Download de presentatie
1
@AVDRnl
2
Actualiteiten strafrecht
Iris Haenen (UvT) Jannemieke Ouwerkerk (UvT)
3
EU-Handvest van de grondrechten
4
EU-Handvest van de grondrechten
Primair Unierecht (art. 6 lid 1 VEU): dezelfde juridische waarde als de verdragen Rechten en beginselen onderscheid niet duidelijk: Kan op beginselen een beroep worden gedaan voor de nationale rechter? Zie Toelichting op Handvest
5
Waarom een EU-Handvest van de grondrechten?
Bevestiging van bestaande rechten Consolidatie vergroot zichtbaarheid van rechten Mogelijk niet-beoogd effect: verhoging minimumniveau van grondrechtenbescherming in EU-context? Kansen voor de strafrechtspraktijk
6
Toepassingsgebied EU-Handvest
O.m. gericht tot de lidstaten, maar uitsluitend ‘wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen’ (Art. 51 lid 1 Hv) wanneer is daar sprake van?
7
Toepassingsgebied EU Handvest
Als de Rb. Amsterdam een Europees arrestatiebevel behandelt? Als Nederland afwijzend beslist op het verzoek van Unieburger A. om afgifte van een verblijfskaart in de zin van RL 2004/38/EG (teneinde verblijfsrecht familieleden te bewerkstelligen)? Als lidstaten een stabiliteitsmechanisme instellen ter bewaking van de economische en financiële stabiliteit in de eurozone – ook al kennen VEU en VWEU daarvoor geen specifieke bevoegdheid aan de Unie toe? Als de Belastingdienst aan B. een boete oplegt wegens het verstrekken van onjuiste inlichtingen in belastingaangiftes over 2010 en 2011? Als het OM C. strafrechtelijk vervolgt wegens het verstrekken van onjuiste inlichtingen in belastingaangiftes over 2010 en 2011?
8
Toepassingsgebied EU Handvest
HvJ Annibaldi, C-309/96: onderzocht moet worden of de betrokken nationale regeling de uitvoering beoogt van een Unierechtelijke bepaling; wat de aard van die nationale regeling is; en of deze nationale regeling andere doelstellingen nastreeft dan die waarop Unierecht ziet (nationale regeling kan doelstellingen Unierecht bijv. nadelig beïnvloeden). Zie o.m. toelichting op art. 51 Hv. Ook voldoende als nationale handelingen (bijv. strafvervolging) deels verband houden met Unierechtelijke bepalingen (HvJ Åkerberg Fransson, C-617/10) Mits de Unie een specifieke bevoegdheid toekomt o.g.v. VEU/VWEU Art. 51 lid 2 HvEU: Toepassingsgebied reikt niet verder ‘dan de bevoegdheden van de Unie reiken’ schept noch wijzigt bevoegdheden of taken van de Unie (vgl. HvJ Pringle, C-370/12) Mits het instrument waarop een beroep wordt gedaan daadwerkelijk van toepassing is (vgl. HvJ Iida, C-40/11)
9
Verhouding EU-Hv tot EVRM
Ten dele corresponderende rechten - Inhoud en reikwijdte corresponderen dan ook (art. 52 lid 3 Hv) - Verschillen in reikwijdte tussen o.a. art. 47 Hv en 13 EVRM (rechtsmiddel); en art. 50 Hv en Art. 4 Prot. 7 EVRM (ne bis in idem) EU kan ruimere bescherming bieden dan EVRM vereist Naar een hoger beschermingsniveau in de EU? (Art. 52 lid 3 Hv) Wat als alleen beroep op EVRM, maar wel corresponderend recht in EU-Handvest? Als Unierecht ten uitvoer wordt gebracht, moet nationale rechter beide toetsen, zeker gezien mogelijk ruimere uitleg HvJ EU (Hv is primair Unierecht)
10
Verhouding EU-Hv tot nationale grondrechten
