Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdErna van de Brink Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Ontwikkeling van het jonge kind
College 4; persoonlijkheidsontwikkeling
2
Vandaag Bespreken hoofdstuk 8, 9 en 10; persoonlijkheidsontwikkeling
3
Wat is ‘ik’?
4
H8 Bouwstenen van de persoonlijkheid
‘Zelf’ bestaat uit Zelfbewustzijn Zelfvertrouwen Zelfwaardering Zelfkennis
5
Zelfbewustzijn Baby’s ervaren lichaamsdelen niet als deel van henzelf
Bewustzijn van lichaam ontstaat door herhaling en rijping Vanaf 2 jaar herkennen kinderen zich op recente foto’s Aan het eind van het 2e jaar dringt het door dat het kind losstaat van de omgeving – begin van het einde van egocentrisme Tussen 3 en 4 jaar ontstaat een levenslijn; bewustwording van tijd Autobiografisch geheugen begint bij ‘ik’vorming
6
Zelfbewustzijn Wat helpt bij het ontstaan:
Verschillen in lichamelijke toestand Opmerken effect van eigen gedrag Samen met knuffel op pad Veilig mogen loskomen van moeder Geboorte broertje of zusje Ontdekken van het woord ‘ik’ en roepnaam Rijping van de hersenen
7
Zelfvertrouwen Zelfvertrouwen
Durven geloven dat je zelf iets kunt. Durven autonoom te zijn. Zelfvertrouwen groeit als je: Gebeurtenissen in gang kunt zetten Tegendraads mag zijn Plezier krijgt in eigen prestaties Grote mensen mag helpen Voldoende autonomie krijgt Zonodig geholpen wordt Gelijkwaardig wordt behandeld
8
Zelfwaardering Zelfwaardering is eigenwaarde. Competent
voelen op sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Voor zelfwaardering is een veilige basis belangrijk. Innerlijke werkmodel 3 fasen zelfwaardering Bij 1 jaar; beleven van vreugde als hem iets lukt (trots) Bij 2 jaar; gericht op reacties van anderen (trots en schaamte) Bij 3 jaar; trots en schaamte kunnen voelen onafhankelijk van anderen
9
Zelfkennis Gaat over wat anderen van je weten: uiterlijk, opvattingen, capaciteiten, karakter, manier van doen Gaat over wat je alleen zelf weet: dromen, verlangens, angsten, fantasieën, motieven Negatieve kijk op eigen kunnen kan leiden tot faalangst en learned helplessness (geleerde hulpeloosheid)
10
H9 Een veilige basis Hoe raakt een kind gehecht aan zijn moeder?
Wat is belangrijker om te overleven? Liefde of voedsel? Harlow’s experiment
11
Hechtingstheorie Moeder is startpunt voor andere relaties
Voor het hechtingsproces bestaan kritieke perioden Moderne psychologen spreken over gevoelige perioden Maar uit onderzoeken is gebleken dat als het kind niet veilig gehecht is na 2e jaar, dat er meestal sprake is van een hechtingsstoornis Wat denk jij? Heeft hechting een kritieke periode of gevoelige periodes?
12
Hechting - Bowlby 6-7 maanden: eenkennigheid
7-8 maanden: vreemdelingenangst, separatieangst Vanaf dit moment is het kind gehecht aan de primaire opvoeder
13
Hechting; experiment Hechting bij baby’s: Mary Ainsworth’s Vreemde Situatie
14
Vormen van hechting B-Basis; veilig
A-Afstand; vermijdend, onverschillig, onveilig B-Basis; veilig C-Contact; afhankelijk, vastklampend, boos onveilig D-Desorientatie; niet consistente reactie; onveilig
15
Invloed op kwaliteit van hechting
Aard van de moeder Aard van het kind Vader Gezinsomstandigheden Biologie van de hechting; hormonen Broertjes en zusjes Knuffels ; overgangsobjecten
16
Hechting in speciale situaties
Kinderopvang Adoptie Echtscheiding
17
Beschrijf je persoonlijkheid in maximaal 5 kernwoorden
H10 Persoonlijkheid Beschrijf je persoonlijkheid in maximaal 5 kernwoorden
18
Een stukje geschiedenis
Hippocrates; Griekse arts Verschillen tussen mensen ontstaan door verschillende lichaamssappen Sanguinisch - bloed Flegmatisch - slijm Cholerisch - gal Melancholisch - zwarte gal
19
Psychoanalyse: Freud
20
Freud: psychoseksuele ontwikkeling
Vroegkinderlijke ontwikkeling kent opeenvolgende fasen Psychische en seksuele ontwikkeling volgen de lichamelijke ontwikkeling Bij normale ontwikkeling doorloopt het kind de achtereenvolgende fasen Bij een problematische ontwikkeling kan een kind blijven steken in een fase of terugvallen Fixatie Regressie
21
Psychoseksuele fasen Orale fase Anale fase Fallische fase
Oedipale fase Latentiefase Genitale fase
22
Orale fase (0-1 jaar) Mond is erogene zone
Conflict rond het thema ‘afhankelijkheid’ Leren om de verzorgende te vertrouwen Fixatie in deze fase kan leiden tot blijvende preoccupatie met de mond. Roddelen, eten,
23
Anale fase (1-3 jaar) Anus is de erogene zone
Thema ‘autonomie en zelfcontrole’ Eigen wil en eigen ik Kind kan omgeving beïnvloeden en controleren Zindelijkheidstraining is belangrijk voor de vorming van persoonlijkheid. Te strikte zindelijkheidstraining; rigide, overanalyserende, geordende persoonlijkheid Te losse zindelijkheidstraining; impulsieve ongeremde persoonlijkheid
24
Fallische fase (3 – 6 jaar)
Geslachtsdeel is erogene zone Erotische activiteit wordt afgekeurd: lust en schuldgevoel Gaat over in Oedipale fase: Rivaliteitsconflict met vader Incestueuze drang naar ouder van andere sekse Jongens: castratieangst. Oplossing: identificatie met vader Meisjes: penisnijd. Oplossing: identificatie met moeder
25
Freud: psychische structuur
Het Id Functioneert onbewust en irrationeel Psychische structuur van baby bestaat volledig uit het Id Het Ego Functioneert bewust maar ook ten dele onbewust Ontstaat in het eerste levensjaar en functioneert rationeel Het Superego Bevat waarden en normen: het geweten Functioneert als ‘tot de orde roepende’ Ontstaat rond het vierde en vijfde levensjaar
26
Freud: psychische structuur
Een model van Id, Ego en Superego en het bewuste en onderbewuste
27
Belangrijke volgeling van Freud
Erikson Volgens Erikson is de omgeving belangrijk in het bieden van veiligheid en ontwikkelen van zelfvertrouwen. Erikson onderscheid meerdere fasen: Schoolleeftijd Adolescentie Genitaliteit Volwassenheid
28
BIG 5 Open voor nieuwe ervaringen/conservatief
Conscientieus; nauwkeurig/ slordig, warrig Extravert/introvert Aardig; positieve instelling/negatieve instelling Neurotisch; emotioneel instabiel/stabiel
29
Belangrijke begrippen
Aspecten van ‘zelf’; bewustzijn, vertrouwen, waardering, kennis Hechting; vormen, voorwaarden, consequenties Persoonlijkheid; Big 5, Erikson Freud Es, Uber-ich en Ich (Id-Superego-ego) Psychoseksuele fasen Afweermechanismen Oedipus-complex Castratie-angst en penisnijd
30
Volgende week H Morele ontwikkeling
31
Werkcollege Hoe wordt persoonlijkheid gevormd? Hoe zit dat bij jou?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.