De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, 2015-2016, PERIODE 3.

Verwante presentaties


Presentatie over: "College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, 2015-2016, PERIODE 3."— Transcript van de presentatie:

1 College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, 2015-2016, PERIODE 3

2 Aan het einde van dit college kun je:  de Nieuwnederlandse periode in drieën verdelen;  een aantal kenmerken van het Nieuwnederlands opnoemen;  vertellen wat de gekaapte brieven zijn;  een Nieuwnederlandse tekst van een Middelnederlandse tekst onderscheiden;  een paar taalexterne ontwikkelingen uit de 16 e -18 e eeuw opnoemen;  de standaardisering van het Nederlands in het kort beschrijven;  een paar creooltalen op basis van het Nederlands opnoemen;  drie mythen rond het Standaardnederlands ontkrachten. DOELEN COLLEGE 5

3 3 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam tot 1000 v.C.*Indo-Europees 1000 v.C. – 200*Germaans 200 - 400*West-Germaans 400 - 600*Land-Germaans (Istveoons) 600 – nuNederduits / Nederfrankisch / Nederlands

4 4 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam tot 1000 v.C.*Indo-Europees 1000 v.C. – 200*Germaans 200 - 400*West-Germaans 400 - 600*Land-Germaans (Istveoons) 600 – nuNederduits / Nederfrankisch / Nederlands

5 5 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam 600 - 1150Oudnederlands 1150 - 1500Middelnederlands 1500 - nuNieuwnederlands

6 6 ONTWIKKELING VAN HET NEDERLANDS PeriodeNaam 600 - 1150Oudnederlands 1150 - 1500Middelnederlands 1500 - nuNieuwnederlands

7 7 HET NIEUWNEDERLANDS PeriodeNaam 1500 – 1700Vroegnieuwnederlands 1700 – 180018 e -eeuws Nederlands 1800 - nuModern Nederlands

8 8 HET NIEUWNEDERLANDS PeriodeTerm 1500 – 1700Vroegnieuwnederlands 1700 – 180018 e -eeuws Nederlands 1800 - nuModern Nederlands

9 Taalinterne veranderingen tussen 1500-1700:  De veranderingen uit het Middelnederlands zetten door, bijv.:  apocope: vrouw, put, wijf, ik geef  verdwijnen dubbele ontkenning  diftongering: Hollandse expansie  uit mnl. en vrl. woorden ontstaat het de-geslacht  d wordt j/w: kouwe, ouwe, mooie, kwaaie, ooievaar  de bilabiale w wordt labiodentaal (vgl. Vlaanderen en Suriname)  Vorming van allerlei nieuwe woorden:  voegwoorden: omdat, indien, hoewel, zoals, terwijl, aangezien  overtreffende trap met 't ('t grootst)  Spelling: het lidwoord het komt op als schrijftaalvorm. 16E/17E EEUW

10 Gekaapte brieven (17e en 18e eeuw): gevonden in 1980 Opdracht: lees tekst 7 en 8. a. Noteer zoveel mogelijk zaken waaraan je kunt zien dat je Nieuwnederlandse teksten voor je hebt en geen Middelnederlandse. 16E/17E EEUW

11 Taalexterne veranderingen tussen 1500-1700:  Opkomst van de boekdrukkunst  Reformatie en Republiek  Standaardisering en taalbouw  Opkomst van het Nederlands in de Friese steden  Kolonisatie, export van het Nederlands 16E/17E EEUW

12  Makkelijk om teksten te verspreiden.  Opkomst schrijfconventies: vastere spelling, schrijftaalwoorden (het, kennisse, heden).  Standaardisering: eerst bij drukkers, later bij schrijvers.  Eerste taalboeken:  Joos Lambrecht: Nederlandsche spellynge, Naembouck  Hendrik Laurensz Spiegel: Twe-spraack  Cornelis Kiliaan: Dictionarium, Etymologicum  Het zuiden van het taalgebied liep voorop. 12 OPKOMST BOEKDRUKKUNST

13  Tachtigjarige oorlog, Unie van Utrecht, Republiek  Behoefte aan bijbels in de volkstaal  1637: Statenbijbel  Groeiend gevoel van 'nationale eenheid'  Behoefte aan algemene officiële taal  Gouden Eeuw, VOC/WIC, veel correspondentie  Geleerden gaan in het Nederlands schrijven (Simon Stevin) REFORMATIE EN REPUBLIEK

14  Spellingvoorstellen: 16e, vooral 17e eeuw.  Grammaticaregels, vernieuwing in 17e eeuw (Arnold Moonen, Muiderkring, Baltasar Huydecoper).  herinvoering mnl./vrl. geslacht (Muiderkring)  groter als/dan (Huydecoper)  Uitspraakregels (aa, w)  Ontstaan van typische schrijftaalvormen (heden, kennisse, des konings, ue)  Ontwikkeling nieuwe woordenschat (bestuur, wetenschap enz.)  Veel uitdrukkingen uit Statenbijbel worden spreektaal.  Heel veel ontlening aan het Duits. STANDAARDISERING EN TAALBOUW

15  In 1500 was het Fries de schrijftaal in Friesland.  Rond 1580 was de schrijftaal in Friesland Nederlands geworden.  De spreektaal in de Friese steden werd in de 16e eeuw Nederlands (Hollands dialect).  Het Fries kwam pas eind 17e eeuw weer deels terug als schrijftaal.  Op het platteland is het Fries altijd de voornaamste spreektaal gebleven. HOLLANDS IN FRIESE STEDEN

16  Nederland werd een koloniale grootmacht.  Nederlanders in de koloniën gebruikten Nederlands vaak als bestuurstaal.  Slaven en inheemsen vormden nieuwe (creool)talen op basis van het Nederlands:  Verenigde Staten: Negerduits (tot ± 1900)  Maagdeneilanden: Negerhollands (tot ± 1900)  Brits Guyana: Skepi en Berbice Dutch (tot 2010)  Indonesië: Petjok / Javindo (nog een paar sprekers)  Ceylon: Ceylon-Nederlands (tot in 19e eeuw)  Bijzonder geval: Afrikaans (Zuid-Afrika en Namibië) KOLONISATIE / EXPORT VAN HET NEDERLANDS

17 NICOLINE VAN DER SIJS

18 3 mythen:

19 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams.

20 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams.

21 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands.

22 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands.

23 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands. 3. De 17e-eeuwse taalbouwers zetten zich af tegen het Duits.

24 NICOLINE VAN DER SIJS 3 mythen: 1. Het Standaard- nederlands is vooral Vlaams. 2. De Statenbijbel had grote invloed op het latere Standaardnederlands. 3. De 17e-eeuwse taalbouwers zetten zich af tegen het Duits.

25 Aan het einde van dit college kun je:  de Nieuwnederlandse periode in drieën verdelen;  een aantal kenmerken van het Nieuwnederlands opnoemen;  vertellen wat de gekaapte brieven zijn;  een Vroegnieuwnederlandse tekst van een Middelnederlandse tekst onderscheiden;  een paar taalexterne ontwikkelingen uit de 16 e -18 e eeuw opnoemen;  de standaardisering van het Nederlands in het kort beschrijven;  een paar creooltalen op basis van het Nederlands opnoemen;  drie mythen rond het Standaardnederlands ontkrachten. DOELEN COLLEGE 5

26 Volgende week: Modern Nederlands (1800 tot nu) VOLGENDE COLLEGE


Download ppt "College 5: Vroegnieuw -nederlands TAALGESCHIEDENIS DT JAAR 1, 2015-2016, PERIODE 3."

Verwante presentaties


Ads door Google