Download de presentatie
1
Hoofdstuk 1 Oorlog en crisis
2
1.1 De Eerste Wereldoorlog begint
Wat was er in Europa aan de hand voor 1914?
3
De oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
Nationalisme Frans-Duitse oorlog Duitse eenwording 1871 Modern imperialisme in Europa Problematiek in Oostenrijk-Hongarije (de Donaumonarchie) Bondgenootschappen
4
Oorzaak 1- Nationalisme
Nationalisme: Grote voorliefde voor het eigen land en volk, of streven naar een eigen staat.
7
Oorzaak 2 – Frans-Duitse oorlog
Duitsland vernedert Frankrijk. Frankrijk wilt wraak. Duitsland verkrijgt het gebied Elzas-Lotharingen, een steenkoolrijk gebied
8
Oorzaak 3 – Duitse eenwording
Duitsland was een verzameling van losse staatjes. Vanaf 1871 werden deze samengevoegd onder één keizer. Bismarck was de eerste Rijkskanselier. Hij “ontwierp” het Keizerrijk. Duitsland werd hiermee de machtigste staat op het vaste land
9
Europa in 1815
10
Europa na 1870 WAT IS VERANDERD? 1 Duitsland is één land
2 (Italië ook) 3 Het Ottomaanse Rijk brokkelt af
11
Oorzaak 4 – Modern Imperialisme
Engeland was bang zijn machtspositie in de wereld te verliezen. Wilhelm II, de Duitse keizer, wilde ook een groot koloniaal rijk. Hiervoor had hij een grote vloot nodig. Beschrijf hoe de rol van Duitsland op het wereldtoneel verandert
13
Oorzaak 5 – problemen Oostenrijk-Hongarije
Oostenrijk-Hongarije had grote problemen met de vele volkeren binnen en buiten haar rijk. In 1908 werd Bosnië veroverd en daarmee werd de woede van buurland Servië op de nek gehaald: veel Serven woonden immers in Bosnië
15
Oorzaak 6 – Bondgenootschappen
Er waren in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog enkele bondgenootschappen gesloten. Dit betekende dat het ene land het andere zou helpen in geval van bijvoorbeeld oorlog.
16
Oorzaak 4: Bondgenootschappen
17
Triple Entente Centralen Triple Entente
18
Aanleiding van de oorlog
Ontstaan als kettingreactie. De moord op Franz Ferdinand was de lont in het kruidvat.
19
Het begin van de oorlog De plannen voor een oorlog lagen al klaar in draaiboeken. Doordat er bondgenootschappen waren, kwamen de landen al spoedig tegenover elkaar te staan.
20
“ein frische und frölicher krieg”
21
Optimisme over de oorlog
Bekijk de volgende bronnen en schrijf op waaraan je kunt zien dat de soldaten positief zijn.
24
Von Schlieffenplan Duits oorlogsplan, sterk verouderd, om een tweefrontenoorlog met Rusland te voorkomen. De eerste dag was X, en daarna lag alles vast.
25
De loopgravenoorlog Doordat de tegenstand van de Belgen, Fransen en Engelsen veel sterker was dan verwacht ontstond er een loopgravenoorlog. De linies waren ondoordringbaar en bewogen nauwelijks tijdens de oorlog.
26
Aan het front
27
De situatie in de loopgraven
Ratten, kou, verveling, luizen, dood, ziekte: het dagelijks leven in de loopgraven was een kwestie van overleven. Bovendien was de stress door de nieuwe vorm van oorlogvoeren zeer hoog: soldaten deserteerden, verwondden zichzelf of leden aan ‘shell shock’. Tijdens de oorlog waren er zo’n gewonden om te verplegen per jaar per dag.
28
De Loopgraven
29
De waarheid aan het front
32
HET BESLISSINGSJAAR 1917 1 februari Duitse onbeperkte duikbootoorlog 15 maart Nicolaas II doet afstand van de troon 6 april Oorlogsverklaring van de Verenigde Staten 6 november Staatsgreep van de bolsjewieken in Rusland
33
Totale oorlog Wat is een totale oorlog?