Ruimere grondrechtenbescherming op national niveau niet zonder meer toegestaan (ondanks art. 53 Hv) Beschermingsniveau van het Hv en voorrang van het Unierecht mogen niet in het gedrang komen Wat betekent dit in de context van Europese samenwerking? Bijv.: Mogen lidstaten bovenop KB EAB extra voorwaarden stellen teneinde nationale grondrechten na te leven? HvJ EU maakt onderscheid tussen onderwerpen die het Unierecht regelt (Melloni, verstek) en onderwerpen waarover het Unierecht zwijgt (Jeremy F., rechtsmiddel)
11
Verhouding EU-Hv tot nationale grondrechten
Melloni: Italiaanse verstekveroordeling wegens bedrieglijke bankbreuk; Spaanse grondwet voorziet in recht op nieuw proces na verstekveroordeling, i.t.t. Italie; Mag Spanje overlevering weigeren? Unierecht regelt mogelijkheden voor weigering bij verstekveroordelingen uitputtend. Extra mogelijkheden op nationaal niveau zouden afbreuk doen aan beginselen van wederzijdse erkenning en wederzijds vertrouwen en zo voorrang van Unierecht in gedrang brengen. Weigering van overlevering op grond van ruimere nationale grondrechtenbescherming terzake verstekveroordelingen is niet toegestaan.
12
Verhouding EU-Hv tot nationale grondrechten
Jeremy F.: na overlevering door Frankrijk verzoekt VK om toestemming Jeremy F. voor andere feiten te vervolgen dan waarvoor overgeleverd; Frankrijk akkoord; alhoewel Franse recht niet voorziet in rechtsmiddel, gaat Jeremy F. in cassatie; Mag Frankrijk een beroepsmiddel met opschortende werking openstellen? Unierecht regelt hieromtrent niets. Openstellen van beroepsmiddel met opschortende werking heeft geen invloed op de overlevering zelf, slechts op de vraag voor welk feit overlevering plaatsvindt/beschouwd mag worden te hebben plaatsgevonden. Op nationaal niveau voorzien in beroepsmiddel met opschortende werking is niet onverenigbaar met de doeltreffendheid van Unierecht.
13
Ne bis in idem
14
Alcoholslotprogramma (ASP)
Regeling Maatregelen Rijvaardigheid en Geschiktheid (2011) Rijden onder invloed (méér dan 1,3 promille) CBR legt deelname aan ASP (maatregel) in bestuursrechtelijk kader op Geen discretionaire bevoegdheid Oplegging van het ASP Rijbewijs ongeldig; nieuw rijbewijs B met code 103 Betrokkene mag enkel nog in auto rijden waarin alcoholslot is geïnstalleerd Duur ASP: 2 jaar Kosten: € 4000 tot € 5000 Wil/kan betrokkene niet meewerken aan ASP: rijbewijs 5 jaar ongeldig Mogelijkheid strafrechtelijke vervolging Hoge Raad (3 maart 2015) & Raad van State (4 maart 2015)
15
Ne bis in idem Behoudens de gevallen waarin rechterlijke uitspraken voor herziening vatbaar zijn, kan niemand andermaal worden vervolgd wegens een feit waarover te zijnen aanzien bij gewijsde van de rechter in Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba onherroepelijk is beslist. Artikel 68 lid 1 Sr
16
Conclusie A-G Opleggen ASP belemmert latere stafrechtelijke vervolging
Stap 1: sprake van een criminal charge i.d.z.v. art. 6 EVRM? Classificatie van maatregel naar nationaal recht Aard van de gedraging Aard en zwaarte van de maatregel Stap 2: vervolging t.z.v. hetzelfde feit? Feitelijk: is gedraging identiek? Juridisch: dezelfde rechtsgoederen? Bovendien: directe werking art. 50 Handvest Grondrechten EU
17
Hoge Raad Hof: schending van art. 68 Sr
HR: art. 68 Sr ≠ van toepassing, want geen meerdere onherroepelijke beslissingen van (straf)rechter Maar: sterke gelijkenis tussen procedures: Oorsprong in hetzelfde feit (rijden onder invloed) Vergelijkbare rechtsgoederen (bevorderen verkeersveiligheid) Vergelijkbare gevolgen (beperking rijbevoegdheid + betalingsverplichting) Daarom: strijd met beginselen van een goede procesorde, hetgeen resulteert in niet-ontvankelijkheid OM Tegengaan etikettenzwendel
