Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJonathan Devos Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
De cultuurkloof? Cultuurverschillen en sociale afstand in Nederland
Giselinde Kuipers Marcel van den Haak Universiteit van Amsterdam
3
Leiden smaak- en cultuurverschillen tussen Nederlandse (autochtone) hoger- en lageropgeleiden tot sociale afstand of zelfs tot een “culturele kloof”?
4
Stand, klasse, partij (netwerk
Stand, klasse, partij (netwerk?): met elkaar vervlochten bronnen van sociale ongelijkheid Max Weber
5
Twee studies naar cultuurverschil en opleidingsniveau in Nederland
6
Goede humor, slechte smaak 1: lageropgeleiden
De broer van mijn zwager dat is iemand die heeft echt gevoel voor humor hè. Dat is een moppentapper, vreet altijd van alles uit. Altijd dat je denkt van: hoe haalt-ie het in zijn hoofd. Dat is altijd wat. Altijd, altijd in de weer. Het is altijd altijd ja God lachen, altijd gekkigheid. (...). Hij heeft altijd moppen. En dat zijn altijd weer andere. En ja hij vreet gewoon allerlei dingen uit (…) wat ik vroeger dan wel voor verhalen hoorde als mijn zus daar bijvoorbeeld thuis kwam. Ja het in de maling nemen van iedereen en zijn ouders die dat niet door hebben. En ja altijd in de weer, altijd gek doen, altijd maar hij ja hij verveelt ook niet echt. Dat is echt iemand dat je denkt van: nou daar kan je de hele dag mee optrekken. Dat is echt ja echt leuk. Gezellig. Altijd vrolijk en altijd ja... (logistiek medewerkster, 38)
7
Goede humor, slechte smaak 2: hogeropgeleiden
Wij hebben een vriendin en die is vaak zeer scherp en die weet soms dingen zeer kort en bondig op een dusdanige manier te beschrijven dat je daar, ja ik weet niet, niet anders kan dan erom moet lachen. Het is een vrouw van negentig die heel geestig kan zijn, geestig. Heel ad rem. Maar daar heeft het toch veel mee te maken, niet zo zeer in de zin van moppen vertellen, maar gewoon het feit dat je ad rem bent en dingen op een manier kunt zeggen dat je denkt ‘Oh ja’. Niet zozeer dat je zegt van, lolbroek of zo. Nee. (leraar Nederlands, 56)
8
Goede humor, slechte smaak: Gescheiden werelden, asymmetrische smaakoordelen
9
Het ongemak in de grensgebieden: sociale stijging, sociale daling, sociale menging (bv. op de werkvloer)
10
Twee studies naar cultuurverschil en opleidingsniveau in Nederland
11
Hogeropgeleiden: distinctie tegen wil en dank
Hoe je het ook wendt of keert, of je dat genre nou wel of niet leuk vindt, dat is geen kwaliteit. (…) De gustibus non est disputandum [over smaak valt niet te twisten] zeggen ze geloof ik, maar daar kan je dus wél wat over zeggen. (advocaat, 53, over Jan Smit) Ja, de meisjes waarmee ik werk, hoe heet het, die hebben vaak – ja, dat is wel heel gemeen om te zeggen – maar die hebben vaak een MBO-opleiding en die vinden dat prachtig om die series te volgen. [Even later gaat het over kunst:] Die zeggen: ja, dat is toch mooi? Weet je wel. Nee, dat is kitsch, weet je wel. Maar ja, dat durf ik dan niet te zeggen, dan zeg ik: nou, het kan ook op een andere manier. Dus ik breng het heel voorzichtig, maar… want als ik zeg “het i is kitsch”, dan beledig ik ze natuurlijk. (kunstdocente, 62)
12
Goede smaak is smaak die je voor jezelf kunt uitleggen
Goede smaak is smaak die je voor jezelf kunt uitleggen. Maar dan maakt het niet zoveel uit wat het object is hè, wat je dus mooi vindt, maar als jij er zelf over na hebt gedacht (…) en je hebt daar je redenen voor, dan vind ik dat al goeie smaak, of ‘al’, dan vind ik dat goeie smaak. En slechte smaak vind ik dan, ja, mensen die zomaar alles klakkeloos aannemen van ‘oh, inderdaad mijn groep vindt dat ik dat schilderij mooi moet vinden, dus (…) dat spreekt mij wel aan. Weet je wel, dus dat je gewoon niet zelf per se nadenkt maar dingen klakkeloos overneemt. (psychologe, 27)
13
Egalitaire en neutrale lageropgeleiden
Ik kijk niet meer zo gauw tegen iemand op, want het zijn allemaal maar mensen, en de één verdient dan wat meer dan de ander of heeft wat meer verantwoording dan de ander, (…). Maar als mens zijnde, blijft het maar een mens, en dan denk ik: we zijn allemaal hetzelfde, ze moeten zelf ook allemaal slapen, douchen, eten, omkleden, dus dat zal niet anders zijn. Nee daar kijk ik doorheen. (receptioniste, 32)
14
Smaakverschil en distinctie in tijden van egalitarisme en individualisering: Egalitarisme is niet hetzelfde als gelijkheid.
15
Weerbarstige cultuurpatronen
Zelfbeheersing en lange-termijnvisie vs. impulsiviteit en korte-termijndenken Communicatiestijl (geremd vs. open) en mate van reflexiviteit Individualisering vs. gemeenschapszin
16
Cultuurverschil of cultuurkloof?
17
Neemt de sociale afstand toe?
Weinig menging tussen hoger- en lageropgeleiden Toenemende segregatie in wijken, scholen (werk?) Stokken van sociale stijging Opkomst van “diplomademocratie” Afkalven van overbruggende instituties Vroege en (relatief) permanente segregatie in onderwijs Fragmentatie van medialandschap Crisis zet verschillen op scherp (voor referenties, zie Kuipers & Van den Haak 2014)
18
De paradox van het Nederlandse egalitarisme
Nederland is nog altijd een relatief homogeen land. Maar kleine verschillen worden groot aangezet. Economische effecten van culturele afstand worden gedempt door verzorgingsstaat en belastingstelsel. Maar: Individualisering en “egalitair ongemak” leidt tot scheiding en vermijding, vooral van bovenaf.
19
g.m.m.kuipers@uva.nl m.a.vandenhaak@uva.nl
Dank! Vragen?
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.