Workshop hele getallen 1

Presentatie over: "Workshop hele getallen 1"— Transcript van de presentatie:

1 Workshop hele getallen 1
Hoog tempo houden in de eerste dia’s, zodat er tijd over is voor zelfstandig werken en verlengde instructie. Geen oefeningen tussendoor laten maken, pas aan de slag met het werkblad als de verlengde instructie begint. Training voor de kennisbasistoets rekenen-wiskunde Onderdeel hele getallen, deel1

2 Waaruit bestaat het onderdeel hele getallen?
Op de 10voordeleraar site kun je lezen dat dit o.a. de onderwerpen zijn: Betekenis van hele getallen Eigenschappen van bewerkingen Schattend rekenen Cijferend rekenen Gebruik van de rekenmachine Wiskundetaal bij (hele) getallen

3 Op de site van 10voordeleraar staan ‘Wegwijzers’
Op de site van 10voordeleraar staan ‘Wegwijzers’. Dit zijn heel veel oefenopgaven, met veel uitleg en voorbeelden. Op deze dia zie je de eerste oefenopgave. De doelen staan daar ook genoemd. Een aantal van deze doelen wordt gebruikt als uitgangspunt voor deze workshop.

4

5 Rekenen met negatieve getallen
Afspraken: Als de ketel leeg is, is de toverdrank 0°C. De heks heeft warme (positieve) blokjes en koude (negatieve) blokjes. 0 + 5 = 0 – 5 = 3 – 5 = = -4 – 6 = = = Basale uitleg over plus en min bij negatieve getallen. Een warm blokje erbij is een graad omhoog, een warm blokje eruit een graad naar beneden. Omgekeerd bij koude blokjes.

6 Rekenen met negatieve getallen
Nakijken: 0 + 5 = 5 0 – 5 = -5 3 – 5 = -2 = 4 -4 – 6 = - 10 = 12 = 1 + – is hetzelfde als – – – is het zelfde als + Onthouden!

7 Rekenen met negatieve getallen
Met een speciale lepel kan de heks groepjes blokjes in en uit de soep halen. 4×5 = = 20 betekent: tel 4 keer het getal 5 op 4×-5 = = -20 betekent: tel 4 keer het getal -5 op -4×5 = -( ) = -20 betekent: trek 4 keer het getal 5 af -4×-5 = -( ) = 20 betekent: trek 4 keer het getal -5 af

8 Rekenen met negatieve getallen
Delen is de inverse van vermenigvuldigen. positief × positief = positief  positief ÷ positief = positief positief × negatief = negatief  positief ÷ negatief = negatief negatief × positief = negatief  negatief ÷ positief = negatief negatief × negatief = positief  negatief ÷ negatief = positief Onthouden!

9 Volgorde van bewerkingen
Eerst machtsverheffen en worteltrekken. Dan vermenigvuldigen en delen. Dan optellen en aftrekken. Alles in de volgorde waarin je het tegenkomt in de som. x : 2 – 3 = 12 – – 3 = – 3 = 36 – 3 = - 39 werkblad oefening 1

10 We kijken

11 Analyseer de gemaakte fouten.
Leerlingwerk Benoem de rekenmanier van de leerlingen. Is de opgave goed of fout gemaakt? Analyseer de gemaakte fouten. Werkblad oefening 2 1324 – 678 = correct, cijferend aftrekken ,1 = correct, rijgend optellen 4240 : 8 = cijferend, niet correct, laatste 0 vergeten 4240 : 8 = cijferend, niet correct, 24 – 24 = 24. Lijkt dan over te stappen op kolomsgewijs. Belangrijk om te benoemen dat al deze oplossingsmanieren herkend en geanalyseerd moeten kunnen worden. Cijferen, kolomsgewijs, rijgen, splitsen, en verschillende variamethodes.

12 Cijferen Het is van belang om zelf vlot te kunnen rekenen.
Tijdens de toets krijg je kladpapier. De vakgroep rekenen adviseert het volgende: Tafels van vermenigvuldigen t/m de tafel van 12. Tafels van 13 t/m 19 tot 5x. Deeltafels (welke keersommen horen bij 72?) Vlot cijferend kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.

13 Tempotoets Op de volgende dia’s komen keer en deelsommen voorbij.
Ook staan er getallen waarbij een goede keersom moet komen. Voorbeeld 45…..Jij schrijft 5 x 9. 1 x mag niet! (Behalve bij een priemgetal) 3 seconden!

14 7 x 13 =

15 56 : 8 =

16 9 x 9 =

17 12 x 12 =

18 72 : 3 =

19 121 : 11 =

20 6 x 12 =

21 96 : 6 =

22 4 x 18 =

23 51 : 3 =

24 54 =….x….

25 99

26 87

27 52

28 85

29 Nakijken 7 x 13 = = 9 x 6 56 : 8 = = 9 x 11 9 x 9 = = 3 x 29 12 x 12 = = 4 x 13 72 : 3 = = 5 x 17 121 : 11 = 11 6 x 12 = 72 96 : 6 = 16 4 x 18 = 72 51 : 3 = 17

30 Werkblad oefening 3

31 Verwerking en verlengde instructie
Ga aan de slag met de oefeningen op het werkblad. Werk in eerste instantie zelfstandig (de toets moet je ook alleen maken). Als je nog moeite hebt met vlot cijferend vermenigvuldigen en delen, kom dan naar de verlengde instructie.

32 Cijferend vermenigvuldigen
Voordoen: 67,8 x 3,94 = Werkblad oefening 4

33 Cijferend delen Voordoen: 195,624 : 3 = Werkblad oefening 5

34 Tot volgende week!