Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMagdalena Michiels Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
5.8 conj. zonder ajvn
2
5.8 B 1.zin 1 1ste pers. 2. zin 3 1ste pers. 3. zin 2 2de pers.
3
4. het is een wilsuiting 5. zin 4 en 5 Wat vrees ik? Wat weet ik niet? 6. zin 5 indirecte overleggende vraag
4
7. in zin 2: mh = ontkenning in zin 4 mh = voegwoord van de completieve zin (“dat”) 8. doelaanw. zin Waarom/waartoe zijn we hier?
5
5. 8 g 1.hoofdzin: verbod Doe dat niet: je bent namelijk een onhandige jongeman. 2. Bijzin: indirecte overleggende vraag We wisten niet wat we moesten doen in dat gevaar.
6
4. hoofdzin: aansporing Laten we dat niet meer toestaan, want het is slecht. 5. Bijzin: finale completiefzin na verbum timendi We vrezen dat we ongelegen komen.
7
6. hoofdzin: verbod Laat niemand binnenkomen of buitengaan. 7. Hoofdzin: aansporing, bijzin: doelzin Laten we een bode zenden naar de koning, opdat hij het gevaar verneemt.
8
8. Bijzin: tijdbepalende zin (fut.) Wanneer jullie in Athene aankomen, haast je dan naar de archonten. 9. Bz: finale compl.zin na v. timendi De Grieken vreesden dat Xerxes een groot leger naar hen zou sturen.
9
10. Bz: voorwaardelijke bijzin (fut.) Als hij me niet helpt, zal ik weten dat hij geen echte vriend is.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.