De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Fase 2 Winkel aanvullen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Par: 3.1.3 en 3.1.5.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Fase 2 Winkel aanvullen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Par: 3.1.3 en 3.1.5."— Transcript van de presentatie:

1 Fase 2 Winkel aanvullen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Par: en 3.1.5 Blz. 80 en 81 en 82 t/m 87

2 3.1.3: Plaats van de artikelgroepen
Je kunt artikelgroepen op 2 manieren plaatsen: - Gecombineerd - Gescheiden

3 Combinatieplaatsing Hier worden artikelgroepen die verwant zijn elkaar gecombineerd gepresenteerd (ze hebben iets met elkaar te maken). Zoals: - Rug aan rug plaatsing (ships en (fris) drank) - Nabuurplaatsing - Contraplaatsing

4 Gescheiden plaatsing De winkelier kiest voor deze manier van presenteren als er geen verwantschap bestaat. Bijvoorbeeld: - Diefstal gevoelige artikelen (batterijen achter de kassa) - Artikelen die veel verkocht worden - Imagoverhogende artikelen - Artikelen van de bedieningsafdeling

5 Verwantschap 3 Assortimentsverwantschappen - Consumptie verwantschap
- Koopverwantschap - Productie verwantschap

6 Consumptieverwantschap
Artikelen die in dezelfde behoefte voorzien. Ook wel gebruiksverwantschap genoemd. Deze artikelen hebben een consumptieverwantschap en vullen elkaar aan!

7 Artikelen die elkaar aanvullen noemen we complementaire artikelen.
Een artikel die een ander artikel kan vervangen noem je een substitutie artikel

8 Koopverwantschap De artikelen zo neerzetten dat de klant ze makkelijk kan pakken of bekijken. Je kijkt naar het koopgedrag van de klant. In een supermarkt hebben de klanten haast en bij een kledingwinkel moet de klant geholpen worden hoe het artikel gedragen kan worden.

9 Productieverwantschap
Producten bij elkaar plaatsen die ongeveer op dezelfde manier geproduceerd worden.

10 Overige verwantschappen
Prijsverwantschap Kleurverwantschap Stijlverwantschap Themaverwantschap Maatverwantschap Leeftijdverwantschap Merkverwantschap

11 3.1.4: Ompakken en aanvullen
Goederen worden geleverd in de transportverpakking (omverpakking) Het verwijderen van deze verpakkingen noem je ompakken De omverpakking zorgt ervoor dat het artikel niet beschadigd tijdens het transport 1 omverpakking is vaak 1 collo is 1 verpakkingseenheid

12 Besteleenheid Besteleenheid: soms kan je
artikelen niet per stuk bestellen maar per verpakkingseenheid Bij hele kleine artikelen zitten er vaak meerderen besteleenheden in 1 verpakking (10 verpakkings- eenheden, met in iedere verpakkingseenheid 10 doosjes met nietjes)

13 Omverpakking Artikelen worden vanuit de omverpakking gehald en verkoopklaar gemaakt. Soms worden de artikelen niet uit de omverpakking gehaald en worden ze zo verkocht (Aldi). Besteleenheid (1 pallet) Omverpakking (doos) Verkoopverpakking (fles)

14 Ompakken Let op: - Werk efficient - Werk zorgvuldig - Werk veilig
- Werk hygienisch Pak je in de winkel op, dan moet de klant er geen last van hebben, en tegelijkertijd houd je de klant in de gaten. Tevens gebruik je de juiste hulpmiddelen.

15 Beprijzen / uitprijzen
Wanneer de artikelen nog geen prijskaartjes hebben. Hulpmiddelen: - Prijstang - Etiketteermachine - Aanschiettang

16 Omprijzen Wanneer je een artikel een andere prijs geeft.
Omprijzen kan op 2 manieren: - Opprijzen (prijs word hoger door bijv. BTW verhoging) - Afprijzen (prijs wordt lager) Consumentenprijs = prijs die op het prijskaartjes staat.

17 Juiste prijs Zelfde artikelen moeten dezelfde prijs hebben
Prijs op artikel moet dezelfde prijs zijn als op het schap (kaartje) Prijs op het artikel moet dezelfde prijs zijn als die de kassa aangeeft Vaak staat bij de kassa, dat de kassaprijs de juiste prijs is! Dit om fraude met prijsetiketten te voorkomen. Fouten in prijzen die niet logisch zijn hoeft de winkelier ook niet te rekenen..

18 Aanvullen Soms 1 keer per week Vaak iedere dag (supermarkten)
Soms meerdere keren per dag (grotere supermarkten) Hulpmiddel: Schappenplan

19 Belangrijk bij aanvullen: Derving voorkomen! Door:
FIFI (First in First out); Artikelen naar voren halen die achter in het schap staan en de nieuwe artikelen er achter zetten (spiegelen) Controle verpakkingen, artikel en prijs Gebruik de juiste hulpmiddelen (let op met mesjes), en laat deze niet slingeren

20 Aanvultijden Belangrijk bij het aanvullen is dat de klant er geen last van heeft…. Het tijdstip van aanvullen is afhankelijk van: Branche “omvang van klantgebonden werkzaamheden” Beschikbaarheid winkelpersoneel Omzet (te verwachten klantenstroom) Levertijdstippen Plaats waar in de winkel aangevuld moet worden


Download ppt "Fase 2 Winkel aanvullen Kerntaak: verzorgen ontvangst en verwerking van goederen Hoofdstuk: Bouwen en verzorgen van artikelpresentaties Par: 3.1.3 en 3.1.5."

Verwante presentaties


Ads door Google