Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Kommunikative Grammatik
Wie viel Grammatik braucht der Mensch?
2
Grammatikerwerb der Fremdsprache mit Hilfe der Muttersprache
3
Unschärfe 1 „Großer Bewunderer von Angela Merkel! Ich bin sehr stolz und werde Patriot, als sie Friedensnobelpreis gewonnen hat.“ Boris Becker Twitter, 2012
4
Unschärfe 2 „Op de 500 m ging zij veel harder dan mij.“
Ireen Wüst Interview Studio Sport
5
Grammatik missverständlich
„Beide Kandidaten erklärten sich für unfähig, das Land zu regieren.“
6
Grammatik missverständlich
Herr Alltäglich: Guten Tag, entschuldigen Sie, sitzt dort jemand am Fenster? Herr Logomann: Wollen Sie mich auf den Arm nehmen? Sie sehen doch, dass ich allein im Abteil bin. Köller Funktionaler Grammatikunterricht, 1997
7
Grammatik folgt der Sprache
heeft dit jaar 20% meer verkocht. heeft dit jaar 20% meer verkoopt.
8
Vokabeln- und Regellernen
"Und wenn es euch gelänge, ihm die beste Grammatik und das umfassendste Wörterbuch in den Kopf zu schaffen, so hätte er noch immer keine Sprache gelernt." Wilhelm Viëtor Der Sprachunterricht muss umkehren, 1892
9
Sinnentleertes Lernen
10
Sinnvolles Lernen Neuronale Aktivitäten
11
Herkömmlicher Grammatikunterricht
Opdracht Verander de volgende 2 zinnen in een hoofd- en in een relatiefzin. Jan loopt door de straat. Hij is ziek. Jan die ziek is, loopt door de straat.
12
Kommunikativer Grammatikunterricht
Opdracht A Je stelt minstens 5 vragen aan je partner om een persoon te raden. Gebruik een relatiefzin. Opdracht B Je bedenkt een persoon die je partner kent. Je beantwoordt de vragen die je partner stelt.
13
Kommunikativer Grammatikunterricht
Ik heb een sms gekregen. Raad maar van wie! Is het je vriend die in OL woont? Nee. Is het iemand die ik ken? Ja, je kent hem goed. Is het een meisje dat je leuk vindt? Ja. Is het iemand die ik ook aardig vind? Dat denk ik wel. Is het een meisje dat je vaak ziet? Ja, heel vaak. Is het je zus die nog thuis woont? Ja, precies
14
De Regenboogpiet Zwarte Piet schminkt zich. Haar wangen zijn rood.
Haar neus is geel. Haar voorhoofd is groen. Haar mond is blauw. Haar kin is paars.
16
De regenworm en zijn moeder
17
Kommunikative Grammatik
Kies een dier en een plaats. Maak een verhaaltje met 8 regels. In de eerste twee regels gebeurt iets. In de volgende twee schrijf je een reactie daarop. In de volgende twee dan weer de reactie van het dier. En in de laatste twee schrijf je hoe het afloopt.
18
De wasbeer Er was eens een dier in Assen.
Dat moest zich telkens wassen. De andere vonden hem een raar beest. „Moet jij al weer naar een feest?“ „Nee“,zei hij elke keer, „ik ben nu eenmaal een wasbeer.“ Op een dag werd hij bij ‘t wassen overreden en het schoonste dier van Assen was overleden. Robin Niks, WPK NL10, 2008
19
Worauf es ankommt. Einladung Ermutigung Inspiration
20
Ik heb al mijn boeken uit het raam gegooid.
Want waar staan de fouten in om van te leren? Loesje
21
Worauf es nicht ankommt 1
» …ich habe daraus nie ein Hehl gemacht. Ein Hehl, denn es ist das Hehl«, sagte er zu Meno, »nicht einen Hehl, wie ich neulich in einer der Publikationen aus Ihrem Haus lesen mußte. Die Verderbnis der Zeit nimmt zu …« Uwe Tellkamp Der Turm, S. 524
22
Worauf es nicht ankommt 2
In kringen van taalfetisjisten woedde een klein stormpje. Er waren ineens wat mensen die vonden dat 'groter als' gewoon goedgekeurd moet worden. Dat we dus met onze puristische instelling niet voortdurend moeten sissen 'groter dan'... Paulien Cornelisse Taal is zeg maar mijn ding, p.169
23
Alles fließt (πάντα ῥεῖ)
Die Konjugation Er hemdt, wenn ich bluse… Er hütet, wenn ich hose… Wir arbeiten an der Änderungsgrammatik Yoko Tawada Abenteuer der dts. Grammatik, 2011
24
Sprachphänomen Frank Eerhart, plintgedicht, 2008
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.