De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Literární vědy literaire theorie aktuální problémy moderní.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Literární vědy literaire theorie aktuální problémy moderní."— Transcript van de presentatie:

1 literární vědy literaire theorie aktuální problémy moderní

2 literaire theorie  Hand-out!  Kiene Brillenburg Wurth en Ann Rigney (red.), Het leven van teksten. Een inleiding in de literatuurwetenschap, Amsterdam, 2006. O. doel & inhoud

3 literaire theorie  Volgende week (29/9): “literatuur en wetenschap” (Martina) [Teksten balie FF bib]  Andere colleges: boek O. doel & inhoud

4 literaire theorie  Examen [schriftelijk]  Algemeen gedeelte: < boek [geen details!] en college  Individueel gedeelte: onderwerp naar keuze O. doel & inhoud

5 literaire theorie  Individueel gedeelte:  Kies een specialisme binnen de literatuurwetenschap [p. 40] O. doel & inhoud

6 literaire theorie [p. 40] 1.Tekstanalyse 2.Tekstinterpretatie 3.Lezersonderzoek 4.Institutioneel onderzoek 5.Historisch onderzoek O. doel & inhoud

7 literaire theorie  Individueel gedeelte:  Kies een specialisme binnen de literatuurwetenschap [p. 40]  En daarbinnen een bepaald onderwerp O. doel & inhoud

8 literaire theorie  Individueel gedeelte:  Kies een specialisme binnen de literatuurwetenschap [p. 40]  En daarbinnen een bepaald onderwerp  Het betreffende hoofdstuk/de relevante passages in het boek grondig kennen O. doel & inhoud

9 literaire theorie  Individueel gedeelte:  Kies een specialisme binnen de literatuurwetenschap [p. 40]  En daarbinnen een bepaald onderwerp  Het betreffende hoofdstuk/de relevante passages in het boek grondig kennen  Daarnaast minstens twee artikelen (of hoofdstukken uit boeken) over het onderwerp zoeken en bestuderen O. doel & inhoud

10 literaire theorie  Literatuurwetenschappelijke artikelen vind je onder meer op www.dbnl.org en via www.bntl.nl www.dbnl.orgwww.bntl.nl O. doel & inhoud

11 literaire theorie wetenschap >cultuurwetenschap > literatuurwetenschap 1. het vak

12 literaire theorie  De auteur van dit hoofdstuk, Ann Rigney, neemt een duidelijk wetenschaps- filosofisch standpunt in. Welk? 1.1. wetenschap

13 literaire theorie 1.1. wetenschap

14 literaire theorie  Constructivisme  Opgelet: meerdere betekenissen  < wetenschapsfilosofie: Kennis = een cultuurhistorische constructie [ligt dus niet voor eens en altijd vast, er kan over gediscussieerd worden] [GLOSSARIUM achteraan in het boek!] 1.1. wetenschap

15 literaire theorie  Constructivisme versus? 1.1. wetenschap

16 literaire theorie  Essentialisme  Fundamentele eigenschappen (‘de essentie’) van zaken, objecten, mensen, culturen, etc. kunnen eens en voor altijd vastgesteld worden 1.1. wetenschap

17 literaire theorie  Constructivisme versus essentialisme – discussie 1.1. wetenschap

18 literaire theorie  “Als je eenmaal erkent dat kennis het product is van menselijke inspanning, dan is het niet meer zo zinvol om te spreken over ‘dé waarheid’ in het enkelvoud.” [p. 20] 1.1. wetenschap

19 literaire theorie  Kan iedereen dan zomaar beweren wat hij/zij wil?? 1.1. wetenschap

20 literaire theorie  Kan iedereen dan zomaar beweren wat hij/zij wil??  [p. 20] neen  Meer dan een aanname  Een stelling moet anderen overtuigen volgens bepaalde normen 1.1. wetenschap

21 literaire theorie  ‘Vragen creëren studieobjecten.’ [p. 20] 1.1. wetenschap

22 literaire theorie Wetenschappelijk onderzoek: 1.Empirisch domein 2.Theorie 3.Methode 1.1. wetenschap

23 literaire theorie Wetenschappelijk onderzoek: 1.Empirisch domein 2.Theorie 3.Methode Voorbeelden 1.1. wetenschap

24 literaire theorie  Paradigma = ? 1.1. wetenschap

25 literaire theorie  Paradigma [p. 21-22]  Paradigmawissel = ? 1.1. wetenschap

26 literaire theorie  Paradigma [p. 21-22]  Paradigmawissel [p. 22-23] 1.1. wetenschap

