't Spel van December ? vraag

Presentatie over: "'t Spel van December ? vraag"— Transcript van de presentatie:

1 't Spel van December ? vraag
Stop Piet heeft 60 pepernoten gestrooid. 2 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er ______ 4 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er ______ 3 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er ______ 5 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er ______

2 1 2 3 Piet heeft 60 pepernoten gestrooid.
2 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 30 4 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 15 3 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 20 5 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 12 1 2 3

3 1 2 3 Piet heeft 60 pepernoten gestrooid.
2 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 30 4 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 15 3 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 20 5 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 12 1 2 3

4 1 2 3 Piet heeft 60 pepernoten gestrooid.
2 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 30 4 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 15 3 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 20 5 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 12 1 2 3

5 1 2 3 Piet heeft 60 pepernoten gestrooid.
2 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 30 4 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 15 3 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 20 5 kinderen delen de pepernoten, ieder krijgt er 12 1 2 3

6 't Spel van December ? vraag
Stop Sinterklaas is op 6 december jarig. Het is nu 29 november. Dat is nog _____ nachtjes slapen.

7 Dat is nog 7 nachtjes slapen. 1 2 3

8 Dat is nog 7 nachtjes slapen. 1 2 3

9 Dat is nog 7 nachtjes slapen. 1 2 3

10 Dat is nog 7 nachtjes slapen. 1 2 3

11 't Spel van December ? vraag
Stop In een doos kunnen 50 taaipoppen. Piet heeft er 28 in gelegd. Hoeveel kunnen er nog bij? _____

12 Er kunnen er nog 22 bij? 1 2 3

13 Er kunnen er nog 22 bij? 1 2 3

14 Er kunnen er nog 22 bij? 1 2 3

15 Er kunnen er nog 22 bij? 1 2 3

16 't Spel van December ? vraag
Stop Pedro loopt door de Parklaan. Eerst gaat hij strooien op nummer 11 en op nummer 13. Dan moet hij drie huizen verder nog een pakje bezorgen. Dat is op nummer _____

17 Dat is op nummer 19 1 2 3

18 Dat is op nummer 19 1 2 3

19 Dat is op nummer 19 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 4.
Geef ¼ deel aan een andere groep. 1 2 3

20 Dat is op nummer 19 1 2 3

21 't Spel van December ? vraag
Stop Het is 11 uur ’s avonds. Piet is al twee en een half uur aan het werk. Hij is begonnen om _________________

22 Hij is begonnen om half 9 ’s avonds. 1 2 3

23 Hij is begonnen om half 9 ’s avonds. 1 2 3

24 Hij is begonnen om half 9 ’s avonds. 1 2 3

25 Hij is begonnen om half 9 ’s avonds. 1 2 3 Tel je geld.
Deel het bedrag door 2. Je ontvangt een deel van de bank. 1 2 3

26 't Spel van December ? vraag
Stop Sinterklaas komt op school. Hij geeft voor elke klas twee zakken strooigoed. Er zijn 14 klassen. Hoeveel zakken strooigoed zijn dat? _____

27 28 zakken strooigoed 1 2 3

28 28 zakken strooigoed 1 2 3

29 28 zakken strooigoed 1 2 3

30 28 zakken strooigoed 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 4.
Je ontvangt ¼ deel van de bank. 28 zakken strooigoed 1 2 3

31 't Spel van December ? vraag
Els en Bart hebben hun schoen gezet. Ze krijgen ieder 2 mandarijnen, 12 pepernoten en een muis van chocola. Piet heeft nodig: _____ mandarijnen, _____ pepernoten _____ muizen Stop

32 Piet heeft nodig: 4 mandarijnen, 24 pepernoten 2 muizen 1 2 3

33 Piet heeft nodig: 4 mandarijnen, 24 pepernoten 2 muizen 1 2 3

34 Piet heeft nodig: 4 mandarijnen, 24 pepernoten 2 muizen 1 2 3
Pechkaart Je verliest al je geld aan de bank 1 2 3

35 Piet heeft nodig: 4 mandarijnen, 24 pepernoten 2 muizen 1 2 3

36 't Spel van December ? vraag
Stop Hoeveel chocoladeletters zijn dit bij elkaar? ______

37 19 chocoladeletters bij elkaar. 1 2 3

38 19 chocoladeletters bij elkaar. 1 2 3

39 19 chocoladeletters bij elkaar. 1 2 3

40 19 chocoladeletters bij elkaar. 1 2 3

41 't Spel van December ? vraag
Een snelle Piet klimt in 2 minuten het dak op. Een langzame Piet doet er 3 keer zo lang over. Hij doet er _____ minuten over. Stop

42 Hij doet er 6 minuten over. 1 2 3

43 Hij doet er 6 minuten over. 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 2.
Geef 1 deel aan een andere groep. 1 2 3

44 Hij doet er 6 minuten over. 1 2 3

45 Hij doet er 6 minuten over. 1 2 3

46 't Spel van December ? vraag
Stop Juf kopieert 32 kleurplaten voor haar klas. Er zijn 26 kinderen. Er blijven _____ kleurplaten over.

47 Er blijven 6 kleurplaten over.
1 2 3

48 Er blijven 6 kleurplaten over.
1 2 3

49 Er blijven 6 kleurplaten over.
1 2 3

50 Er blijven 6 kleurplaten over.
1 2 3

51 't Spel van December ? vraag
Het dikke boek van Sinterklaas telt 400 bladzijden. Het boek is al voor de helft vol geschreven. Hoeveel bladzijden zijn nog leeg? _______ Stop

52 Hoeveel bladzijden zijn nog leeg? 200 bladzijde 1 2 3

53 Hoeveel bladzijden zijn nog leeg? 200 bladzijde 1 2 3

54 Hoeveel bladzijden zijn nog leeg? 200 bladzijde 1 2 3

55 Hoeveel bladzijden zijn nog leeg? 200 bladzijde 1 2 3

56 't Spel van December ? vraag
Stop Pedro ging op stap met 18 pakjes in zijn zak. Hij heeft nu 14 pakjes rondgebracht. Hoeveel pakjes zitten nog in de zak? _____

57 4 pakjes 1 2 3

58 4 pakjes 1 2 3

59 4 pakjes Pechkaart Je verliest al je geld aan de bank 1 2 3

60 4 pakjes 1 2 3

61 't Spel van December ? vraag
De zak van Pablo weegt 25 kilo. De zak van Bernardo is 3 kilo lichter, die weegt ______ kilo. Stop

62 die weegt 22 kilo. 1 2 3

63 die weegt 22 kilo. 1 2 3

64 die weegt 22 kilo. 1 2 3

65 die weegt 22 kilo. 1 2 3

66 't Spel van December ? vraag
Stop Kijk in je agenda. Op welke dag is het 5 december,pakjesavond? Pakjesavond is op __________

67 Pakjesavond is op Vrijdag 1 2 3

68 Pakjesavond is op Vrijdag 1 2 3

69 Pakjesavond is op Vrijdag 1 2 3

70 Pakjesavond is op Maandag 1 2 3

71 't Spel van December ? vraag
Stop Pieten werken vooral ’s nachts. Ze gaan laat naar bed en staan ook later op. Een piet ging om half 4 naar bed en sliep 8 uur. Hoe laat staat hij op?_________

72 Hij staat om half 12 op. 1 2 3

73 Hij staat om half 12 op. 1 2 3 Tel je geld. Deel het bedrag door 2.
Geef 1 deel aan een andere groep. 1 2 3

74 Hij staat om half 12 op. 1 2 3

75 Hij staat om half 12 op. 1 2 3