De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Nederlandse leenwoorden in andere talen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Nederlandse leenwoorden in andere talen"— Transcript van de presentatie:

1 Nederlandse leenwoorden in andere talen
Joana Seixas Groningen, 7 november 2005

2 Overzicht • Wat is een leenwoord?
Waarom zijn er Nederlandse woorden in andere talen? • Waar en in welke talen kunnen wij Nederlandse woorden vinden? ► Voorbeelden van leenwoorden • Internationale Nederlandse woorden • Teruggeleende woorden

3 Leenword = aan een andere taal ontleend woord, dat ontstaat uit het
contact tussen mensen die verschillende talen spreken. 1. Leenwoorden zijn gebaseerd op: naam van een nieuw product naam van een persoon (eponiem) naam van een plaats (geoniem) 2. Een woord wordt aan een andere taal uitgeleend: het woord blijft hetzelfde het woord wordt aangepast aan de taal die het overneemt verbastering van het woord directe vertaling van het woord / de uitdrukking het woord krijgt een andere betekenis het woord blijft in gebruik in de taal die het overneemt, maar niet in de oorspronkelijke taal

4 Koffie: Kermis: Arabisch Vlaams (kerkmisse)   Turks
Nederlands > Indonesisch (kopi) > Japans (kôhî) > Russisch (kofe) Kermis: Vlaams (kerkmisse) Frans (kermesse) > Engels (kermess) > Duits (kermis) > Portugees (quermesse)

5 WAAROM Ontdekkingsreizen en kolonisatie
Handel, oorlog en culturele uitwisseling

6 Kolonisatie • Batavia (Indonesië), Ceylon (Sri Lanka), Formosa (Taiwan), Molukken • Zuid-Afrika • De Nederlandse Antillen (Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, St. Maarten, St. Eustatius) • Guyana, Suriname • Nieuw Amsterdam

7 Kolonisatie Indonesië
 Overgenomen door Nederland als Nederlands-Indië in de 17de eeuw Nederlands Bahasa Indonesia Achteruit ateret Afkeuren apkir arrestatie arestasi asbak bankroet bangrut benzine bensin bioskoop bioskop bier birra boek buku bus bis electriciteit listrik emmer ember handdoek handuk Nederlands Bahasa Indonesia kaartjes karcis kakhuis, plee kakus kantoor kantor klomp kelom koffie kopi kurkentrekker kotrek maag(pijn) mah meubel mebel politie polisi schaats sekat sleutel sletel telefoon telepon winkel bengkel

8 Kolonisatie Sri Lanka  Nederzettingen van de VOC vanaf de 17de eeuw
Nederlands Singalees heer hera kantoor kantoru-va klaveren kalabara kerkhof kèrekôppu kwitantie kuvitansi-ya laken lâkke ruiten ruyita schoppen skoppa suiker sukiri tafellaken tapalakku-va tolk tolka-ya trap tarappe volmacht polmah  Nederzettingen van de VOC vanaf de 17de eeuw Nederlands Singalees aardappel artapal bakje bakki boer buru-va boedel budala-ya boontje bonci duit doïtu

9 Kolonisatie Suriname 17de eeuw in ruil voor Nieuw Amsterdam. Taal: Engels pidgin uit het contact met Engelse planters; later: slaven uit Afrika met Portugees pidgin. 19de eeuw: vernederlandsing van het onderwijs Sranan als dominante omgangstaal: criooltaal met Engelse, Portugese en Nederlandse invloeden bv. erf = tuin bij het huis Nederlands Sranan Tongo kamer kamra kantoor kantoro kerk kerki klaar klari kom, kommetje komki kopje kopki kweken, opvoeden kweki roman verhaalboek pyjama slaappak toilet (gemakhuisje) kumakoysi wasteil bekken Nederlands Sranan Tongo commissaris komsari gemakkelijk kumakriki getuige kotoygi kaas, kast kasi

10 Kolonisatie Nederlandse Antillen 17de eeuw overname van de Spanjaarden
Papiamentu als dominante omgangstaal (mengsel van Portugees, Spaans, Engels, Nederlands) bv. bebida sterki = sterke drank Nederlands Papiamentu kleuterschool (bewaarschool) bewarskol bezig zijn bezi blaar blar blauw blou bleek blek blinken, glanzen blenk blok blòki blokfluit blòkflùit blond blònt blozen blos geel gel Nederlands Papiamentu beer ber belasting beleg belèg bestek bestèk bestuur bestür bestuurscollege bevolkingsregister