18
Geen terugwerkende kracht
“Met het oog op de strafzaken die inmiddels zijn afgedaan met een onherroepelijke veroordeling merkt de Hoge Raad nog op dat noch de (mogelijke) oplegging van het asp en de daaraan ten grondslag liggende regelgeving noch het daarover in dit arrest gegeven oordeel kan worden aangemerkt als een voor herziening van een veroordeling door de strafrechter vereist (nieuw) ‘gegeven’ als bedoeld in art. 457, eerste lid onder c, Sv” HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434, r.o. 4.7
19
ASP in strafrecht? Raad van State: CBR mag geen ASP meer opleggen Minister Schultz: alcoholslot opnemen in strafrecht als maatregel
20
Medeplegen versus medeplichtigheid
21
Medeplegen/medeplichtigheid
Medepleger levert bewust een substantiële bijdrage aan de uitvoering van het delict Medeplichtige vergemakkelijkt of bevordert door ondersteuning de uitvoering van het delict door een ander Belang onderscheid medeplegen/medeplichtigheid: Medeplichtige ≠ pleger matigende invloed op strafmaximum (1/3e van maximum) Medepleger = pleger strafmaximum dus onveranderd in sommige delicten bovendien strafverhogende invloed (diefstal in vereniging) Onderscheid vertroebelde steeds meer. Praktijkervaringen?
22
Overzichtsarrest Hoge Raad
HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474 “De Hoge Raad biedt de praktijk handvatten wanneer en in welke mate het oordeel dat sprake is van medeplegen en niet van een andere deelnemingsvorm nadere motivering behoeft en welke vragen daarbij beantwoording verdienen.” Vooral wanneer het medeplegen niet bestaat in gezamenlijke uitvoering
23
Overzichtsarrest Hoge Raad
Wanneer is samenwerking zo nauw en bewust dat van medeplegen kan worden gesproken? Kwalificatie ‘medeplegen’ alleen gerechtvaardigd indien de bijdrage van verdachte aan het delict van voldoende gewicht is (anders wellicht: medeplichtigheid) Bijdrage kan zowel materieel als intellectueel zijn
24
Overzichtsarrest Hoge Raad
Hof (r.o. 2.3) sprake van medeplegen want: Verdachte wist van berovingsplan en ging samen met medeverdachten bewust op zoek naar een geschikt slachtoffer; Verdachte versterkte met zijn aanwezigheid de dreiging die van de overvallers uitging; Verdachte heeft zich niet gedistantieerd, hetgeen mogelijk was door Zich te verwijderen van de plaats delict voordat de overval plaats zou vinden, of Te trachten de medeverdachten te weerhouden van de uitvoering van de voorgenomen overval, of Slachtoffers te waarschuwen
25
Overzichtsarrest Hoge Raad
HR (r.o. 3.1): “Het accent ligt [bij medeplegen] op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht.” Samenwerking kan op 3 wijzen gestalte krijgen: Aanvullende samenwerking; Identieke samenwerking; Ongelijkwaardige samenwerking. Vooral bij 3 kan (ook) medeplichtigheid in beeld komen
26
Overzichtsarrest Hoge Raad
Aandachtspunten bij medeplegen: Intensiteit van de samenwerking Onderlinge taakverdeling Rol in de voorbereiding Rol in de uitvoering of de afhandeling van het delict Aanwezigheid op belangrijke momenten Zich niet distantiëren op een daartoe geëigend tijdstip
27
Je was erbij, dus je bent erbij?
