Informatiekunde.  Supercomputers  Mainframe – computers  Pc’s en workstations  Laptops  PDA’s.

Presentatie over: "Informatiekunde.  Supercomputers  Mainframe – computers  Pc’s en workstations  Laptops  PDA’s."— Transcript van de presentatie:

1 Informatiekunde

2

3

4  Supercomputers  Mainframe – computers  Pc’s en workstations  Laptops  PDA’s

5  Heel snel  Heel duur  Heel groot

6  Heel snel  Heel duur  Heel groot  Veel mensen kan het tegelijkertijd gebruiken

7  Personal Computer of PC ◦ Kleine computers ◦ Goedkoop ◦ Bedrijven + thuis gebruikt  Werkstation ◦ Is een PC die verbonden is aan een Mainframe of server

8  Draagbare computers  Overal gebruiken ◦ New netbooks ( zonder dvd)

9  Kleiner dan een Laptop vb. Blackberry / smartphones

10 Blz 14

11  Toetsenbord  Beeldscherm  Systeemkast  Muis

12

13  Toetsenbord  Muis  Microfoon  Scanner  Digitale camera

14

15  CPU – Central Processing Unit (Engels)  CVE – Centrale verwerkingseenheid (Nederlands) Zorgt voor het verwerking van de informatie

16  CPU/CVE- de regelaar of verkeersagent van de computer.

17  Beeldscherm (Monitor)  Printer  luidsprekers

18 Invoer Uitvoer

19  Interne geheugen ◦ Tijdelijke opslag plaats  Externe geheugen ◦ USB – stick ◦ Harde schijf ◦ CD ◦ DVD

20  De computer ◦ spreken we over de systeemkast  Randapparaten ◦ spreken we over Invoer en uitvoerapparaten

21

22  Een computer werkt met elektriciteit, aan [1] of uit [0].  Dus dit wordt een Bit genoemd Bit = 1 aan Bit = 0 uit

23 01010101 = 8 Bits  1 Byte = 8 Bits

24 1 Kilobyte (KB) = 1024 bytes 1 Megabyte (MB) = 1024 Kilobyte (KB) 1 Gigabyte (GB) = 1024 Megabyte (MB) 1 Terabyte (TB) = 1024 Gigabyte (GB)

25 De digitale gegevens staan niet allemaal los op Een CD : ze worden gegroepeerd inbestanden

26  Bestanden(file) – zijn gegevens die bij elkaar horen

27  Map = bestanden die bij elkaar horen kun je in een map zetten

28  Tekst, getallen  Afbeeldingen (foto’s)  Geluidsopnames (muziek)  Videofragmenten (filmen)

29

30  De CPU/CVE en de Intern geheugen zitten op de moederbord.  De moederbord - een kunstofplaat waarop alle computeronderdelen worden aangebracht die met elkaar kunnen communiceren

31 Is een opslagplaats voor informatie. RAM – Random access memory ROM – Read Only Memory

32  Gegevens dat alleen gelezen kan worden  Deze geheugen wordt gebruikt meestal voor het opstarten van de computer

33  Voor alles bruikbaar. Het wordt ook het werkgeheugen genoemt. ** De gegevens in het RAM gaan verloren als de pc wordt uitgezet.

34 Dient voor het permanent opslaan van gegevens.  Voorbeelden zijn:  Harde schijf  Diskette  USB-stick  CD-rom /DVD  Flash- en smartcards  Tape, datacartridge

35  CPU – Centrale Processing Unit  CVE – Centrale verwerkingseenheid In een pc zorgt de processor voor: 1. De besturing van de computer; 2. Het uitvoeren van berekeningen.

36  Een van die onderdelen is de kloksnelheid. Deze wordt uitgedrukt in  MHZ(MegaHertz)  GHZ(GigaHertz)

37  Cache is een geheugen en het werkt veel sneller dan het gewone werkgeheugen.  Het wordt gebruikt om tijdens berekeningen tussenresultaten op te slaan, en het is alleen voor de processor direct toegankelijk.

38  De kloksnelheid.  De hoeveelheid cachegeheugen

39  De hoeveelheid werkgeheugen(RAM)  Het aantal programma’s dat tegelijk geopend is  De snelheid van andere onderdelen van de pc  De snelheid van de processor

40

41  Toetsenbord ◦ Twee verschillende  QWERTY  AZERTY

42

43

44  Zie blz 30

45  Muis  Joystick  Trackball  Touchpad en touchscreen  Lichtpen en leespen

46  Tekenherkenning: ◦ OCR (Optical Character Recognition) ◦ ICR (intelligent Character Recognition)  8 – B  0 - o  rn – m ◦ OMR ( Optical Mark Reading)  Multiple - choice

47  Microfoon ◦ Invoeren van geluid  Digitale cameras ◦ Drie soorten  Webcam  Digitale fotocamera  Digitale videocamera

48  Beeldscherm Pixel – beeldpunt Resolutie – het aantal puntjes (of pixel) waaruit een scherm is opgebouwd)

49

50  Platte beeldschermen of TFT- beeldschermen(Thin Film Transistor) Voordelen  Ze geven een rustiger beeld  Ze geven minder straling af  Ze gebruiken minder energie  Ze nemen minder plaats in.

