Download de presentatie
GepubliceerdChristiana Kuipers Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
We maken samen mooie foto’s onder water!
Haal geluk weg dan zijn we altijd gelukkig! Informatie Actie en reactie
2
Uitgangspunten Onze doelstellingen:
We wensen iedere fotograaf zover te brengen dat hij met zijn toestel, met voldoende kennis foto’s kan gaan trekken die voldoening schenken en zo goed zijn dat ze ook openbaar gebruikt kunnen worden. Startpunten De duiker moet ervaren zijn want stabiel in het water liggen zonder de fauna en flora te ontwrichten is een must. We zijn met 9 man! Marc, Patrick, Mieke, Wim, Veerle, Krist, Ivan, Richard, Roland. Plus twee begeleiders: Ronny en Wilfried. Iedereen heeft zijn fototoestel, het onderwaterhuis met eventueel een flash en de handleidingen bij. Vul je even in wat je bij hebt. (Type, naam en versie) We gaan in de praktijk zoeken naar oplossingen. We proberen de kandidaten bij elkaar te zetten volgens competenties. Een valkuil is dat er mogelijk verschillende “cursussen” tezamen gegeven worden en dat kan niet in de kleine ruimte. We vangen dit op door tijdens de oefeningen in de kleinere groepen specifieke vragen aan bod te laten komen.
3
Week indeling Vandaag: Woensdag
We beginnen met de naakte camera, zonder flash, om enige foto’s te maken die het inzicht moeten tonen in de elementen; scherptediepte (diafragma), bewegingsonscherpte (sluitertijd) en korrelvorming (ISO-waarde). Vervolgens gaan we voor elke combinatie toestel-fotograaf zoeken naar de mogelijkheden tot beïnvloeding van deze elementen. Specifiek in zeer slechte lichtomstandigheden. (weinig licht) Optioneel flits. Morgen, donderdag Op basis van de individuele mogelijkheden geven we een zwembad opdracht die we eerst op het droge uitvoeren met de verpakte camera. (Op basis van de hiervoor bepaalde mogelijkheden) Het ganse team gaat in het zwembad werken en communiceren over de ervaringen. De resultaten gaan we dan gebruiken om de eigen mogelijkheden te verfijnen tot een werkbaar geheel. Overmorgen en daarna: Verder bespreken ervaringen en verfijnen aanpak per persoon. (en camera) Een introductie over het verwerken van de foto’s: voorstel met Lightroom. In de praktijk brengen in zeewater of putwater. Misschien richten we wel een wedstrijdje in voor de competitief aangelegde duikers. Vertellen wat we kunnen en wat we NIET kunnen. Geen les lightroom of fotografie gaan we geven maar een richtlijn om nu al de juiste beslissingen te nemen. (Praktijk) Na deze slide introductie over houding door Ronny. Iedereen moet zijn foto gebruiken om te leren. Geef niet op want onder water kun je niet klappen met een coach. (motiverend gesprek voor de moeilijke theorie die volgt.) Als je het niet verstaat wees dan maar even dom en vraag het, anders blijf je dom.
4
Sluitertijd, diafragma en ISO-waarde.
Deze eigenschappen worden met getallen benoemd. Deze getallen geven aan of het een grote of kleine - sluitertijd, - diafragmaopening of -gevoeligheid is. De hoeveelheid licht op ons onderwerp bepaalt alle mogelijke sets van waarden waarbij we een goede belichting hebben. Als we de ene waarde vergroten en de andere evenveel kleiner maken dan bepalen we een andere set. De belichting blijft goed maar andere elementen van de foto worden beïnvloed. Dit proberen we nu uit. Zet uw toestel op automaat en trek een foto van het landschap zonder flits te gebruiken. (Lego op tafel) Eerste foto zonder flash. (weinig licht) Enkel op P i.p.v. auto voor sommige toestellen kan je de flash afzetten. Indien bij weergave geen informatie staat dan met half indrukken kijken. Of via settings voor de afdrukken nakijken.
5
De camera geeft die set van waarden aan.
Doen! En zoeken. We schrijven die set op!