Compenserende factoren (zoals zeer intensieve samenwerking) Enkel lijfelijke aanwezigheid ≠ voldoende Lijfelijke aanwezigheid ≠ vereist (Containerarrest) Nijmeegse scooterzaak Communicerende vaten
28
Medeplegen samenvattend
“De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit. Maar de bijdrage kan ook zijn geleverd in de vorm van verscheidene gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Ook is niet uitgesloten dat de bijdrage in hoofdzaak vóór het strafbare feit is geleverd (...) in dergelijke, in zekere zin afwijkende of bijzondere, situaties dient in de bewijsvoering aandacht te worden besteed aan de vraag of wel zo bewust en nauw is samengewerkt bij het strafbare feit dat van medeplegen kan worden gesproken, in het bijzonder dat en waarom de bijdrage van de verdachte van voldoende gewicht is geweest (…) Een geringe rol of het ontbreken van enige rol in de uitvoering van het delict zal in dergelijke uitzonderlijke gevallen wel moeten worden gecompenseerd, bijvoorbeeld door een grote(re) rol in de voorbereiding” HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, r.o
29
Medeplegen als bestanddeel
Aandachtspunten HR gelden ook indien medeplegen bestanddeel vormt van delict, zoals ‘openlijk in vereniging geweld plegen’ (art. 141 lid 1 Sr) ‘diefstal met geweld gepleegd door twee of meer verenigde personen’ (art. 312, lid 1 aanhef en onder 1o Sr) Werkt vaak kwalificerend en (dus) strafverhogend
30
HR 24 maart 2015 ‘diefstal met geweld gepleegd door twee of meer verenigde personen’ (art. 312, lid 1 aanhef en onder 1o Sr) AG: bestanddeel lijkt zwaartepunt te leggen in gezamenlijke uitvoering HR: geen verschil met medeplegen als bedoeld in art. 47 Sr, dus accent kan bijv. ook liggen op gezamenlijke voorbereiding
31
HR 14 april 2015 Klassiek voorbeeld medeplichtigheid (helpen bij vlucht + geen uitvoeringshandelingen) door Hof gebruikt ter bewezenverklaring van medeplegen HR: Hof had beter moeten motiveren
32
Overname/overdracht van het toezicht op bijzondere voorwaarden in het strafrecht
33
Overname/overdracht toezicht op bijzondere voorwaarden
Op grond van: Kaderbesluit wederzijdse erkenning proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties (geïmplementeerd in de WETS) Richtlijn Europees beschermingsbevel (geïmplementeerd in Nieuwe 4e titel van Boek 5 Sv) KB en RL geven uitdrukking aan het beginsel van wederzijdse erkenning Wederzijdse erkenning houdt in: overname of overdracht van het toezicht op de naleving van verplichtingen
34
A. Proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties
“Het belang […] is dat bij het ontbreken van een dergelijke mogelijkheid, door de rechter wordt afgezien van het opleggen van een voorwaardelijke of alternatieve straf bij personen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben in het land van veroordeling, terwijl een dergelijke straf wel passend zou zijn geweest.” “De veroordeelde keert na de veroordeling terug naar zijn eigen land, voldoet aldaar aan de aan hem opgelegde voorwaarden of taakstraf en kan dan tegelijkertijd zijn normale werk en leven hervatten. Ook dit is uit het oogpunt van het voorkomen van recidive wenselijk.” Kamerstukken II, , , nr. 3 (MvT), p. 4.