De gehele samenleving ondervond dagelijks de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Dit was tijdens de vorige oorlogen niet het geval
34
Verandering in de techniek
Nieuwe wapens Verbeteringen aan het oorlogstuig.
36
Veranderingen in de politiek
Nationalistische gevoelens werden aangewakkerd met behulp van onderwijs en pers. Het creëren van vijandsbeelden Er was censuur
38
Veranderingen in de economie
Veel mannen vochten in het leger Hiervoor waren wapens, voedsel etc nodig. Fabrieken werd verplicht wat te produceren. Distributie zorgde voor voedselverdeling. Vrouwen moesten helpen in de economie
39
Paragraaf 2, de Verenigde staten
Hoe werd de VS een wereldmacht?
40
1913 – en verder to make the world safe for democracy
41
Wording van een wereldmacht
Roosevelt was voor actief buitenlands beleid. Hij wilde ‘onbeschaafde’ landen helpen Roosevelt maakte de VS politieagent van de regio.
42
de Eerste Wereldoorlog
De VS verklaarden zich eerst strikt neutraal. In de VS leefden veel immigranten uit alle Europese landen (óók uit Duitsland) Na de Lusitania veranderde publieke opinie ten gunste van de geallieerden Zelfs in 1916 werd President Wilson herkozen met het motto: “he kept us out of war”
43
Het Zimmermantelegram
Directe aanleiding voor deelname van de VS aan de oorlog. Duitsland kondigde een onbeperkte duikbootoorlog aan en een verbond met Mexico
44
Op 6 april 1917 gingen de VS meedoen aan de Eerste Wereldoorlog.
Dit resulteerde erin dat de oorlog eindigde op
45
De Volkenbond Opgericht in 1919 Op initiatief van President Wilson
Doel was om oorlogen te voorkomen en op te treden als scheidsrechter bij conflicten
46
Paragraaf 2
47
Paragraaf 2 Beschrijf voor jezelf kort de verschillen die je denkt te kennen tussen Republikeinen en de Democraten
48
De Republikeinen, +/- 1910 Vooral actief in het Noorden, veel industrie Tégen slavernij Voor een federaal bestuur Voor grote overheidsinvloed
49
Democraten, +/- 1910 Vooral populair in het Zuiden (agrarisch)
Voor vrijheid van de deelstaat Tegen grote federale invloed De overheid moest zicht niet met de self made man bemoeien
50
President Wilson, democraat
Economie moest in dienst staan van de oorlog. Grote overheidsinvloed 14 punten plan
51
14 punten 1. Vredesonderhandelingen dienden volledig in het openbaar te worden gevoerd; 2. Het principe van de vrije zee diende door alle landen te worden aanvaard; 3. In de 'nieuwe orde' moesten alle economische barrières verdwijnen, dus open grenzen en vrije handel voor iedereen; 4. De bewapeningswedloop zou terstond worden beëindigd en alle landen moesten zich ontwapenen; 5. Er moest een eerlijke regeling komen met betrekking tot alle koloniale afspraken, waarbij het belang van de betrokken bevolking even zwaar moest wegen als dat van de kolonialiserende macht; 6. Het westen zou niet mogen interveniëren in Polen; 7. Herstel van België als vrije onafhankelijke natie; 8. Duitsland diende Frankrijk te verlaten en Elzas-Lotharingen aan Frankrijk terug te geven; 9. Voor Italië moesten definitieve grenzen worden vastgesteld langs lijnen van nationaliteit; 10. Handhaving van Oostenrijk-Hongarije als staat, maar met het recht op autonome ontwikkeling voor de verschillende volken in de dubbelmonarchie; 11. De Balkanstaten zouden het recht krijgen op zelfbeschikking en Servië kreeg een uitweg naar zee; 12. Turkije kon behouden wat haar etnisch toekwam, maar alle andere nationaliteiten in het Ottomaanse Rijk dienden het recht op een autonome ontwikkeling te krijgen en de Dardanellen zou vrij toegankelijk moeten worden voor alle scheepvaart; 13. Polen moest een onafhankelijke staat worden met een duidelijk Poolse bevolking. Ook zou Polen een haven aan zee moeten krijgen; 14. Er zou een Volkerenbond moeten komen waarin alle naties, groot en klein, dezelfde rechten op politieke onafhankelijkheid en territoriale integriteit dienden te krijgen.
