Paragraaf 1.2 De eerste mensen.

Presentatie over: "Paragraaf 1.2 De eerste mensen."— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 1.2 De eerste mensen

2 In je tekstboek, bij bron 7 staat een beeldje
van jaar oud! Toen woonden er in Nederland nog geen mensen. Oorzaak? Het was te koud, we hadden hier een ijstijd!

3 Rond 11. 500 v. c. begon de temperatuur te stijgen
* Rond v.c. begon de temperatuur te stijgen. * Het werd warmer, en dus konden ook in Nederland mensen wonen.

4 Mensen leefden van wat ze in de natuur vonden.
Ze leefden als jagers en verzamelaars. Ze aten vis, vlees en planten.

5 Hun middel van bestaan was: jagen en verzamelen.
Zo bleven ze in leven.

6 Jagers en verzamelaars leefden altijd in kleine groepjes.
Dan kon je sneller doorreizen als de dieren wegtrokken. Ze hadden geen paarden of huisdieren. Ze namen al hun spullen mee te voet of per kano. Ze trokken rond als nomaden.

7 Prehistorische supermarkt:
Alles dat de mensen toen nodig hadden, haalden ze uit de natuur: Met takken bouwden ze hutten Wapens en gereedschappen waren van botten. Maakten kleren en tenten van dierenhuid. Ze maakten naalden en vishaken van hoorns.

8 De meeste spullen wie bewaard zijn gebleven uit die tijd zijn van steen. De rest is vergaan.
Daarom noemen we deze periode ook wel de: Steentijd.

9 Om meer te weten te komen over vroeger moeten we in de grond gaan zoeken:
Archeologie (archeologen) Zij graven naar botjes, rest van huizen, enz.

10 Er zijn nog 2 andere manieren om er achter te komen hoe mensen vroeger leefden:
Zo echt mogelijk naspelen Kijken bij mensen nog zo leven, bv indianen.

11

12