Hoofdstuk 2 Stijl en Beeldspraak.

Presentatie over: "Hoofdstuk 2 Stijl en Beeldspraak."— Transcript van de presentatie:

1 Hoofdstuk 2 Stijl en Beeldspraak

2 Kop Voorbeeld opsomming Tekst Voorbeeld opsomming 2
Opsomming binnen opsomming

3 Inleiding Kunstenaars gebruiken bepaalde technieken om gedachten/gevoelens uit te drukken> persoonlijke stijl ‘Het is stil en warm in de stad, vanmiddag’ Of: ‘op vilten voeten sluipt de middag door de stad. Geen enkel blaadje roert noch leeft, Terwijl aan het touw der tempelklok sluimerend een vlinder kleeft’

4 Stijl is de kenmerkende manier waarop mensen zich uitdrukken in taal.
Stijl=de manier van schrijven; een bijzonder taalgebruik. Stijl is persoonlijk maar heeft ook te maken met tijd en ‘literaire mode’

5 onderverdeling Schrijfstijl wordt onderverdeeld in: Persoonlijke stijl
Groepsstijl Stijl heeft als kenmerken stijlmiddelen zoals: stijlfiguren/tekststijlen/beeldspraak

6 Stijlfiguren Stijlfiguren zijn afwijkingen van de gebruikelijke woordkeus/zinsdbouw. Doel: bepaald effect bereiken; nadruk, verrassing, levendigheid, humor.

7 Stijlfiguren Herhaling (repetitio)
Bij een herhaling worden sommige woorden herhaald, Doel: extra nadruk ‘Geld, geld is het enige wat hem bezig houdt.     Ja, ja, je kunt me nog meer vertellen. Nooit, nooit ga ik daar nog eens naar toe!’

8 Stijlfiguren Opsomming (enumeratie)
Bij een opsomming worden een aantal feiten/meningen/namen en argumenten achter elkaar geplaatst. ‘Jij bent een akelig, miezerig, vervelend mannetje’

9 Stijlfiguren Climax en anticlimax
Bij een climax wordt de spanning geleidelijk opgebouwd: ‘Ik lust best drop. Wat zeg ik? Ik ben er dol op, ik ben er bezeten van, ik vreet me er een maagzweer aan!’ Het tegenovergestelde heet een anticlimax: ‘Hij schreeuwde het uit van de pijn, daarna moest hij nog even huilen, ten slotte kwam er af en toe nog een snik’

10 Stijlfiguren Antithese (tegenstelling)
Bij een antithese worden tegenstellingen of tegengestelde begrippen naast elkaar geplaatst. ‘Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.’ ‘In het stille dal knettert het overal.’ ‘'s Lands grootste kruidenier gaat op de kleintjes letten. ‘

11 Stijlfiguren Paradox Een paradox is een schijnbare tegenstelling. Het lijkt alsof de schrijven zichzelf tegenspreekt. Door erover na te denken kom je erachter dat de schrijver gelijkt heeft. ‘Schrijven is de kunst van het schrappen.’ ‘Weinig alcohol kan te veel zijn.’ ‘Hoe gespecialiseerder iemand is, des te minder kan hij.’

12 Stijlfiguren Hyperbool
De hyperbool geeft de werkelijkheid zeer overdreven weer. ‘In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.’ ‘Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.’ ‘Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.’

13 huiswerk Lezen basisboek blz 19 tm 22
Maken opdracht 1 en 2 hoofdstuk 2 blz 16 opdrachtenboek