Download de presentatie
1
Betrouwbaarheid
2
Onderdelen van meetwaarde
Testscore = Beoogde variabel begrip + Systematische meetfouten + Toevallige meetfouten Onbetrouwbaarheid Invaliditeit Betrouwbaarheid = overeenstemming tussen opeenvolgende metingen Validiteit = overeenstemming tussen variabel begrip en variabele
3
“Herhaalbaarheid” is hypothetisch
BETROUWBAARHEID “In welke mate resulteert een test bij herhaalde afname (onder gelijkblijvende condities) steeds in dezelfde testscore?” Herhaalde afname Geheugen ( automatisch zelfde score) Leereffekten vaardigheden versterken ( betere score) fouten versterken ( zwakkere score) “Herhaalbaarheid” is hypothetisch Gelijkblijvende condities Omgeving (plaats, tijdstip, temperatuur, licht, …) Procedure (testitems, instructie, verwerking, …) Relevante factoren in de persoon (psychisch en fysisch)
4
Fluctuatie van scores onder gelijkblijvende condities
OORZAKEN “black-out” “helder moment” lawaai concentratieverlies slaperigheid opdringerige gedachte hoestbui ... BRON VAN FOUTEN Toevallige factoren verbonden aan 1 testsessie Wat is het? Effekt op de testscore? Kenmerken van de persoon Doel van de test
5
Herhaalde metingen = ONAFHANKELIJKE REPLICATIES
Testtheorie Verhouding tussen systematische eigenschappen van persoon en testsituatie onvoorspelbare invloeden Herhaalde metingen = ONAFHANKELIJKE REPLICATIES Uitgangspunt = “hypothetische” herhaalde meting Veronderstellingen Afnames zijn onderling onafhankelijk (er is geen geheugen-effekt of leereffekt) Variatie komt uitsluitend door onvoorspelbare invloeden
6
Klassieke testtheorie
TESTSCORE omvat 2 delen Systematisch of constant deel (TRUE score) Niet-systematisch of toevallig deel (ERROR) Fout = Toevallige scorecomponent van persoon i bij onafhankelijke replicatie j Betrouwbare Score (True) = Systematische scorecomponent (= cte bij onafhankelije replicaties) Behaalde score van persoon i bij onafhankelijke replicatie j
7
Betrouwbare score en Meetfout
gemiddelde representatieve testprestatie Meetfout q = aantal replicaties (zeer groot)
8
Standaardmeetfout van persoon i
Aangezien geldt Voor persoon i geldt dat de spreiding van de meetfouten gelijk is aan de spreiding van de geobserveerde scores Veronderstelling: Standaardmeetfout is identiek voor alle personen Niet realistisch: vb. Multiple choice, mensen met lage Ti raden meer (hogere S(Ei)) dan mensen met hoge Ti (lagere S(Ei)).
9
Fysische versus Psychologische metingen
Grotere meetfout Psychologische metingen (ook reactietijden!) S(Ei) T1 T2 Kleinere meetfout Fysische metingen T1 T2
10
Replicatie vervangen door 1 meting in een populatie
Eigenschappen Hypothese 1 bewijs (zie boek p. 103) Hypothese 2 Y is willekeurige variabele waarvan E geen deel is immers: X=T+E zodat: r(E,X)>0 GEVOLG: r(E,T)=0
11
Betrouwbaarheid bepalen
Herhaalde meting zelfde test (test-retest) parallelle test (parallel-vorm) Eenmalige meting 2 helften (split-half) items onderling (interne consistentie) Verband met meetfout
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.