52
Verenigde Staten ná 1918 Na de Eerste wereldoorlog komt het beeld naar voren van de democraten en republikeinen naar wat wij nu kennen. Wat is dat beeld?
55
Paragraaf 2.3 Warren Harding 1921–1923 John Coolidge 1923 – 1929
Herbert Hoover 1929 – 1933 Republikein Isolationisme “laisser-faire”politiek President tijdens crisis. Onbekwaam Roaring twenties, Bezuinigde, en greep verder niet in
56
Paragraaf 2.3 Terug naar isolationisme Komst consumptiemaatschappij
Vrije markt & crisis Verzet tegen losse moraal
58
Isolationisme De VS bemoeit zich zo min mogelijk met het buitenland. Ze isoleren zich. Onder aanvoering van President Harding “back to normalcy”
60
Crisis jaren 20 Waardoor kon de crisis ontstaan?
61
Crisis jaren 20 Veel boeren in de problemen.
De vraag uit Europa was weggevallen. Maar ze moesten evengoed de hypotheek op hun grond betalen! Overschotten leiden tot faillissementen
62
minder geld te besteden
Overschot op de markt faillissementen mensen ontslagen minder geld te besteden Vraag stopt uit Europa
63
Crisis jaren 20 In de jaren 20 ontstond een consumptiemaatschappij
64
Crisis jaren 20 Mensen kochten artikelen op afbetaling
Dit bracht voor de consument en producent risico’s met zich mee Als de consument niet meer terugbetaalde kregen de producenten ook problemen. Er was daarnaast geen buitenlandse afzetmarkt.
65
Crisis jaren 20 De Amerikanen hadden veel vertrouwen in de economie. Alles zou ‘toch wel goed komen’
67
Zwarte donderdag Begin van de crisis
68
Deze les Bespreken paragraaf 3 Afmaken paragraaf 3
Bespreken hoofdstuk 1 Zelfstandig nakijken hoofdstuk 1
69
Crisis 1929 Allereerst werden de banken geraakt door de crisis
Daarna de mensen met aandelen Als laatst de mensen zonder aandelen. De grootste groep
70
Oorzaken crisis Agrarische crisis jaren 20
Europa verdween na WO I als afzetgebied voor de VS De Amerikaanse industrie produceerde teveel Er werd gewerkt met leningen en afbetaalsystemen
72
Gevolgen crisis 1929 Het werd een wereldcrisis
Wereldhandel kwam bijna stil te liggen door protectionisme Hoge werkloosheid Duitsland verarmde vrijwel meteen weer
73
Hoofdlijnen hoofdstuk 1
Aanloop naar de Eerste Wereldoorlog (dieperliggende oorzaken en aanleiding) Verloop Eerste Wereldoorlog Veranderingen in de maatschappij door WO I
74
Hoofdlijnen hoofdstuk 1
Verenigde staten Opkomst als wereldmacht Meedoen in WO I Rol van de presidenten Staatsinrichting van de VS (schema) Rol republikeinen en democraten
75
Hoofdlijnen hoofdstuk 1
Oorzaken van de crisis Aanleiding van de crisis Van Amerikaanse crisis naar wereldcrisis
76
Hoe leer je de tekst Maak een tijdbalk Leer oorzaak en gevolg Fietsend
Glas op de weg Lekke band Beurskrach, al het geld verloren Schulden niet kunnen afbetalen Banken in problemen
77
Hoe leer je de tekst Maak vergelijkingen Democraten Republikeinen
78
Hoe leer je de tekst Leer de begrippen
Zoek eventueel afbeeldingen bij de begrippen: Beurskrach:
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.