Download de presentatie
GepubliceerdFilip Joannes Hermans Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Microscopische helpers en sluipmoordenaars
EASMHS01K Presentatie titel Rotterdam, 00 januari 2007 Rotterdam, november 2013
2
En nu… Bacteriën op je mobiel Let op : Namen Vormen Voedingsbodem
Waar komen die bacteriën vandaan?
3
Het dichtst om je heen… Copyright © 1996 The University of Texas Medical Branch at Galveston
4
Residente flora Nester et al (2007, 5th ed) Microbiology: A Human Perspective. McGrawHill, New York
5
Residente flora Residente flora beschermt je tegen infecties door ziekteverwekkers Residente flora helpt bij voedselvertering Residente flora maakt vitamine
6
Residente flora Voor je geboorte was je “steriel”
Nadat het vruchtvlies breekt kom je in contact met microorganismen Voornamelijk de bacteriën zoeken een plaats op je huid en in je darmen Je krijgt dus een “familiaire” flora Je flora kan in samenstelling veranderen als je (langere tijd) met andere bacteriën in aanraking komt
7
Residente flora Houdt hechtingsplekken bezet
Neemt voeding voor ziekteverwekkers weg Produceren antibacteriële middelen: bacteriocines
8
Residente flora Helpt in darm bij verteren van voeding
9
Polymeren: ketens van monomeren
Zetmeel monomeer Cellulose Glycogeen
10
Residente flora Helpt in darm bij verteren van voeding
12
Darmflora: microorganismen in de darm
Bacteroides type Prevotella type Ruminococcus type Er zijn dus drie profielen waarin de relatieve hoeveelheden van verschillende bacteriesoorten anders zijn
13
Ieder blokje staat voor de correlatie tussen de hoeveelheid voedingsmiddel in het dieet, en de relatieve hoeveelheid van één bacterie genus (gemeten in de volledig onderzochte populatie)
15
Sterilisatie versus desinfectie
Volledig vrijmaken van levende microorganismen Desinfectie/pasteurisatie Reductie van aantal levende microorganismen tot een aanvaardbaar laag aantal
16
Sterilisatie methoden
Hitte Droog °C, 2-3 uur (glaswerk) Uitgloeien in een vlam. (öse = metalen entnaald) Nat: Stoom onder druk (vloeistoffen, plastics) = AUTOCLAVEREN AUTOCLAVEREN=100% stoom, 120 °C, 20 min., 1 atm overdruk Flamberen met alcohol Filtratie Voor hitte-gevoelige vloeistoffen/oplossingen Poriegrootte bepalend voor resultaat Chemisch Ethyleenoxide (gas) Straling Ioniserend (radioactief) Ultraviolet licht (UV)
17
Autoclaafprincipe is hogedrukpan
2. Stoom ontsnapt 3. Gewicht houdt stoom tegen en druk loopt op 4. Druk zo hoog dat gewicht wordt opgetild en stoom ontsnapt 5. Druk daalt 1. Verzadigen met stoom
18
Laboratorium/Ziekenhuis Autoclaaf
19
Sterilisatie door Filtratie
Voor hitte-gevoelige vloeistoffen/oplossingen Membraanfilter: poriegrootte bepalend voor resultaat, éénmalig gebruik
20
Sterilisatie door Filtratie
Dieptefilters (HEPA) vangen de bacteriën en schimmels in een sponsachtig netwerk: gebruikt voor luchtzuivering
21
Desinfectie chemisch Chloorhexidine 70 % ethanol formaline
Chloor, jodium Lyorthol, Lysol, Dettol Lyorthol, Lysol, Dettol
22
Eiwitdenaturatie maakt een celmembraan bijna ondoorlaatbaar
Bron tekening : kennislink.nl
23
Endosporen Hitteresistentie door: Zeer kleine hoeveelheid water
Spore-cortex + buitenlaag geeft resistentie tegen chemische invloeden HLO BML
24
Virus opbouw-types: gevoeligheid voor desinfectie
HLO BML
25
Chloorhexidine (vaak in handzepen) werkt alleen op niet-sporulerende bacteriën !
Desinfectantia Er op wijzen dat de verschillende soorten verbindingen niet even actief zijn op ieder micro organisme. Extra aandacht voor sporen. Dit wordt in meer detail behandeld in theorieles, maar pas later in de onderwijsperiode. (vb. Hac®, Cetavlex®) Veilig werken … 2009 Nederlandse Vereniging voor Microbiologie, ISBN
26
Hygiëne richtlijnen voeding
27
Hygiëne richtlijnen gezondheidszorg
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.