd over het verhaal van de herders. 68

69 Lukas 2: 17 - 20 19 Maria probeerde te begrijpen wat het betekende. Ze bleef nadenken over wat de herders gezegd hadden. 20 De herders gingen terug naar hun schapen. Ze eerden God en dankten hem voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Want alles was precies zoals de engel gezegd had. 69

70 De wijze mannen geven geschenken 70

71 Matteüs 2: 11 11 De wijze mannen gingen naar binnen. Daar zagen ze het kind bij zijn moeder Maria. Ze knielden voor hem en eerden hem. Ze gaven hem de dure geschenken die ze meegebracht hadden: goud, wierook en mirre. 71

72 Gezang 141: 1 en 2 Ik kniel aan uwe kribbe neer, o Jezus, Gij mijn leven! Ik kom tot U en breng U, Heer, wat Gij mij hebt gegeven. O, neem mijn leven, geest en hart, en laat mijn ziel in vreugd en smart bij U geborgen wezen. 72

73 Gezang 141: 1 en 2 Voor ik als kind ter wereld kwam, zijt Gij voor mij geboren. Eer ik een woord van U vernam, hebt Gij mij uitverkoren. Voor dat uw hand mij heeft gemaakt, werd Gij een kindje, arm en naakt, hebt Gij U mij gegeven. 73

74 Simeon zingt een danklied en zegent 74

75 Lukas 2: 28 - 34 28 Toen Simeon het kind zag, nam hij het in zijn armen en dankte God. Hij zei: 29 ‘Heer, ik ben uw dienaar. Nu kan ik rustig sterven, zoals u mij beloofd hebt. 30 Want nu heb ik zelf de redder gezien. 31 U hebt hem gestuurd om alle volken te redden. 75

76 Lukas 2: 28 - 34 32 Hij is het licht, hij wijst de volken de weg naar u. Hij is de held van uw volk Israël.’ 33 Die dingen zei Simeon over Jezus. Jozef en Maria waren erg verbaasd. 34 Toen zegende Simeon hen.’ 76

77 Gezang 68: 1 en 2 Zo laat Gij, Heer, uw knecht, naar 't woord hem toegezegd, thans henengaan in vrede, nu hij uw zaligheid, zo lang door hem verbeid, gezien heeft op zijn bede. 77

78 Gezang 68: 1 en 2 Een licht, zo groot, zo schoon, gedaald van 's hemels troon, straalt volk bij volk in d’ ogen, terwijl 't het blind gezicht van 't heidendom verlicht en Isrel zal verhogen. 78

79 ‘Onze Hemelkoning’ - Frits Deubel (1) De geboorte van Gods Zoon is door velen reeds bestreden en het pad van christenzijn wordt met voeten ruw getreden. Langzaamaan verdwijnt de ster en de eng’len met hun zangen. Waar zijn wijzen nog bereid de Verlosser te ontvangen? 79

80 ‘Onze Hemelkoning’ - Frits Deubel (2) En hierboven roept God op tot een grotere bezinning. Soms knielt er een enk’ling neer en boekt Hij een overwinning. Maar wat stoff’lijk is blijkt sterk, men gelooft wat is voor ogen en de Mammon trekt meer aan dan de Vader in den hoge. 80

81 ‘Onze Hemelkoning’ - Frits Deubel (3) Is dan Jezus’ komst vergeefs voor zo menig mens gebleken? Is men op de schaam’le stal en de kribbe uitgekeken? Laat ons toch met blij geloof en een hart vol liefde, tonen dat het hemels Koningskind ieder schepsel wil bewonen! 81

82 Opwekking 60: 1, 2, 3, 4 en 5 Voor uw liefde, Heer Jezus, dank U wel. Wij aanbidden U, Heer. U komt toe alle lof en eer. O, Heer, wij prijzen uw naam! 82

83 Opwekking 60: 1, 2, 3, 4 en 5 Voor uw woord van genade, dank U wel. Heer, U maakte ons vrij. In uw kracht overwinnen wij. O, Heer, wij prijzen uw naam! 83

84 Opwekking 60: 1, 2, 3, 4 en 5 Wij aanbidden U, Jezus, Zoon van God. Vul ons hart voor altijd, met uw liefde en heerlijkheid. O, Heer, wij prijzen uw naam! 84

85 Opwekking 60: 1, 2, 3, 4 en 5 U bent heilig, heilig, heilig Heer. machtig God, zie ons staan, neem ons lied als een lofzang aan. O, Heer, wij prijzen uw naam! 85

86 Opwekking 60: 1, 2, 3, 4 en 5 Maranatha, Heer Jezus, kom terug. Wij verwachten U, Heer. Hoor wij bidden: Kom haastig weer! O, Heer, wij prijzen uw naam! 86

87 In het Kerstevangelie is het God die de mens bij Jezus brengt. Nu is het Jezus die ons bij God brengt. 87

88 Sluiting van deze advent- en kerstbijeenkomst (inclusief afscheid internetluisteraars) 88

89 “Ere zij God” Ere zij God, ere zij God, In de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde. In de mensen een welbehagen. Amen. 89

90 GEZEGENDE FEESTDAGEN 90


Download ppt "1 Advent- en kerstbijeenkomst op 18 december 2015 van de Vrouwenbijbelstudiekring EUNICE en van de 55-plus contactcommissie van de Christelijke Gereformeerde."

Verwante presentaties


Ads door Google