6
Eerste foto’s bespreken:
We hebben allen een foto van het landschap midden op de tafel. Wat zijn de gebruikte waarden voor Sluitertijd Diafragma ISO-waarde Kunnen we spelen met de settings? Gebruik de handleiding. Wij geven uitleg over aanpassen. Wij geven uitleg over de getallen. We trekken onze foto’s (dezelfde compositie) opnieuw met een andere instelling. We bespreken en analyseren de resultaten. Doel: Met eigen foto’s de veranderingen door de instellingen leren zien. Ook de eigenheden van elke toestel-fotograaf leren kennen. Voor begeleiding toestellen en fotografen leren kennen. Hulpmiddelen: -Gebruik van de camera testen -Lego landschap -laptop met LR en beamer en card reader. We werken wel met weinig licht!!!
7
Noodzakelijke theorie om beheersing te krijgen!
Belichtingsdriehoek
8
Wie weet hoe de belichtingsdriehoek en zijn effecten werken?
Krist, Richard Ik beheers er alles van. Incl. flits. Patrick, Wim, Marc Ik beheers dit boven water. Incl.flits Ik weet van sommige elementen wat het is. Hier maken we de groepjes. Groep 1 (compact zonder flits) Veerle, Mieke, Krist Groep 2 ( compact met flits en systeem zonder flits) Marc, Patrick, Wim Groep 3 (spiegel reflex) Ivan, Richard Roland (groep 1), Wilfried ( groep2) en Ronny en Ivan (groep3) helpen waar nodig Veerle, Mieke Ik trek alleen automatisch foto’s met flits. Roland, Ronny, Ivan, Wilfried Automaat en nooit een externe flits.
9
Diafragma getal: “f” in stops
Een STOP of “klik” is een stap verder met een draaiknop. Het is een verdubbeling of een halvering. Bij het diafragma is het een verdubbeling of halvering van het licht doorlatende oppervlak. ( iets met √2 =1.4..) Hier leggen we uit wat STOPS zijn. Stops voor diafragmagetal van 1 tot 32. Waarschuw voor halve stops en 1/3de stops! We delen hier elke keer een blaadje van de schuiver uit. Hier dat met de diafragma STOPS. Het doel is dat de cursist op basis van de getallen de parameter kan benoemen.
10
Sluitertijden in STOPS
Een stop is hier het verdubbelen of halveren van de tijd dat licht binnen valt. We delen hier elke keer een blaadje van de schuiver uit. 1/ /500 1/250 1/125 1/60 1/30 1/15 1/8 ¼ ½ 1” 2” 4”
11
Gevoeligheid van de sensor: ISO-waarde
Een verdubbeling van de ISO waarde betekent dat de film half zoveel licht nodig heeft om een vergelijkbaar bruikbaar beeld te geven. ISO = de hoeveelheid licht die nodig is om de zwakste impressie van licht op de sensor te doen ontstaan. Bij digitale camera’s is er versterking van het beeld mogelijk. Versterking geeft wel ruis. Een STOP is de gevoeligheid verdubbelen of halveren. We delen hier elke keer een blaadje van de schuiver uit.
12
Eerste foto’s hermaken:
We trekken allen een foto van het landschap midden op de tafel. We trekken een rood element in macro met verschillende ISO waarden. Sluitertijd Diafragma ISO-waarde We spelen met de settings. Gebruik de schuivers in papier. Je geeft zelf uitleg over de getallen. We bespreken en analyseren de resultaten. Doel: Met eigen foto’s de veranderingen door de instellingen leren zien. Ook de eigenheden van elk toestel-fotograaf leren kennen. Voor begeleiding toestellen en fotografen leren kennen. Hulpmiddelen: -Papier schuiver met stops. -Lego landschap -laptop met LR en beamer en card reader. ROOD gebruiken we om bij 400% de ruis van de ISO te bekijken.
13
Licht, zien en fotograferen
De intensiteit van licht wordt de lichtsterkte genoemd; de eenheid van lichtsterkte is de candela (afgekort cd). In SI-eenheden komt deze overeen met 1/683 watt per steradiaal. De minimale lichtsterkte voor kleurwaarneming bedraagt ongeveer 3 cd/m2. De aarde ontvangt van de zon ongeveer 2 000 000 000 cd/m2 (dit heet de zonneconstante) en van de (volle) maan ongeveer 2500 cd/m2. Een scherm op de PC heeft cd/m².
14
Zicht en zien met ons oog.
