GETTING ACQUAINTED TROUGH SOCIAL NETWORK SITES: TESTING A MODEL OF ONLINE UNCERTAINTY REDUCTION AND SOCIAL ATTRACTION Oriane De Pauw, Master Strategische.

Presentatie over: "GETTING ACQUAINTED TROUGH SOCIAL NETWORK SITES: TESTING A MODEL OF ONLINE UNCERTAINTY REDUCTION AND SOCIAL ATTRACTION Oriane De Pauw, Master Strategische."— Transcript van de presentatie:

1 GETTING ACQUAINTED TROUGH SOCIAL NETWORK SITES: TESTING A MODEL OF ONLINE UNCERTAINTY REDUCTION AND SOCIAL ATTRACTION Oriane De Pauw, Master Strategische Communicatie

2 Structuur van de presentatie  Inleiding  De 3 onzekerheidsreductie-strategieën  Onzekerheidsniveau en sociale aantrekkelijkheid  Hypotheses  Methodologie  Resultaten  Discussie en reflectie

3 Inleiding  Sociale netwerksites: wat?  Computer Mediated Communication (CMC) 1. Tekst 2. Visueel 3. Auditief 4. Audiovisueel

4 De 3 onzekerheidsreductie-strategieën  Offline zijn er drie strategieën om mensen te leren kennen: 1. Actief 2. Passief 3. Interactief  1 ste onderzoeksvraag: Welke wordt het meest gebruikt op sociale netwerksites?

5 De 3 onzekerheidsreductie-strategieën  Kern onzekerheidsreductie-strategieën:  Onzekerheid verminderen  Mentale modellen bouwen  CMC-partners: Interactieve strategie

6 Onzekerheidsniveau en sociale aantrekkelijkheid  De audiovisuele kenmerken hebben gevolgen voor: 1. Onzekerheidsreductie-strategieën 2. Sociale aantrekkelijkheid  2 e onderzoeksvraag: Hebben de onzekerheidsstrategieën gevolgen voor de sociale aantrekkelijkheid? Hoe dan wel (niet)?

7 Hypotheses H1: Interactieve ORS zullen het meest effectief zijn in het verminderen van het onzekerheidsniveau, gevolgd door actieve en passieve ORS. H2: Leden van een sociaal netwerk die een laag onzekerheidsgehalte aanvoelen bij een ander lid zullen deze persoon meer sociaal aantrekkelijk vinden.

8 Hypotheses  H3: Gelijkenis is één van de belangrijkste voorspellers van de sociale aantrekkelijkheid.  H4: Er zal een positief effect zijn op het onzekerheidsgehalte dankzij de gelijkenissen.  H5: Het effect van een lage onzekerheid door sociale aantrekkelijkheid is contingent jegens de informatiezoeker’s waargenomen informatie.

9 Methodologie  SNS: Hyves: 2006: online enquête  Leeftijdscategorie: 10jr – 62jr  704 participerende leden  Onzekerheidsreductie-strategieën: 1. 14 items 2. 4 categorieën  Sociale aantrekkelijkheid: 1. 5 items 2. 5 categorieën

10 Resultaten  Passieve strategie: meeste gebruikt op SNS  3 strategieën: positieve correlatie aan een laag niveau van onzekerheid  Meest effectieve is wel de interactieve strategie voor lage onzekerheid  Genderverschil?  Leeftijd

11 Resultaten 1 ste doel: nagaan welke onzekerheidsreductie- strategie het meest gebruikt wordt op SNS  CMC met minder auditieve kenmerken: overwegend interactief  meer op tekst gebaseerd  SNS: overwegend passief  meer open en meer audiovisuele kenmerken  SNS moedigt mensen aan om informatie te plaatsen over henzelf in tegenstelling tot CMC met minder kenmerken.

12 Resultaten 2 e doel: nagaan hoe onzekerheidsreductie-processen op SNS aan sociale aantrekkelijkheid zijn gerelateerd  passieve strategie komt meeste voor op SNS, maar interactieve strategie is beter voor onzekerheid te verlagen  hogere sociale aantrekkelijkheid op SNS bij een laag niveau van onzekerheid

13 An empirical study of the factors affecting social network service use Empirisch onderzoek: hoe gaan individuele kenmerken de aanvaarding van SNS beïnvloeden?  Sociale identiteit  Altruïsme  Tele-aanwezigheid  Waargenomen gebruiksniveau  Waargenomen nuttigheid  Waargenomen aanmoediging

14 Discussie  Zitten jullie veel op een sociaal netwerk? Welk juist?  Hebben jullie er al eens over nagedacht welke strategie jullie het meest gebruiken? (actief, passief, interactief)  Zijn jullie akkoord met het feit dat de uiterlijke kenmerken kunnen bijdragen aan een bepaalde soort strategie? Sociale aantrekkelijkheid?  Kunnen jullie jezelf hierin thuisvinden?  Vinden jullie een SNS nuttig? Bemoedigend?  Wat vinden jullie van tele-aanwezigheid?

15 Bronnen  Antheunis, M.L., Valkenburg, P.M., Peter, J. (2009). Getting acquainted trough social network sites: Testing a model of online uncertainty reduction and social attraction, Computers in Human Behavior.  Kwon, O. & Wen, Y. (2009). An empirical study of the factors affecting social network service use, Computers in Human Behavior.

16 Dank u voor uw aandacht!