Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGeert Smets Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
In dubio abstine Do no harm De vijf regels van Hans van Maanen-1 geef me iemand die het absoluut niet met u eens is… Wat hebben gewone mensen eraan.. Wie heeft het onderzoek betaald. Waar zit de zwakke plek Waarom zoveel auteurs Zijn er andere verklatringen denkbaar Aan hoeveel tijdschriften aangeboden Kunt u mij het nummer geven van iemand die het volstrekt niet met u eens is OudeJans 2006 Go Proefschrift Introductietrajecten en de lengte daarvan Debat Position paper Stukken in Nature van Diane Cuckle-webcast (was ooit een believer) Palomaki eigen paper Nicolaides Oepkes-oratie Amerikaanse verzekeringsnorm… Gebruik citaat NRC Handelsblad-daar klopte werkelijk niets van… Peter Schielen RIVM-Bilthoven
2
Wat is er gebeurd met de aanbevelingen van het 2009-rapport?
Incorporeren tweede, Nederlandse, kwaliteitscontroleronde; uitgevoerd Betere overeenstemming tussen laboratoria door betere lot-tot-lot-overeenkomst; besproken met producent- realisatie in Sluitende registratie van zwangerschapsuitkomsten, eventueel in Peridos: nog niet gerealiseerd. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
3
Conclusies van het 2010 rapport
In 2010 zijn er geen grote problemen geweest met de kwaliteit van de analyses van de laboratoria en de kansbepaling (maar zie hieronder) De NT-MoM vergelijking van de regio van het VUmc moet worden aangepast. Er is een wijziging opgetreden bij de risicoberekening van de regio van de SPSNN. Daardoor komt de verantwoordelijkheid voor de kansberekening meer bij de regionale stichting te liggen. De risicoberekeningsactiviteiten vanuit het laboratorium zijn inmiddels afgebouwd. Deze wijziging heeft tot veel hogere kansen geleid voor de SPSNN in het UK-NEQAS kwaliteitscontroleprogramma. Dit is een punt van zorg Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
4
Aanbevelingen 2010 Vanaf het jaarrapport 2011 wordt een vastgestelde set van criteria gebruikt waaraan de resultaten van de screeningslaboratoria moeten voldoen. Er zal een volledige evaluatie worden uitgevoerd van de instellingen van de kansbepalingssoftware van alle laboratoria Er zal een evaluatie plaatsvinden van de kansbepaling voor trisomie 13 en 18-zwangerschappen. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
5
Aantallen per laboratorium
Het totale aantal 1e trimester combinatietesten in 2010 was (dat is 26.8% van alle zwangeren). Dit aantal betekent een lichte stijging ten opzichte van 2009. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
6
Leeftijd zwangere op het moment van de test
Mbt tot de maternale leeftijd op het moment van de test zijn er geen opvallende verschuivingen. De populatie van het MUMC is nog steeds iets jonger. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
7
Verdeling zwangerschapsduur op het moment van bloedafname
Met betrekking tot de zwangerschapsduur op het moment van bloedafname zijn er geen grote verschuivingen te zien Verschillen geconstateerd in 2009 zijn ook aanwezig in 2010. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
8
Percentage hoog risico uitslagen per leeftijdscategorie
Deze gegevens zijn beschikbaar van vijf laboratoria. Van het laboratorium van het AMC zijn alleen de gegevens van de ziekenhuispopulatie beschikbaar. Dat zou de iets hogere percentages kunnen verklaren. Alleen in de regio’s van MUMC en VUMC worden alle kansen door het laboratorium bepaald. Het hoge percentage van het VUMC in de leeftijdscategorie wordt veroorzaakt door een klein aantal zwangeren in deze groep Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
9
Percentage hoog risico-uitslagen per laboratorium
De percentages van het VUMC komen overeen met die genoemd in een recente publicatie van Melanie Engels (Prenatal Diagnosis-2011). De hoge percentages van het AMC kunnen, zoals gezegd, veroorzaakt zijn doordat dit een populatie geselecteerde zwangeren betreft. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