Visuele perceptuele vaardigheden: Perceptie betekent waarneming. Visuele perceptuele vaardigheden zijn ondermeer: het onthouden van wat we zien (visueel geheugen) het verder vervolledigen van visuele informatie die nog ontbreekt (visuele sluiting) het naar de voorgrond halen van belangrijke visuele informatie (figuurgrond waarneming) het ontrafelen (analyse) en samenvoegen (synthese) van visuele informatie
15
Verschil tussen zicht en zien
Kijk rustig naar onderstaande foto met witte en grijze vlekken. Krijgt deze foto betekenis voor u? Misschien ziet u alleen maar vlekken? Dit betekent dat u al wel zicht hebt, maar nog geen zien. Wanneer u aan deze vlekken betekenis kan geven ontstaat zien. Zien is dus het vermogen om te interpreteren wat men ziet. Scherp zicht alleen vormt geen enkele waarborg voor goed zien.
16
Een foto en zien Een foto toestel heeft een scherp zicht. (als je goed scherpstelt) Het zien moet nadien nog gebeuren. Alle perceptuele vaardigheden moeten nog gebruikt worden om de foto te “zien” maar de omstandigheden zijn niet meer die van onder water. Maar een fototoestel heeft zijn beperkingen: Beweging (bewegingsonscherpte) Lichtsterkte (ISO en belichtingscompensatie) Scherpstelling (diafragma) met scherptediepte Lichtkleur (Witbalans) Hier is de uitleg die later zal resulteren in RAW gebruiken en eerder iets onderbelichten dan overbelichten. (vooral bij flits)
17
De lichtkleur speelt mee.
De kleurtemperatuur verandert tijdens de dag en zeker onder water. Rood valt weg! Dit is evenredig met de afstand van het licht door het water. (Zowel verticaal als horizontaal tellen!) Wij moeten de camera vertellen wat we zien via de instelling van de witbalans. Het zicht van de camera wordt dan aangepast. Primaire kleuren bij een camera zijn Rood, Groen en Blauw (RGB)
18
De beweging speelt mee. Wij zien alles als een film.
De camera bevriest als het ware het beeld of laat beelden over elkaar ontstaan. (snelle sluitertijd resp. trage sluitertijd) Bij korte sluitertijden (< 1/250ste) is de camera sneller dan de snelste dingen rondom ons. De foto is eenduidig. Bij lange sluitertijden (> 1/30ste) is de camera trager dan de dingen rondom ons. De foto toont overlappende informatie. Dit noemt men BEWEGINGSONSCHERPTE. We beïnvloeden dit effect met de sluitertijd. Merk op dat image stabilisatie kan toelaten tot 1/15de te gaan! (probeer het uit!)
19
De lichtsterkte speelt mee.
Een juiste belichting is de sleutel voor een goede foto. Welke instellingen we ook kiezen de belichting moet gelijk blijven. (Lichtmeter op de camera) Binnen het beeld zijn er verschillende lichtsterktes. ( witte en zwarte gebieden) Om hier goed mee om te gaan zijn belichtingscompensatie en de keuze van het type foto belangrijk. HET OOG ZIET EEN VERSCHIL IN LICHTSTERKTE VAN 21 STOPS. Een camera met JPEG files heeft een zicht van 7 STOPS. Een camera met RAW files heeft een zicht van 14 STOPS De camera ziet maar een deel van het lichtsterkte bereik en wij moeten richtlijnen geven voor de belichtingscompensatie. Onder- of over belichten. (histogram helpt hier!) Bij veel licht kunnen we de gevoeligheid van de sensor (ISO) lager instellen, bij weinig licht moeten wij ze hoger instellen. (Ruis!)
20
De scherpstelling speelt mee.
We stellen de lens scherp op een vaste afstand. (een punt in het beeld.) Dat moet je heel nauwkeurig doen. FOCUS Door onnauwkeurigheden van de lens is, volgens onze waarneming (perceptie), maar een beperkt deel echt scherp. De omvang van die zone noemen we SCHERPTEDIEPTE. We beïnvloeden dit met het DIAFRAGMA.
21
De FOCUS juist instellen speelt mee.
