 vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London.

Presentatie over: " vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London."— Transcript van de presentatie:

1

2  vertaal:  Ik ga elke dag naar de universiteit  Ik ga naar de universiteit in London

3  Ik ga elke dag naar de universiteit =  I go to university every day  Ik ga naar de universiteit in London =  I go to the university in London  Maar waarom in zin 1 geen 'the' en in zin 2 wel?

4  als je het in het algemeen over iets hebt schrijf je in het Engels geen 'the'.  als je het over een specifiek iets hebt schrijf je wel 'the'.  algemeen: geen 'the'  specifiek:wel 'the'

5  Snel, we moeten naar het ziekenhuis!  Bedoel je het ziekenhuis op Bond street?

6  Quick, we have to go to hospital!  Do you mean the hospital on Bond street?

7  De zomer is gewoonlijk heel heet in Spanje  Vooral de zomer van 2001, die was extreem heet

8  Summer is usually very hot in Spain  Especially the summer of 2001, that was extremely hot!

9  Kunst is niet alleen voor slimme mensen  Ik vind de kunst van het illustreren van boeken leuk

10  Art is not only for smart people  I like the art of book illustration

11  Het leven is soms zwaar  Dit is een boek over het leven van tijgers

12  Life can be a b**** sometimes  This is a book about the life of tigers

13  Bij namen van straten en pleinen gebruik je GEEN the;  I live on Museum Street  Let’s go to Trafalgar Square

14  1He had to be taken to … hospital for an operation.  2He has some advice about keeping warm in … winter.  3The British Museum is located in … Great Russell Street.  4I was on holiday in France in … summer of 2006.  5My grandparents live near … church in Queen Street.  6 … art gallery is a hundred years old. That is why it has to be renovated.  7The White House is located on … Pennsylvania Avenue.  8Most people in this village go to … church on Sunday morning.  9Why does this tree have red leaves in … summer?  10Do you happen to know at what time … school starts?

15