11 Handel  17de eeuw: Stichting van Handelspost op Deshima (voor de kust van Japan) Nederlands Japans arak arakku asbest asubesuto bier biiru blik buriki dans dansu dok dokku zondag dontaku electriciteit erikuteru glas garasu gas gasu gom gomu lamp rampu hysterie hisuterii Nederlands Japans hop hoppu inkt inki kabas kaban kok kokku kompas konpasu koffie koohii matroos madorosu kurk koruku mes mesu (=scalpel) orgel orugooru pen pistool pisutoru doek zukku

12 Handel Handel met Rusland sinds 13de eeuw via de Hanze Peter de Grote ( ): Nederland als voorbeeld; Nederlands als belangrijke taal; invloeden op visserij, waterbouw, handel, industrie Nederlands Russisch achtersteven achtersjtéven baken báken boei boej bootsman bósman brandspuit brandspójt dok dommekracht domkrát eskader eskádra grond groent haak gak haven gávan helling élling kajuit kajóeta Nederlands Russisch kantoor kontóra koffie kófij kombuis kámbúz kompas kómpas konvooi konvój kruiser kréjser matroos matrós ruim trjoem scheepskok kok schipper sjkíper storm sjtorm vloot flot windstilte sjtil blat (= connecties, relaties) Adelijke mensen moesten Westerse kleren dragen. Wie dat wilde ontkomen, moest een bedrag betalen en werd op een lijst/blat gezet. Dit was een privilege. Iets po blátoe verkrijgen = via contacten met de juiste mensen op de juiste plaatsen broek > brjoeki Met brjoeki/roeki lopen (“met de handen in de broek”) = een lui leventje leiden

13 Engels  Australisch-Engels: bush (=woud, nauwelijks bewoond land)
 In samenhang met Zuid-Afrika of via het Afrikaans: apartheid boers voortrekkers  Emmigratie naar Amerika vanuit Nederland sinterklaas > Santa Claus 13de eeuw: Vlaminge wevers naar Groot Brittannië (wolhandel); 15de en 16de eeuw: Vlamingen en Noord-Nederlanders (mandenvlechters, draadtrekkers en klokkenmakers) clock – nieuwe betekenis 14de eeuw (geleend uit het Nederlands): cloc (Oudiers) = kerkklok > uurwerk (Nederlandse uurwerkmakers in Londen)

14 Engels bluff – bluffen bos – baas candy – kandij coleslaw – koolsla
cookie – koekje deck – dek dock – dok dollar – daalder dyke – dijk freight – vracht gherkin – augurk grab – grijpen landscape – landschap lifeguard – lijfwacht maid – meid (=meisje) pankake – pannenkoek plunder – plunderen pump – pomp scone – schoon(brood) scum – schuim sketch – schets skipper – schipper sleigh / sledge – sle(d)e smuggle – smokkelen spinach – spinazie split – splijten spook – spook trigger – trekker undermine – ondermijnen waffle – wafel wagon – wagen yacht – jacht

15 Algemeen Sheepstermen Nederlands vrijbuiter Frans flibustier Engels
filibuster Duits freibeuter Spaans filibustero Deens fribytter Italiaans farabutto + filibustière Portugees flibusteiro Russisch Flibust’jer Sheepstermen Nederlands stuurboord Frans tribord Duits Steuerbord Deens styrbord Engels starboard Spaans estribor Portugees estibordo Nederlands jacht Russisch jáchta Engels yacht Portugees iate Frans Duits Yacht Italiaans Spaans yate Deens Nederlands vlieboot Frans flibot Engels flyboat Duits flieboot Spaans flibote Deens flibaat Italiaans flibotto Portugees Zweeds flibåt Nederlands bakbord Frans bâbord Duits Backbord Deens bagbord Spaans babor Portugees bombordo

16 Algemeen Visnamen Hondennamen  Plaatsnamen (geoniemen)
Pools: keeshond, schipperke (=schippertje) Frans: (chien) schiperke Engels: keeshond Nederlands Duits ansjovis Anschovis bokking Bückling garnaal Garnele haai Hai kabeljauw Kabeljau matjesharing Matjeshering makreel Makrele potvis Pottfisch  Plaatsnamen (geoniemen) Ieper > Frans: ypérite > Nederlands: yperit; Engels, Deens: yperite; Russisch: iprit (=mosterdgas) Duinkerke > Engels: Dunkirk (=terugtocht, nederlaag, crisis); “to do a Dunkirk” = zich terugtrekken Kaasnamen (edam, gouda)

