Download de presentatie
1
Kijken naar Kinderen Week 2
2
Inhoud week 2 Waarnemen Factoren die de waarneming beïnvloeden Instructie huiswerkopdracht 2: ‘Reflectie op de eigen manier van waarnemen
3
Maar waar waren we de vorige keer gebleven…
Maar waar waren we de vorige keer gebleven….? Observatie oefening in tweetallen: We bekijken nogmaals het filmpje ‘Vader met kind’ maar nu bereiden we de observatie voor en observeren we meer doelgericht….. Iedereen vult individueel het schema in
4
Daarna nabespreken in tweetallen
Daarna nabespreken in tweetallen Nabespreken: Is er nu meer overeenkomst tussen de observaties dan de vorige keer? Gedragingen (operationalisering) Vader Baby Vader praat tegen de baby Vader lacht hardop tegen de baby Vader glimlacht naar de baby Vader kijkt naar de baby Vader draait hoofd weg van de baby Vader pakt de baby op Vader knuffelt de baby Baby kijkt naar vader Baby volgt vader met hoofd Baby draait hoofd weg van vader Baby lacht naar vader Baby maakt geluidjes naar vader Baby huilt Baby houdt vader vast
5
Voortgang huiswerkopdracht 1
Vragen en/of onduidelijkheden? Hebben jullie al onderlinge afspraken gemaakt? Is iedereen betrokken bij de opdracht? Lukt het om bruikbare informatie te vinden? Tip: notuleer alle afspraken en maak een gezamenlijke planning
6
Waarnemen Neemt iedereen op dezelfde manier waar?
7
Mensen nemen waar via al hun zintuigen
Waarnemen: Bewust of onbewust opvangen van prikkels uit jouw omgeving met onze 5 zintuigen Elke waarneming start met een stimulus (prikkel), een voorwerp of een gebeurtenis uit de wereld om ons heen Om een prikkel te kunnen waarnemen, moet onze aandacht daarop gevestigd worden
8
Bottom-up benadering:
Perceptie Je ervaart prikkels en weet eerst nog niet wat je waarneemt. Prikkels komen binnen en moeten nog gedecodeerd worden Bottom-up benadering: vanuit allerlei samengestelde onderdeeltjes wordt een geheel gekozen. Voorbeeld: onze hersens hebben geregistreerd dat al deze lijnen bij elkaar een huis is
9
Perceptie Top-down benadering:
Door eerdere ervaringen zien we wat we denken te zien. We herkennen de context en nemen waar wat we verwachten waar te nemen
10
Zonder dat we er veel van merken is ons
waarnemingssysteem dus heel actief. Op allerlei gebieden vullen we spontaan stukken informatie aan. Ook bijvoorbeeld in het lezen van een tekst….. Eerste & laatste letter Onderzoek heeft uitgewezen dat de volgorde van letters in een woord niet heel erg belangrijk is voor de leesbaarheid. Zolang de eerste en laatste letter op hun plaats staan, maakt de volgorde van de overige letters weinig uit.
11
Volgens een ozdoenerk aan de Esglene untiisirevet, mkaat het niet uit in wkele vdlogore de ltetres in een worod staan, het enige wat bnlaejigrk is is dat de erstee en lttasae leettr op zijn palats saatn. De rest kan een tltoae ponhiuop zjin en nog kan je het leezn zoendr polreebm. Dit komt omdat we neit elke ltteer zelf leezn maar het woord als geeehl
12
En ook als we naar mensen kijken vullen onze hersenen vanzelf allerlei kenmerken aan deze persoon toe…..
13
Kijk naar mij… Ben ik getrouwd? Heb ik kinderen? Zo ja, hoeveel? Heb ik huisdieren? Zo ja, welke? Wat zijn mijn hobby’s? Van wat voor muziek hou ik? Van wat voor vakantie hou ik?
14
Stereotypen en vooroordelen
Het vormen van een eerste indruk gaat vanzelf en bij het vormen van de eerste indruk worden automatisch bepaalde stereotypen geactiveerd. Een stereotype is een vaststaand beeld dat je van iemand uit een specifieke sociale categorie hebt. Of je dat nu wilt of niet, het gebeurt gewoon
16
Een raadseltje…. Een vader en zijn zoon zijn betrokken bij een ongeluk De vader is op slag dood en de zoon belandt in het ziekenhuis In de operatiekamer aangekomen roept de chirurg: "Ik kan deze jongen niet opereren want hij is mijn zoon!" Hoe kan dat?
17
Oordeel niet te snel!
18
Selectie We kunnen onmogelijk alle prikkels waarnemen. Selectie heeft alles te maken met aandacht Als je werkzaam bent in de kinderopvang moet je letten op een grote groep kinderen…. Overzicht kunnen houden is dan erg belangrijk… Er wordt wel eens gezegd dat je 10 oren, ogen en handen moet hebben om alle kinderen evenveel aandacht te kunnen geven…. Belangrijk is dan om in te kunnen schatten wat echt belangrijk is en wat dus jouw aandacht nodig heeft! Is dat altijd even gemakkelijk? Hoe selecteer jij?
19
Aandacht en waarnemen…. Hoe oplettend ben jij
Aandacht en waarnemen…. Hoe oplettend ben jij? (een waarnemingsexperiment van Psychologie Magazine) Hoe vaak gooit het witte team de basketbal over? Tel mee met dit filmpje.
20
Jouw waarheid is echt niet altijd dè waarheid….
Kortom: Er zijn veel factoren die de waarneming beïnvloeden Onze waarneming is dus altijd relatief, nooit absoluut of objectief Wees je hiervan altijd bewust! Jouw waarheid is echt niet altijd dè waarheid….
21
Huiswerkopdracht 2: Reflectie op de eigen manier van waarnemen
Tijdens deze module staan we stil bij het feit dat onze waarneming beïnvloed wordt door allerlei factoren. Eén van deze factoren is de invloed van ons eigen referentiekader op onze waarneming en interpretaties. Voor deze opdracht beschrijf je in je eigen woorden waarom onze eigen normen/ waarden en referentiekader van invloed kunnen zijn op onze waarneming en interpretatie. Je zorgt hierbij voor een theoretische onderbouwing. Vervolgens beantwoord je ook de vraag: In hoeverre spelen jouw eigen (culturele) gewoonten, tradities en denkkaders een rol bij de manier waarop je binnen je praktijkplek waarneemt en interpreteert? Zorg voor een kritische zelfreflectie en illustreer je antwoord met 2 relevante praktijkvoorbeelden.
22
Tot zo ver… Voorbereiding voor volgende week: Lezen hoofdstuk 3 Petra Bil Verder werken aan huiswerkopdracht 1 en Starten met huiswerkopdracht 2
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.