Download de presentatie
GepubliceerdBram Lenaerts Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Hoofdstuk 5 Bevolking en ruimte in Duitsland en Nederland
2
Paragraaf 1 Veranderingen in stad en platteland
Duitsland: grens tussen oost en west Na WOII: opgedeeld in vier zones - VS - Engeland - Frankrijk - Sovjet-Unie 1949: Oost- en West-Duitsland 1990: hereniging
3
Wonen, verkeer en werken Sinds 1950: Wonen
- West-Duitsland: veel nieuwbouw, snelle groei van de welvaart, suburbanisatie - Oost-Duitsland: veel nieuwbouw, langzame groei van de welvaart, suburbanisatie na 1990 • Verkeer - toename mobiliteit en welvaart: uitbreiding infrastructuur - Oost-Duitsland: na 1990 betere bereikbaarheid - toename forensisme leidt tot congestie Werken - vroeger: industrieland - nu: diensten, werkloosheid in oude industriegebieden
4
Voorzieningen, recreatie en natuur
- West-Duitsland: heel goed voorzieningenniveau - Oost-Duitsland: minder goed Recreatie en natuur - flinke toename in de behoefte - populair: oude steden, natuurgebieden - sterke groei toeristeninfrastructuur
5
Paragraaf 2 Natuurlijke bevolkingsgroei
Hoge bevolkingsgroei Daling sterftecijfer, stijging levensverwachting: - verbetering woonomstandigheden - verbetering hygiëne - verbetering voedselvoorzieningen - verbetering gezondheidszorg Hoog geboortecijfer: - kerk - geen voorbehoedsmiddelen - geen verzekeringen, pensioenen Hoog geboorteoverschot: hoge natuurlijke bevolkingsgroei
6
Afnemende bevolkingsgroei
Minder invloed van de kerk Emancipatie van vrouwen Anticonceptiepil Kinderen werden duurder Meer alleenstaanden Minder daling van de natuurlijke bevolkingsgroei in steden dan in landelijke gebieden
7
Verschillen tussen Duitsland en Nederland
Gemiddeld oudere bevolking - hoger sterftecijfer West-Duitsland: sterfteoverschot Oost-Duitsland: meer geboortes, maar afname na 1990 - het ging slecht met de economie - vrouwen kregen op steeds latere leeftijd kinderen - nu: stijging geboortecijfer
8
Paragraaf 3 Migratie in Duitsland en Nederland
Waarom migreren mensen? • Emigratie: migratie naar een ander land • Immigratie: het land binnenkomen om er te wonen • Sociale bevolkingsgroei: toename bevolking door migratie Redenen: - afstotingsfactoren - aantrekkingsfactoren Migratiemotieven: - economisch - sociaal - politiek - milieu
9
Periodes van migratie Na 1945 - Nederland: veel emigratie - Duitsland: weinig emigratie Na 1960 - veel immigratie van gastarbeiders Na 1970 - remigratie van Italianen, Spanjaarden en Grieken - gezinshereniging van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders Na 1990 - vluchtelingen uit oorlogslanden Na 2007 - immigratie uit nieuwe EU-lidstaten
10
Binnenlandse migratie
Nederland en Duitsland: leegloop landelijke gebieden Duitsland: migratie vanuit het oosten en vanuit het Ruhrgebied
11
Paragraaf 4 De bevolkingsopbouw in de toekomst
Het transitiemodel Vier fasen: Fase 1. Vóór de transitie: hoge geboorte- en sterftecijfers Fase 2a. Begin transitie: dalend sterftecijfer Fase 2b. Eind transitie: dalend geboortecijfer Fase 3. Na de transitie: lage geboorte- en sterftecijfers
12
De bevolking in de toekomst
Duitsland: sterfteoverschot sinds 1972 - tot 2008 bevolkingsgroei door positief migratiesaldo Nederland: waarschijnlijk zelfde ontwikkeling Veranderende bevolkingsopbouw - ontgroening - vergrijzing - zichtbaar in bevolkingspiramides (leeftijdsdiagrammen) Duitsland: meer vergrijzing dan Nederland
13
Gevolgen Economische en sociale gevolgen - vergrijzing: groep werkenden wordt kleiner - minder belastingbetalers - tot hogere leeftijd doorwerken - meer bejaarden om voor te zorgen - minder werkloosheid - ouderen hebben meer te besteden Ruimtelijke gevolgen - drempelwaardes worden moeilijker gehaald - sluitingen, leegstand - meer verzorgingshuizen - voorzieningen moeten bereikbaar blijven
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.