Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Uitleg persoonsvorm (pv)
Je vindt de pv door de zin in een andere tijd te zetten. Het werkwoord dat dan verandert, is de pv. Elke zin kan maar één pv hebben, maar een zin kan wel uit meer zinnen bestaan.
2
voorbeelden Hij heeft haar toen zien lopen. had heeft is de pv.
Hij wilde niet, dat zij hem zou zien. wil zal wilde is de pv in de eerste zin. zou is de pv in de tweede zin.
3
Al na een kwartier had zij het eerste hoofdstuk helemaal gelezen.
pv = had antwoord uitleg
4
Al na een kwartier had zij het eerste hoofdstuk helemaal gelezen.
heeft had is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
5
Staat in een vragende zin de persoonsvorm altijd vooraan?
pv = Staat antwoord uitleg
6
Staat in een vragende zin de persoonsvorm altijd vooraan?
Staat is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
7
Doe die deur eens even achter je dicht!
pv = Doe antwoord uitleg
8
Doe die deur eens even achter je dicht!
Doe is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet. Lastig, want dit is een gebiedende wijs, en die kun je niet zo maar in een andere tijd zetten. Je moet dan eerst even het onderwerp jij toevoegen.
9
Had jij dit antwoord van haar verwacht?
pv = Had antwoord uitleg
10
Had jij dit antwoord van haar verwacht?
Had is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
11
Daar wordt op de deur geklopt!
pv = wordt antwoord uitleg
12
Daar wordt op de deur geklopt!
wordt is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
13
Hadden ze me dat maar iets eerder verteld!
pv = Hadden antwoord uitleg
14
Hadden ze me dat maar iets eerder verteld!
Hadden is de pv, want dat moet veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
15
Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde.
pv = vraagt en bedoelen antwoord uitleg
16
Als je het mij vraagt, bedoelen ze precies hetzelfde.
vraagt en bedoelen zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
17
Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
pv = hadden, zagen en lag antwoord uitleg
18
Toen ze die boom hadden omgezaagd, zagen ze pas, dat er een schat onder lag.
hadden, zagen en lag zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
19
Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan.
pv = is, zegt en heeft antwoord uitleg
20
Het is gemeen, als je zonder bewijs zegt, dat zij het heeft gedaan.
is, zegt en heeft zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
21
In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is.
pv = zie, gaan en is antwoord uitleg
22
In de vakantie zie je vaak, dat mensen naar het buitenland gaan, omdat het weer daar warmer is.
zie, gaan en is zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
23
Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt.
pv = blijven en wordt antwoord uitleg
24
Zij blijven de hele vakantie in Nederland, omdat volgens het KNMI het hier ook warm wordt.
blijven en wordt zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
25
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. pv = wilt en hoef antwoord uitleg
26
Als je daar je rijbewijs wilt verliezen, hoef je alleen maar dronken achter het stuur te gaan zitten. wilt en hoef zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
27
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben.
pv = wordt, is en hebben antwoord uitleg
28
Er wordt blindelings van uitgegaan, dat het waar is, wat ze daarover verteld hebben.
wordt, is en hebben zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
29
Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden.
pv = heeft, is en kunt antwoord uitleg
30
Wie dat heeft gezegd, is niet bekend, maar je kunt het wel raden.
heeft, is en kunt zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
31
pv = vertrouwt, vertel en lijkt
Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch. pv = vertrouwt, vertel en lijkt antwoord uitleg
32
Wie je vertrouwt, vertel je het, maar dat lijkt me logisch.
vertrouwt, vertel en lijkt zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
33
Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
pv = wil en hebt antwoord uitleg
34
Wil je het meisje van wie je dit hebt gehoord, mijn hartelijke groeten doen?
wil en hebt zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
35
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
pv = wou, was en kon antwoord uitleg
36
Ik wou dat ik twee hondjes was, dan kon ik samen spelen.
wou, was en kon zijn de pv, want die moeten veranderen, als je de zin in een andere tijd zet.
37
einde
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.