51  Langzamer  Duur  Beamer

52

53  14 inch monitor  17 inch monitor Andere knoppen Contrast – regelt de scherpte van het beeld, Brightness – regelt de helderheid van het beeld.

54  Matrixprinter  Inkjetprinter  Laserprinter  Plotter Hoe snel is de printer PPM (Page Per Minute) Hoe mooie print de printer DPI – (dot’s per inch)

55  De parallelle poort (LPT –poort) ◦ printer  DE seriële poort (COM –poort) ◦ Scanner ◦ Muizen ◦ Externe modems  USB-poort (Universal Serial Bus ◦ Usb -sticks

56 Een multimediacomputer is een gewone personal computer, die geluid en video kan spelen. Deze pc moet de volgende twee componenten hebben 1. cd/dvd speler 2. geluidskaart met luidspreker(speaker)

57

58 Windows XP

59 Aanmelden (log on ) blz 11

60  Beveiliging van gegevens  Persoonlijke instellingen

61 Het bureaublad ( Desktop) blz 12

62 De muiz blz 13

63 Werken met programma’s en vensters blz 15

64 blz 16 Minimize Maximize Close

65 blz 18

66 Taakbalk verslepen blz 19

67 Venster veranderen blz 21

68 Afmelden(logoff) en uitstakelen(Turn off) blz 23

69 Blz 11 t/m 24 Op de computer

70 1.3 ( blz 14) Opdracht 1 a) Er verschijnt een geel venster met de beschrijving van het pictogram(icon) b) de tekst: Klik hier om te beginnen

71 1.3 ( blz 14) Opdracht 2 a) De linkermuisknop b) De tekst van het pictogram(icon) krijgt een blauwe achtergrond c) Nee

72 1.3 ( blz 14) Opdracht 3 a) 6 mogelijkheden b) Standaard: 6 Dit kan echter per computer verschillen c) Ja, 8 menukeuzen

73 1.4 ( blz 15) Opdracht 1 a) Dit is per computer verschillend

74 1.4 ( blz 17) Opdracht 3 a) Naamloos – kladblok(notepad) b) 5 c) Mt de sluitknop

75 1.4 ( blz 18) Opdracht 9 a) De knop van Rekenmachine (Calculator)

76 1.5 ( blz 19) Opdracht 2 a) De knop staat nu linksboven in het scherm

77 1.5 ( blz 20) Opdracht 8 a) Nee b) Nee

78 1.6 ( blz 22) Opdracht 3 a) Van de Rekenmachine (Calculator)

79 1.6 ( blz 22) Opdracht 4 a) Onder elkaar b) Nee c) De venster wordten trapsgewijs in beedl gebracht d) Alle venster worden geminimaliseerd eh het bureaublad wordt geheel zichtbaar.

80

81 Nieuw bestand maken blz 31 -Start -All programs -Accessories -Notepad

82 -File -Save as

83 Bestaand bestand openen blz 33 -File -Open -0:\klas 1

84 Bestand verwijderen (Delete) blz 35

85 Hfdst 4: Deze computer, mappen

86 Dat kan heel goed via My Computer Hoe kunnen we bekijken wat er op de computer aanwezig is?

87

88 Bestanden(file) = zijn gegevens die bij elkaar horen Op een schijf(disk) kunnen bestanden worden opgeslagen

89 Mappen(Folders) = bestanden(files) die bij elkaar horen kun je in een map zetten Om bestanden makkelijk terug te kunnen vinden, kunnen we de bestanden in mappen opslaan

90 PictogramUitleg Het diskettestation. De inhoud van de diskette kan bekeken worden De harde schijf. Door hierop te dubbelklikken kan bekeken worden welke mappen(en bestanden) er op de c:-schijf staan De cd- romspeler. Ook hier kan door dubbelklikken de inhoud van de cd bekeken worden 4.1 Pictogrammen in My computer

91

92 4.2 Overzicht van mappen

93 4.3 t/m 4.11 uitleggen

94 Opd 2. c) Het over zicht uitbreiden d) Het overzicht in elkaar schuiven 4.2 Overzicht van mappen

95 Opd5. b) De harde schijf (c:) De Cd-rom (D:) Netwerk schijf (O:) 4.2 Overzicht van mappen

96 Opd 6. e) Notulen Docent Aanen Croes 4.2 Overzicht van mappen

97 Opd 7. b) 3 bestanden c) 0 bestanden 4.2 Overzicht van mappen

98 Opd 2. b) Omdat dit grafische bestanden zijn. 4.4 Weergave van mappen en bestanden

99 Opd 9. c) wonen 4.4 Weergave van mappen en bestanden

100 ? Opdracht 2 blz 65 O:\klas 1\ Klas 1B 4.5 Mappen maken

101 Opd 4. a) Nee, de map wordt boven de map Rapport geplaatst. b) De alfabetische volgorde 4.5 Mappen maken

102 Opd 4. c) 1. Jaar 1 2. Jaar 2 3. Jaar 3 4.7 Verplaatsen