35
A. Proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties
Proeftijdbeslissingen: vonnissen waarbij proeftijdvoorwaarden zijn opgelegd of voorwaardelijke invrijheidsstelling wordt verleend Voorwaardelijke vrijheidsstraf (art. 14a Sr) VI waaraan bijzondere voorwaarden zijn verbonden (art. 15 Sr) Alternatieve sancties: vonnissen waarbij als sanctie een verplichting of instructie wordt opgelegd Taakstraf die als zelfstandige hoofdstraf wordt opgelegd NB: verscheidene lidstaten kennen nog andere verplichtingen die als zelfstandige hoofdstraf kunnen worden opgelegd
36
A. Proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties
Overname of overdracht van buitenlandse proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties betreft het toezicht op de naleving van de aldaar opgelegde verplichtingen Welke verplichtingen lenen zich ingevolge KB voor overname/overdracht? O.a.: - locatieverbod - meldplicht - contactverbod - plicht tot vergoeding van schade - taakstrafverplichting - gebod therapie te ondergaan (zie ook art. 3:2 WETS)
37
A. Proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties
Inkomende buitenlandse vonnissen KB en WETS gaan uit van VWVP in NL Beoordeling (in beginsel binnen 60 dagen): OM is bevoegde autoriteit Marginale toetsing (standaardformulier, formele voorwaarden) Duur langer dan Nederlands maximum? OM verlaagt tot maximum Aard onverenigbaar met Nederlands recht? OM kan aanpassen Aanpassing sanctie mag geen verzwaring inhouden Dus: er komt geen rechter aan te pas Tenuitvoerlegging: Reclassering houdt toezicht op naleving verplichtingen en taakstraf Nederlands recht van toepassing – ook m.b.t. vervolgbeslissingen
38
A. Proeftijdbeslissingen en alternatieve sancties
Uitgaande Nederlandse vonnissen KB en WETS gaan uit van VWVP in beoogde staat van tuv Beslissing over toezending Nederlands vonnis: Op initiatief van het OM (met gebruikmaking standaardformulier) Geen rol voor de rechter Rechtsgevolgen voor Nederland: Opschorting recht van tenuitvoerlegging gedurende tuv in andere lidstaat Bij niet-naleving of verval VWVP kan tuv in NL worden overeengekomen
39
B. Beschermingsbevelen
Beschermingsmaatregelen: beslissingen in strafzaken waarbij ter bescherming van een persoon tegen een strafbare handeling verboden of beperkingen worden opgelegd aan een persoon die gevaar veroorzaakt De basis voor een uit te vaardigen Europees beschermingsbevel (EBB) RL ziet op: locatie- en gebiedsverbod; contactverbod; en benaderingsverbod Gedeeltelijke overlap met besproken KB op punt van proeftijdbeslissingen Doelstelling EBB: bescherming van slachtoffers in nieuwe lidstaat van woning/verblijf Ook bij kort bezoek in buitenland? MvT, p. 6: ‘de beoordeling of toekenning van een EBB proportioneel is, ligt bij de autoriteit van de uitvaardigende staat’.
40
B. Beschermingsbevelen
Uitvaardiging EBB op initiatief van de beschermde persoon Lidstaat van tuv is in beginsel verplicht tot erkenning Toetsing marginaal (standaardformulier, formele voorwaarden) Tenuitvoerlegging kan aanpassing vereisen RL staat lidstaat van tuv toe ‘strafrechtelijke, bestuursrechtelijke of burgerrechtelijke maatregelen’ te nemen teneinde bescherming in de eigen rechtsorde te effectueren, mits de aangepaste maatregelen ‘zoveel mogelijk overeen [stemmen]’ met de oorspronkelijke maatregelen (Art. 9 RL) Art. 5:4:6 lid 2 Sv: NL mag maatregelen uit inkomende EBB’s aanpassen ‘indien de bescherming van betrokkene, de aard van het EBB of de uitvoerbaarheid in NL dit vereist’. Vereiste dat aanpassing geen verzwaring mag inhouden ontbreekt (vgl. KB)
41
Overlap tussen KB en RL KB gaat uit van initiatief van de veroordeelde (of van het OM), terwijl RL uitgaat van initiatief van de beschermde persoon Verschillen in situaties van overlap mogelijk te verklaren door feit dat KB voornamelijk de re-integratie van veroordeelden wenst te verbeteren, terwijl RL primair de bescherming van slachtoffers op het oog heeft Maar: bij strijdigheid gaat KB voor aanpassing van de verplichtingen/verboden mag dus geen verzwaring inhouden
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.