zwar-te piet zwar-te piet heeft een muts op zijn hoofd.

Presentatie over: "zwar-te piet zwar-te piet heeft een muts op zijn hoofd."— Transcript van de presentatie:

1

2

3 zwar-te piet zwar-te piet heeft een muts op zijn hoofd.

4 zwar-te piet pakt de ka-doot-jes uit.

5 sint is bij de kin-de-ren op be-zoek.

6 gro-te kin-de-ren gaan ook naar sint.

7 de staf de staf van sint zwarte piet zwarte piet helpt sint

8 pe-per-no-ten pe-per-no-ten zijn lekker.

9 zwar-te piet heeft een muts met een veer. zwar-te piet heeft ook een oor-bel. de muts de veer de oor-bel

10 er zit-ten snoep-jes in de zak van piet.

11 een zak met pe-per-no-ten

12 een hulp-sint met pie-ten.

13 het boek van sint. in het boek schrijft sint de naam van kin-de-ren. sint leest in het boek.

14 het paard sint heeft een lief paard. het paard loopt op het dak.

15 Sint en piet op de boot. Sint heeft een stoom-boot

16 het paard van sint eet graag wortels.

17 piet klimt op het dak. hij heeft een pak-je. de schoorsteen de zak van piet

18 Sint zit op het paard. Piet heeft een pak-je.

19 Sint en piet zwaaien naar de kinderen.

20 Sint zit op een groot wit paard.

21 Sint komt naar school. Er zijn veel pieten.

22 de kin-de-ren gaan naar sint. ze zingen lied-jes voor sint. papa gaat ook mee.

23 sint heeft een boot. de boot vaart snel.

24 Sint en de pie-ten op de stoom-boot.

25 dit is ook een stoom-boot. uit de schoor-steen komt rook.

26 sint is al erg oud. hij geeft pak-jes aan de kin-de-ren.

27 sint heeft een mij-ter op zijn hoofd. de hoed van sint heet mij-ter.

28 de juf heeft een boot voor de kin-de-ren ge-maakt. ze spe-len met de boot. de stoom -boot

29 een gro-te stoom-boot op school.

30 Sint komt op school. de kin-de-ren zin-gen lied-jes. school

31 de gro-te kin-de-ren heb-ben ook pak-jes.

32 de jon-gen leest een ge-dicht-je voor.

33 dag sin-ter-klaas-je. tot ziens.