Elke camera heeft focus instellingen. De focus wordt ingesteld bij het half indrukken van de sluitertoets. Dit scherpstellen kan eenmalig zijn, continue gebeuren of een tussenoplossing zijn. Je wil zeker zijn dat uw object scherp is en daarom is de optie “eenmalig” waarschijnlijk de beste. Je stelt scherp door half in te drukken. Beweegt er iets dan stel je terug scherp door te lossen en opnieuw half in te drukken. (Je weet wat je doet.) Sommige toestellen laten toe om een scherpstelpunt dat beweegt te volgen. (Canon AI, Nikon xxx, enz.) (Lezen in handleiding!) Geef aan dat dit veel oefening en proberen vraagt. In vuil water is continue niet goed. Doel is een oog voor macro. Jij beweegt en het object (de vis) beweegt!
22
Eerste foto’s opnieuw hermaken:
We trekken allen een foto van het landschap midden op de tafel. We maximaliseren de scherptediepte. We trekken ook een meetlat. We spelen met de focus. We stellen een goede kleurbalans in. (variabele belichting) We trekken een kwaliteitsfoto. Keuze type bestand. We trekken een rood element in macro met verschillende ISO waarden. Sluitertijd Diafragma ISO-waarde We spelen met de settings. Gebruik de schuivers in papier. Je geeft zelf uitleg over de getallen. We bespreken en analyseren de resultaten. Nu inclusief scherptediepte, bewegingsonscherpte en ruis en focus. Doel: Met eigen foto’s de veranderingen door de instellingen leren zien. Ook de eigenheden van elk toestel-fotograaf leren kennen. Voor begeleiding toestellen en fotografen leren kennen. Hulpmiddelen: -Papier schuiver met stops. -Lego landschap -laptop met LR en beamer en card reader. -Meetlatten. -Duiklamp en gloeilamp voor belichting.
23
Samenvatting in duikkaart
24
Duikkaart ISO waarde: Maximaal xxx
Sluitertijd: Maximaal 1/30ste, 1/60ste, 1/125ste en mogelijk 1/250ste (met flits synchro) Diafragma: 8, 16, 32 mogelijk 2.8, 4 voor macro zonder flits. Witbalans: Daglicht Flits compensatie: -2 Stabilisatie effect Voor iedereen individueel te maken.
25
Even testen of het droge werk heeft gepakt.
Met een lichtmeter op de camera en een object toetsen we, met wat vragen, of de samenhang van de belichtingsdriehoek voor iedereen duidelijk is geworden en de praktische gevolgen begrepen zijn.
26
Onderwater fotograferen
Zonder koud water vrees?
27
Onder water is de omgeving moeilijk!
We moeten kunnen duiken! We moeten de camera beschermen tegen het water met een waterhuis. Er is meer licht nodig. (Lampen, flitsers enz.)
28
Leer eerst uitstekend duiken.
Veiligheidsregels: Nelos duikreglement Duik nooit alleen (fotograaf is niet de duikleider) Let op tijd, diepte en luchtverbruik Computer (met piep) Gevaarlijke dieren Niet aanraken Let er eens op tijdens de zwembad sessie en evalueer uzelf.
29
Type waterhuizen en camera’s
Digitale compactcamera’s met eigen OW-huis. Goedkoop en goed. Grote scherptediepte en goede macro mogelijkheden. In helder water werkt dit zeer goed.
30
Digitale SLR’s in OW-huis
Kunnen alles maar zijn: Kostelijk Groot en zwaar Hangen af van keuze voor de duik tussen macro en breedhoek.
31
De camera klaar maken voor de duik! 1
Het spreekt voor zich dat waterdichtheid de eerste factor is. Let heel aandachtig op voor alle dichtingen. Geen zand korrels, geen vet, geen haar, correcte plaatsing zonder torsie of frictie wel degelijk afsluiten, wel zeker uw batterijen plaatsen (langs de opening komt water binnen!), Zowel voor camera als flitshuizen, enz. Luister maar naar de verhalen!
32
De camera klaar maken voor de duik! 2
Maar ook andere aspecten vragen aandacht. Het beschermkapje van de lens doen, een batterij in het toestel steken, een geheugenkaart in het toestel steken, voldoende plaats op het kaartje hebben, een geladen batterij gebruiken, uw duikcomputer mee hebben, de juiste settings ingesteld hebben! (zeker deze die je niet in het onderwaterhuis kan aanpassen.) een vochtopslorper gebruiken in de tropen, in de juiste omgeving uw camera voorbereiden, enz.
