Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Aangepaste Atletiek
2
Aangepaste Atletiek
3
Aangepaste Atletiek In de KNAU hebben we Verstandelijke Beperking (VB)
Lichamelijke Beperking (LB) LB wordt weer opgedeeld in Slecht ziende atleten CP atleten (motorische storing) Atleten met een been of arm amputatie Les Autres (polio, reuma, dwergen) Rolstoel gebonden atleten
4
IPC athletics CLASSIFICATIONS
5
Aangepaste Atletiek Welk wedstrijdreglement KNAU wedstrijden
KNAU reglement 2005 (inclusief hoofdstuk aangepaste atletiek) IPC wedstrijden IPC reglement (dit is een samenvatting van alle IOSD reglementen) IOSD wedstrijden IBSA IAAF reglement + aanpassingen INAS-FID IAAF reglement CPISRA IAAF reglement + aanpassingen IWAS IAAF reglement + aanpassingen
6
Slecht ziende atleten Klas 11 Zijn geheel blind en hebben verschillende speciale regels. Klas 12 Zijn slecht ziend en hebben wat verschillende regels. Klas 13 Zijn minder slecht ziend, volgen het IAAF reglement Klas 11 atleten moeten tot en met 1500 meter speciale brillen dragen Klas 11 atleten moeten tijdens alle baanonderdelen gebruik maken van een GUIDE De guide moet een helder gekleurd vest dragen mate daarop “GUIDE” De afstand tussen guide en atleet mag niet meer dan 50 cm zijn Atleet en guide hebben 2 banen ter beschikking en worden als een persoon behandeld Klas 12 atleten mogen gebruik maken van een guide, moeten dan de regels van klas 11 volgen als zij dit doen Bij wedstrijden langer dan 400 meter zijn 2 guides toegestaan
7
Slecht ziende atleten De atleet moet als eerste de finish lijn passeren Passeert de guide als eerste dan worden zij gediskwalificeerd
8
Slecht ziende atleten
9
Atleten met een verstandelijke beperking
Klasse 20 atleten, hebben een IQ van 70 of lager. Assistentie Atleten kunnen een schriftelijk verzoek indienen om hun startblokken voor het begin van de wedstrijd in een door hun bepaalde positie te plaatsen. Dit dient dan door de startcommissaris of een ander jurylid te gebeuren.
10
Cerebrale Parese atleten
Startblokken mogen gebruikt worden Als een deelnemer een gehoor beschadiging heeft mag, naast het pistool een vlag of een stroboscopisch licht signaal gebruikt worden
11
Atleten met een been amputatie
Startblokken mogen gebruikt worden Bij de loopnummers moeten de atleten hun beenprothese dragen Hinken is niet toegestaan
12
Atleten met een arm amputatie
Mogen een steun gebruiken waarop tijdens de start de stomp kan rusten De steun moet volledig achter de startlijn zijn.
13
Rolstoel atleten De rolstoel moet minstens twee grote en één klein wiel hebben De rolstoel moet een handbedienden stuurinrichting hebben De rolstoel wordt voortbewogen door middel van een hoepel die aan het grote wiel vastzit
14
Rolstoel atleten Het voorwiel van een deelnemer mag de startlijn of de grond voorbij de startlijn niet raken
15
Rolstoel atleten Het dragen van een helm is verplicht op alle afstanden van 800 meter en meer
16
Rolstoel atleten De atleet is gefinisht als de as van het voorwiel het verticale vlak van de finishlijn passeert
17
Rolstoel atleten
18
Slecht ziende atleten In de klassen 11 en 12 mogen atleten door een guide naar de werpring of aanloop gebracht worden Akoestische oriëntatie is zowel vóór, tijdens als na de poging toegestaan De guide mag de atleet pas wegleiden nadat de jury heeft vastgesteld dat de poging geldig was of niet
19
Slecht ziende atleten
20
Verspringen Hoe jureren wij bij slecht ziende atleten ? 0 lijn Poeder
21
Cerebrale Parese atleten
22
Cerebrale Parese atleten
Bij de staande atleten gelden de IAAF regels
23
Atleten met een been amputatie
Hoeven hun prothese tijdens technische onder- delen niet te dragen, zoals hier bij het hoog- springen
24
Atleten met een been amputatie
Verspringen met een prothese
25
Atleten met een been amputatie
Als een atleet tijdens een sprong de prothese verliest, dan zal de indruk op de plaats waar de prothese terecht komt, worden opgemeten Als de prothese buiten de zandbak terecht komt, dan is dit een foute poging
26
Atleten met een been amputatie
Bij de alle amputatie klassen gelden de IAAF regels
27
Werpen rolstoel atleten
Het werpen gebeurd altijd vanuit een cirkel (kogel of discus) De sector voor kogel, discus en speer is De stoel of frame moet zich geheel binnen cirkel bevinden Om zeker te zijn dat alles binnen de cirkel is, is het gebruik van een schietlood vereist
28
Werpen rolstoel atleten
Tijdens de uitvoering van de worp of stoot moet tenminste een deel van het bovenbeen of bil in contact blijven met het kussen of de zitting, tot aan het moment dat het werp- materiaal is losgelaten
29
Werpen rolstoel atleten
Let bij kogel vooral op stoten Speerwerpen, bij alle klassen volgens IAAF regels Gezicht in werprichting
30
Werpen rolstoel atleten
31
Aanpassingen accommodatie
In principe afhankelijk van de handicap Voor slecht ziende weinig of geen drempels Voor VB, CP en of Amputee’s niets Rolstoel gebonden Aangepast toilet Douchestoel in kleedkamer Deuren minimaal 83 cm breed Als er niveau verschil is, op en af ritten Werpplaats met spanbanden
32
Aanpassingen materiaal
De normale werpmaterialen, kogel, discus en speer die wij binnen de atletiek gebruiken zijn ook voor hun van toepassing. Verspringen voor klasse 11 en 12 gebeurt vanuit een afzetvlak, zoals wij dat kennen bij de pupillen Indien mogelijk moet de zandbak 3,5 meter breed zijn, anders beveiligen met matten
33
Aanpassingen in de training
Geen bijzonderheden voor slecht ziende atleten CP atleten Amputee atleten Voor VB atleten meer begeleiding Voor rolstoelatleten Baan Afspraak maken welke baan de wheeler(s) gebruikt(en) Werpen Het geworpen materiaal moet steeds opgehaald worden …
34
Zijn er problemen Atleten met een verstandelijke beperking
Hebben een separate groep nodig (uitzonderingen daargelaten) Jong en “oud” door elkaar in een groep
35
nee alleen uitdagingen
Kijk maar
36
Samen sterk
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.