10
Mediane concentraties PAPP-A per zwangerschapswk
.. In overeenstemming met de in de laboratoriumsoftware ingestelde vergelijkingen (grijze lijn)… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
11
Mediane concentraties fβ hCG per zwangerschapsweek
..Iets hoger dan maar voldoende in overeenstemming met de in de laboratoriumsoftware ingestelde vergelijkingen. De concentratie van het Rijnstate laboratorium in week 8 is een uitbijter in de data, als gevolg van een klein aantal metingen in die week… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
12
Mediane MoM per maand (PAPP-A, fβ hCG, NT)
De mediane MoM dienen tussen 0,9 en 1,1 te liggen. Voor geen van de parameters zijn er langdurige periodes waarbij de parameters buiten deze grenzen lagen. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
13
Mediane MoM per gewichtsklasse: PAPP-A
.. Voor alle laboratoria: in overeenstemming met de in de software opgenomen gewichtscorrectie curve (grijze lijn). Uitschieters bij hoge maternale gewichten zijn een gevolg van lage aantallen per klasse… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
14
Mediane MoM per maternale gewichtsklasse: fβ hCG
.. Voor alle laboratoria: in overeenstemming met de in de software opgenomen gewichtscorrectie curve (grijze lijn). Uitschieters bij hoge maternale gewichten zijn een gevolg van lage aantallen per klasse… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
15
Verdeling mediane MoM PAPP-A gewichtsgecorrigeerd
.. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Voldoet voor alle laboratoria… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
16
Verdeling mediane MoM fβ-hCG gewichtsgecorrigeerd
.. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. Voldoet voor alle laboratoria… Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
17
Verdeling mediane MoM NT
.. Moet op een z-schaal een rechte lijn door de oorsprong opleveren. … Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
18
Correlatie-coefficienten PAPP-A MoM en β-hCG MoM
Deze correlatiecoëfficiënten moeten ongeveer gelijk zijn. Als grens wordt aangehouden tussen en 0.29. Vaststelling Referentielab: coëfficiënten voldoen aan de criteria. De coëfficiënt van het AMC is laag. Dat is ook in zo geweest. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
19
Externe kwaliteitsbewakingsrondes: 1: SKML ronde
Vanuit de SKML ronde is er een klein verschil te zien tussen de concentraties PAPP-A gemeten in laboratoria met DelfiaXpress en met AutoDelfia. De laboratoria analyseren de oorzaak van dit (kleine) verschil. Dat verschil is niet te zien voor fβ hCG. PAPP-A fβ hCG N average recovery average %CV AMC 65 85.8 3.0 62 100.3 3.3 AZM 93.6 2.7 96.6 2.6 StAR 72 86.3 3.2 98.4 2.5 Rijnstate 89.7 3.1 100.7 RIVM 68 96.9 96.4 2.8 VUMC 83.8 60 96.3 4.1 UMCG 66 99.8 2.4 100.6 2.2 Wat opvalt is dat de recoveries van PAPP- a voor sommige laboratoria laag zijn. Dat zijn Delfia –Express laboratoria. We zijn op dit moment in discussie om erachter te komen waar dat aan ligt. Wordt dit uitgemiddeld door de Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
20
Externe kwaliteitsbewakingsrondes: 2: UKNEQAS
In de UKNEQAS ronde zijn er ook verschillen tussen de laboratoria-er wordt aan gewerkt om deze te verkleinen. Twee zaken verdienen aandacht. Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
21
Externe kwaliteitsbewakingsrondes: 2: UKNEQAS
Na de wijziging van de kansbepalingsmethode in de SPSNN-regio zijn de kansen op basis van de biochemische parameters gezakt (paarse lijn) Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
22
Externe kwaliteitsbewakingsrondes: 2: UKNEQAS
De kansen die door VUmc aan UKNEQAS worden gerapporteerd zijn hoger dan die van de overige laboratoria. Dit is in 2010 al geconstateerd Overzicht gegevens Nederlandse screeningslaboratoria 2010
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.