33
De camera klaar maken voor de duik! 3
Trek altijd een foto voor de duik met flits en lamp! (thuis of aan de wagen NIET in het water!) Kijk de settings en het resultaat na! Check de waterdichting visueel of met een checksysteem. Zorg voor een licht drijvende camera of een bevestiging aan uw jacket. Bescherm uw lenzen. Let op voor stoten. Blaas nooit met perslucht water van uw dichtingen. Leg de camera even in het water voor de duik te starten. Enz.
34
Eerste foto’s hermaken met waterhuis:
We trekken allen een foto van het landschap midden op de tafel. We trekken de foto’s opnieuw met de vorige instellingen en kadrering maar nu met het waterhuis. We spelen met de settings. Gebruik nog altijd de schuivers in papier. Je geeft zelf uitleg over de getallen. We bespreken en analyseren de resultaten. Doel: De noodzaak van oefening en van buiten leren van de knoppen aantonen. Beperkingen leren kennen. Duikkaart bijwerken. Hulpmiddelen -laptop met LR en beamer en card reader. -Metlatten -Duiklamp en gloeilamp voor belichting. -Waterhuizen.
35
Onder water is meer licht nodig? Een extra dimensie.
Start donderdag sessie?
36
Onder water is meer licht nodig!
We gebruiken lampen om bij te lichten. We gebruiken flitsers. Ingebouwd Externe flitsers Slaves Bekabelde flitsers met ETTL controle. We gebruiken ETTL settings op toestel en flash. Zowel de camera als de flits kunnen aangepaste settings hebben. Ze moeten op elkaar afgestemd worden! Hier starten we met de lampen en dan flitsers na theorie over flitsers
37
We hermaken de foto’s met extra lamplicht.
We letten op schaduwen. We letten op lichtvlekken. We letten op het vasthouden en vastzetten van alles. We letten op de kleur van het licht. We letten op de instelmogelijkheden van de camera en de flits. We bespreken en analyseren.
38
Flitslicht
39
Hoe starten we met de flitser?
Bepalen maximale synchronisatie snelheid. ETTL gebruiken bij voorkeur. Flitscompensatie via camera of camerahuis. Opstelling flitsers. Zweefvuil Schaduw Afstand …. Belangrijk is het effect van menglicht aan te brengen. Alles kan, uitproberen is de boodschap. Zonder flits en omgevingslicht is weinig kleur. (Blauw groen)
40
Eerste foto’s hermaken met waterhuis en flits:
We trekken allen een foto van het landschap midden op de tafel. We trekken de foto’s opnieuw met de vorige instellingen en kadrering maar nu met het waterhuis en flits. We spelen met de settings. Gebruik nog altijd de schuivers in papier. Je geeft zelf uitleg over de getallen. We bespreken en analyseren de resultaten. Doel: De noodzaak van oefening en van buiten leren van de knoppen aantonen. Beperkingen leren kennen. Duikkaart bijwerken. Hulpmiddelen -laptop met LR en beamer en card reader. -Metlatten -Duiklamp en gloeilamp voor belichting. -Waterhuizen.
41
Zwembad oefeningen
42
Verschillende scherptediepte
Trek foto’s met verschillende diafragmawaarden en ISO-waarden. Op 1/60ste of daar rond dan is er invloed van het omgevingslicht. (doe het werk met de schuivers uit het hoofd of gebruik de lichtmeter als je zonder flits werkt) Eerst zonder flits dan met flits. Zoek mogelijkheden.
43
Trek foto’s met omgevingslicht
Probeer settings uit.
44
Trek foto’s met flits. Werk aan focus en scherptediepte.
Probeer compensatie uit. Op 1/125ste dan speelt omgevingslicht niet meer mee. Op 1/30ste kan je wel omgevingslicht verwachten. (op het randje af voor bewegingsonscherpte) Richtgetal enz. is voor die-hards die cursus willen volgen.
45
Bespreking zwembad en compositie en praktijk punten
Vrijdag sessie
46
Compositie Altijd alles in het midden is niet mooi.