17 Algemeen  Muziek  Bouwkunst  Leger Sport
gabber, gabba of gabberhouse (housestroming uit Rotterdam) hakkuh (hakken) = gabberhouse dansen  Bouwkunst bolwerk > Frans: boulevard woonerf (=weg met prioriteit aan verblijfsfunctie)  Leger taptoe slaan (=signaal voor soldaten) Engels: tattoo; Zweeds, Deens: tapto; Indonesisch: taptu Sport korfbal > Engels: korfball (Tsjechisch: korfbal; Portugees: corfebol) klapschaats > Engels: klapskate; Noors: klappskøyte; Duits: klappschlittschuh; Japans: kurappusukaatsu > surappusukeeto Wetenschap (vooral eponiemen) lindaan > lindane; lindano (uitgevonden door Teun van der Linden) bakeliet > bakelit, bakelite, baquelite (genoemd naar uitvinder Leo Baekeland)

18 Internationale Nederlandse woorden
♦ gas - 17de eeuw bedacht door Vlamingen, geïnspireerd op chaos (=eindeloze oerruimte, lucht) ♦ polder ♦ apartheid ♦ potas plantenas als handelsartikel sinds de Middeleeuween Duits: Pottasche; Engels: potash; Frans: potasse; Russisch: potaš; Zweeds: pottaska; Deens: potaske; Pools: potaž; Tsjechisch: potaš; Italiaans, Portugees: potassa; Spaans: potasa -18de eeuw: potas is een carbonaat; 19de eeuw: het bevat een nieuw metaal – genoemd potassium (Latijn) Engels, Frans: potassium; Italiaans: potassio; Spaans: potasio; Portugees: potássio maar Nederlands, Duits: kalium Nederlands: potassium = kalium; potas = kaliumcarbonaat!!! ♦ beurs Familie Van der Beurse (Brugge) – twee herbergen op een plein. Verzamelplaats voor kooplui. In andere steden: ook beurs. Italiaans: borsa; Frans: bourse; Duits: börse; Zweeds: börs; Deens, Noors: børs; Russisch: birža; Tsjechisch: burza

19 Internationale Nederlandse woorden
♦ bier – Frans: bière; Italiaans: birra (via het Frans); Engels: beer (pas met invoer v. hopbier); Japans: bîru; Singalees: bīra; Indonesisch: bir; Koreaans: piru hop – Frans: hoppe/houp(pe)>houpillon>houblon (=hop); Japans: hoppu gijlen (=gisten, schuimen) – Frans: guiller; Engels: gyle bierhal – Amerikaans: beer-hall ♦ brandewijn – Frans: brandevin (veroud.); Zweeds: brännvin; Deens: brændevin; Engels: brand-wine>brandy ♦ jenever – Frans: genièvre; Zweeds, Deens: genever; Duits: Genever; Engels: geneva>gin; Indonesisch: jénéwer>gin; Japans: zeneifuru>jin; Russisch: džin; Pools: dżyn; Fins: gini; Portugees: gim kurkentrekker – Japans: kiruku-muki; Indonesisch: koterek kurk – Singalees: poroppa-ya (Ndl. prop) dronkaard – Engels: drunkard; Frans: dronquart (veroud.); Japans dialectwoord: doronken

20 Teruggeleende woorden
brandewijn > Engels: brandy doop (saus om in te dopen) > Engels: dope droge (Middelnederlands: medicijn, gedroogd kruid) > Engels: drug jenever > Engels: gin kolf > Engels: golf kruisen > Engels: cruise (ook cruisen) manneken (paspoppetje met modekleren) > Frans: mannequin pekel (water met zout opgelost) > Engels: pickle schoonbrood > Engels: scone schaats > Engels: skate schets (tekening) > Engels: sketch snakken (happen) > Engels: snack trom > Engels: drum flamenco (Spaans) 17de eeuw: Vlaming, Vlaanderen; 19de eeuw: zigeuner;  zigeunermuziek

21 Bibliografie Coster, Wim / Jager, Janine, ‘Hollandiski’, Russische invloeden op de Nederlandse taal (en andersom), Utrecht: Het Spectrum 2003 Van der Meulen, R., Nederlandse Woorden in het Russisch, Amsterdam: N.V. Noord-Hollandsche Uitgevers Maatschappij 1959 Van der Sijs, Nicoline, Geleed en uitgeleend. Nederlandse woorden in andere talen & andersom, Amsterdam/Antwerpen: Contact 1998 Webb, Barbara, Scheepstermen in acht talen, Laren: Uitgeverij Luitingh 1965

22 Webistes:


Download ppt "Nederlandse leenwoorden in andere talen"

Verwante presentaties


Ads door Google