WISKUNDE IN DE TWEEDE FASE (Bovenbouw) HAVO Profiel: Vak: C&M Wi A (niet verplicht E&M Wi A N&G Wi A of Wi B N&T Wi B.

Presentatie over: "WISKUNDE IN DE TWEEDE FASE (Bovenbouw) HAVO Profiel: Vak: C&M Wi A (niet verplicht E&M Wi A N&G Wi A of Wi B N&T Wi B."— Transcript van de presentatie:

1

2 WISKUNDE IN DE TWEEDE FASE (Bovenbouw) HAVO Profiel: Vak: C&M Wi A (niet verplicht E&M Wi A N&G Wi A of Wi B N&T Wi B

3 VERSCHIL TUSSEN ONDERBOUW EN BOVENBOUW: Meer zelfstandigheid en discipline Minder toetsen Meer stof per toets Geen hulpvragen (Sommige) cijfers tellen al mee voor je eindexamen En natuurlijk:

4 GRAFISCHE REKENMACHINE ca. € 100 of 2 de hands?

5 WISKUNDE A Toegepaste Analyse Tellen Verbanden Veranderingen Statistiek en data verwerken

6 Wat kan ik bij wiskunde A verwachten? 25a 2 – (5a + 3)(5a - 3) = 25a 2 – (25a 2 – 9) = 25a 2 - 25a 2 + 9 = 9 Algebra

7 Wat kan ik bij wiskunde A verwachten? Tellen Tijdens een tekenles kleuren de leerlingen de vlakverdeling hiernaast. Van de tien rechthoeken moeten er vier gekleurd worden met rood, geel, blauw en paars. Elke kleur moet een keer gebruikt worden. De andere rechthoeken blijven wit. Zo ontstaat een Mondriaancompositie. Hoeveel composities zijn mogelijk?

8 Wat kan ik bij wiskunde A verwachten? Verbanden

9 Wat kan ik bij wiskunde A verwachten? Veranderingen * Het bedrag dat je bij Bikey moet betalen voor het huren van een fiets is een lineaire functie van het aantal dagen dat je huurt. Het blijkt dat 4 dagen € 28 kost, 9 dagen kost € 50,50. Bepaal de formule waarmee Bikey het huurbedrag berekent. * Ook bij TMR (Trap Maar Raak) is het mogelijk een fiets te huren. Hier wordt het bedrag berekend via de formule B = 7 + 6d (B bedrag in euro's en d in dagen). Bepaal bij welk aantal dagen de twee verhuurbedrijven even duur zijn. Welk bedrijf is op de lange duur goedkoper? * Karel heeft bij TMR een fiets gehuurd. Hij heeft 55 euro moeten betalen. Hoeveel dagen heeft hij de fiets gehuurd? * Het bedrag dat je bij Bikey moet betalen voor het huren van een fiets is een lineaire functie van het aantal dagen dat je huurt. Het blijkt dat 4 dagen € 28 kost, 9 dagen kost € 50,50. Bepaal de formule waarmee Bikey het huurbedrag berekent. * Ook bij TMR (Trap Maar Raak) is het mogelijk een fiets te huren. Hier wordt het bedrag berekend via de formule B = 7 + 6d (B bedrag in euro's en d in dagen). Bepaal bij welk aantal dagen de twee verhuurbedrijven even duur zijn. Welk bedrijf is op de lange duur goedkoper? * Karel heeft bij TMR een fiets gehuurd. Hij heeft 55 euro moeten betalen. Hoeveel dagen heeft hij de fiets gehuurd?

10 Wat kan ik bij wiskunde A verwachten? Statistiek De figuur hiernaast gaat over het aantal inwoners per fiets in enkele landen. a)Hoeveel fietsen zijn er in Spanje? b)In Mexico zijn ongeveer acht miljoen fietsen. Hoeveel inwoners heeft Mexico? c)Bereken de verhouding van het aantal fietsen in Italië tot dat in Zuid-Korea. d)Bereken de verhouding van het aantal fietsen per persoon in China tot dat in Zuid-Korea

11 Typisch wiskunde A

12 WISKUNDE B Formules, functies en grafieken De afgeleide functie Goniometrische functies Meetkunde: hoeken, lijnen en cirkels

13 Wat kan ik bij wiskunde B verwachten? Goniometrische functies

14 Wat kan ik bij wiskunde B verwachten? In de figuur hiernaast zie je een sinusoïde. Stel een formule op van deze grafiek. Bereken exact de oplossingen. In de figuur hiernaast zie je een sinusoïde. Stel een formule op van deze grafiek. Bereken exact de oplossingen. Bereken voor welke p de onderstaande vergelijking een oplossing heeft

15 Wat kan ik bij wiskunde B verwachten? De lijn l gaat door de punten (4,28) en (9;50,5). Stel de vergelijking van lijn l op. De lijn m loopt evenwijdig aan l en gaat door het punt (23,47). Stel de vergelijking van lijn m op. Twee lijnen staan loodrecht op elkaar als hun rc's met elkaar vermenigvuldigd het getal –1 opleveren. De lijn n gaat door het punt (-17,58) en staat loodrecht op l. Stel de vergelijking van lijn n op. Bepaal het snijpunt van de lijnen m en n. De lijn l gaat door de punten (4,28) en (9;50,5). Stel de vergelijking van lijn l op. De lijn m loopt evenwijdig aan l en gaat door het punt (23,47). Stel de vergelijking van lijn m op. Twee lijnen staan loodrecht op elkaar als hun rc's met elkaar vermenigvuldigd het getal –1 opleveren. De lijn n gaat door het punt (-17,58) en staat loodrecht op l. Stel de vergelijking van lijn n op. Bepaal het snijpunt van de lijnen m en n.

16 Wat kan ik bij wiskunde B verwachten? Óók contextrijke opgaven:

17 Heel veel succes met je keuze!