Diagonalen en andere lijnen opzoeken is mooi. Zorg dat de achtergrond uw object niet storend beïnvloed. Zet te benadrukken elementen op een sterk punt. (Driedeling) Speel met donkere achtergrond en belichte voorgrond. Bekijk veel goede foto’s om te leren.
47
Praktijk Vissen van bovenaf zijn niet mooi. Camouflage.
Wegzwemmende vissen zijn niet mooi. Van onderen naar boven is meestal zeer sterk. Tegen de grond werken kan je niet zonder alles te beschadigen. Bijlichten met een lamp geeft meestal een lichtcirkel. Let op overbelichte witte elementen! Bvb. Kreeft poot. Groot dieren van ver trekken, dan GEEN flash gebruiken. (Richtgetal geeft maximale afstand (voor de experts)) Trek altijd in RAW indien uw toestel dat toelaat. Koop een toestel dat RAW toelaat! Voldoende grote en snelle kaart. Een lichtsterke lens is een voordeel. Inpakken in het waterhuis is kritisch! Haar, zandkorrel, vet zijn dodend. Enz.
48
Afronden en duikkaart per deelnemer vastleggen
Hier werken we nog.
49
Introductie Lightroom
Lightroom is het beste instrument voor een onderwater fotograaf. Bij deze demo laten we zien hoe u werk vereenvoudigd wordt. Als je nu Lightroom koopt kan je later verder uitbouwen na heel wat cursus. Je bent wel direct met het meeste op gang. Wacht even op 5.5 versie. DEMO time! Hou U vast. 60’ aandacht. Hier komt de pint als beloning nog niet.
50
Wat is Lightroom? Het is de “lichte kamer” als analogie voor de donkere kamer, van de fotograaf van vroeger. Het help de digitale fotograaf met alle WERKSTAPPEN (processen) om zijn werk af te leveren. Dit wordt WORKFLOW ondersteuning genoemd. (aaneenschakeling van stappen) Ruwweg zijn de stappen: Beheren van uw foto’s: bibliotheek module Ontwikkelen van uw foto’s: ontwikkel module Uw foto’s gebruiken en tonen: rest van de modules zoals afdrukken, presenteren, website maken enz.
51
Bibliotheek 1ste stap Eerste stap Importeren:
Dit is de foto van de camera op de harde schijf plaatsen en de informatie van de foto toevoegen aan de cataloog. Eventueel direct back-up maken. Optioneel informatie toevoegen aan de cataloog zoals bvb. Een beschrijving van de inhoud. In beelden: Disk Afbeelding Printer camera Disk Cataloog website BU
52
Bibliotheek 2de stap Tweede stap: Navigeren, bekijken, extra informatie toevoegen, sorteren en classificeren. Vergroten om 100% te zien als beoordeling. Vergelijken. In verzamelingen zetten. Dit zijn groepen van verwijzingen rond een thema. Trefwoorden toevoegen om op te zoeken. Copyright informatie toevoegen.
53
Bibliotheek 3de stap Na ontwikkelen en aanpassen: EXPORTEREN
Exporteren van individuele foto’s om ergens anders te gebruiken. (JPEG, PNG, TIFF enz.) Exporteren naar editors zoals photoshop en de gewijzigde versie terug opnemen. (Merk de virtuele kopie mogelijkheid op!) Hierbij worden de wijzigingen echt uitgevoerd op het originele bestand en een gewijzigde versie wordt weggeschreven naar de schijf.
54
Ontwikkelen Hier worden instructies om aanpassingen te doen opgeslagen en het resultaat gesimuleerd: Kleurtoon (witbalans) Belichting Kleuren en zwart-wit Verscherpen en ruis (details) Lenscorrecties Ook fouten verbergen (vlekken verwijderen) en locale aanpassingen maken Enz. Merk op: Deze ontwikkeling doet uw camera ook maar je kan dat later, na het trekken van de foto, niet meer beïnvloeden.
55
Historiek Zolang je geen export hebt gedaan kan je stap voor stap terug gaan in de tijd! Laten we ook wat voorbeelden bekijken: 0249 aanpassingen 1206/1202 1210/1209 1216/1218 Tijdens de cursus hebben we dit ook gebruikt om een en ander aan te tonen.
56
Praktijk tijdens het duiken.
Doen! Hierna komt de verdiende pint.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.