27 literaire theorie 1.1. wetenschap

28 literaire theorie  Paradigma [p. 21-22]  Paradigmawissel [p. 22-23]  Paradigmawisseling in de literatuurwetenschap (in Nederland/Vlaanderen)? [p. 39] 1.1. wetenschap

29 literaire theorie  Auteur  Tekst  Lezer 1.1. wetenschap

30 literaire theorie Auteur  Intentie van de auteur  < biografie 1.1. wetenschap

31 literaire theorie Tekst  Intentie van de tekst  < biografie ; uitspraken zogenaamd alleen op basis van de tekst  structuralisme 1.1. wetenschap

32 literaire theorie Lezer  Intentie van de lezer  Reconstrueren intentie auteur/tekst onmogelijk, altijd inbreng van de lezer 1.1. wetenschap

33 literaire theorie Lezer  Tekstonderzoek: poststructuralisme, postmodernisme  Receptieonderzoek  Literatuursociologisch onderzoek 1.1. wetenschap

34 literaire theorie 1.1. wetenschap

35 literaire theorie Wetenschapsgebieden  [figuur p. 24] !  ‘Er zijn grensgebieden en overgangen.’ [p.24]  Voorbeeld: literatuursociologie 1.1. wetenschap

36 literaire theorie  [p. 25] Waarom is het ‘gekookte ei-model’ niet vruchtbaar? 1.1. wetenschap

37 literaire theorie  [p. 25] Waarom is het ‘gekookte ei-model’ niet vruchtbaar?  => onterecht natuurwetenschappen als maatstaf 1.1. wetenschap

38 literaire theorie  Waar zijn alfa’s goed voor [p. 26-27] – discussie 1.2. cultuurwetenschap

39 literaire theorie  Wilhelm Dilthey  [p. 28; 33; 34]  Begrijpen vs. verklaren 1.2. cultuurwetenschap

40 literaire theorie  Cultuurwetenschappen 1.2. cultuurwetenschap

41 literaire theorie  In verband met cultuur neemt Ann Rigney eveneens een anti-essentialistisch standpunt in. Leg uit. 1.2. cultuurwetenschap

42 literaire theorie  Cultuur, smaak,… verandert  In de loop van de tijd  Afhankelijk van de plaats/samenleving  Afhankelijk van de sociale groep 1.2. cultuurwetenschap

43 literaire theorie  Cultuur, smaak,… verandert DYNAMIEK! 1.2. cultuurwetenschap

44 literaire theorie  Figuur p. 30: uitleggen verschillende dimensies  ‘accenten en invalshoeken’, geen gescheiden werelden  Grote lijnen 1.2. cultuurwetenschap

45 literaire theorie  Opm.: literatuurwetenschap < mediale dimensie, maar hangt sterk samen met semantische en/of sociale dimensie (en historische) 1.2. cultuurwetenschap

46 literaire theorie  Cultuurwetenschappen in een spanningsveld 1.2. cultuurwetenschap

47 literaire theorie  Diversiteit vs. wetmatigheid 1.2. cultuurwetenschap

48 literaire theorie  Dynamiek vs. voorspelbaarheid 1.2. cultuurwetenschap

49 literaire theorie  Interpreteren vs. kwantificeren 1.2. cultuurwetenschap

50 literaire theorie  ‘De vraag blijft hoe ver je met cultuurkritiek kunt gaan, voordat je het domein van de wetenschap verlaat en dat van de polemiek – of van de kunst – betreedt.’ [p. 35] - discussie 1.2. cultuurwetenschap

51 literaire theorie  Voorbeeld: Rees, C.J. van, K.D. Beekman & H. Verdaasdonk (1975). ‘De knuppel in het hoenderhok. Antwoord aan De Haan.’ De Revisor II/5: 81-82. 1.2. cultuurwetenschap

52 literaire theorie  Hugo Verdaasdonk  Grondlegger institutionele sociologie in Nederland  Wetenschapsfilosofische opvatting: wetenschappers moeten een metastandpunt innemen 1.2. cultuurwetenschap

53 literaire theorie  Interdisciplinariteit  Wint aan belang (in Nederlandse/Vlaamse universiteiten) 1.3. literatuurwetenschap

54 literaire theorie  Figuur p. 39 (!!!) 1.3. literatuurwetenschap


Download ppt "Literární vědy literaire theorie aktuální problémy moderní."

Verwante presentaties


Ads door Google