De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Economie, een Inleiding

Verwante presentaties


Presentatie over: "Economie, een Inleiding"— Transcript van de presentatie:

1 Economie, een Inleiding
Hoofdstuk 21: Het macro-economisch evenwicht op de korte termijn: Het IS-LM/TR-model

2 Macro-economische evenwicht
Het IS-LM/TR-model Macro-economische evenwicht Vorig hoofdstuk: twee veronderstellingen Algemeen prijspeil constant Geen invloed van monetaire sfeer (geldmarkt) Dit hoofdstuk: enkel eerste veronderstelling behouden

3 Eerste veronderstelling
Het IS-LM/TR-model Eerste veronderstelling Vaste nominale input- en outputprijzen Beste wat ondernemingen kunnen doen is aanbod van goederen afstemmen op aggregatieve vraag Korte termijn Simultaan evenwicht van Goederenmarkt Geldmarkt Verband tussen aggregatieve vraag en intrestvoet via investeringen

4 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

5 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

6 1. Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer
Geldmarkt: intrestvoet brengt evenwicht tot stand zodat geldvraag (via vermogensvraag) = geldaanbod Goederenmarkt: stijging van intrestvoet doet netto actuele waarde van investeringen dalen Stijging intrestvoet impliceert minder investeringen I0 = deel van investeringen dat niet van intrestvoet afhangt (‘animal spirits’) h = intrestgevoeligheid van investeringen

7

8 1. Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer
Keynes: investeringen eerder intrestongevoelig Figuur 21.1., extreem geval: Perfect intrestongevoelige investeringsvraag Investeringen zeer intrestgevoelig Extreem geval: Horizontale investeringsvraag

9 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer 1. Het effect van een toename van de autonome investeringen 2. Het effect van een expansief budgettair beleid 3. Het effect van een expansief monetair beleid Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

10 1.1. Het effect van een toename van de autonome investeringen
Beschouw Figuur 21.2.: Toename investeringen (verbeterde verwachtingen) Investeringsvraag verschuift naar rechts Multiplicator: toename nationaal inkomen Toename transactievraag naar geld Geldvraagcurve verschuift naar rechts Excessieve vraag naar geld  onevenwicht Stijging intrestvoet (geldmarkt) doet vermogensvraag naar geld afnemen Dit erodeert toename van investeringen

11

12 1.1. Het effect van een toename van de autonome investeringen
Waarde van investeringsmultiplicator is kleiner dan daar wordt gesuggereerd Reden: wisselwerking tussen reële en monetaire sfeer Lek

13 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer 1. Het effect van een toename van de autonome investeringen 2. Het effect van een expansief budgettair beleid 3. Het effect van een expansief monetair beleid Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

14 1.2. Het effect van een expansief budgettair beleid
‘Traditioneel keynesiaans beleid’ Fiscale en budgettaire stimuli  recessie Kritiek Verhoging economische activiteit Toename transactievraag naar geld Stijging intrestvoet  Crowding out-effect Overheidsingrijpen stimuleert weliswaar economische activiteit, afname van investeringen (via verdringing) remt activiteit af Vandaar: effectiviteit budgettair-fiscaal ingrijpen Discussie tussen keynesianen en niet-keynesianen

15 1.2. Het effect van een expansief budgettair beleid
Keynes en navolgers Investeringen ongevoelig voor intrestvoet Vraag naar geld zeer gevoelig voor intrestvoet Bijgevolg: verdringingseffect van overheidsuitgaven op investeringen beperkt Monetaristen (Milton Friedman) Investeringen gevoelig voor intrestvoet Vraag naar geld niet zo gevoelig voor intrestvoet Bijgevolg: verdringingseffect van overheidsuitgaven op investeringen substantieel Budgettair beleid: geen effectief instrument

16 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer 1. Het effect van een toename van de autonome investeringen 2. Het effect van een expansief budgettair beleid 3. Het effect van een expansief monetair beleid Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

17 1.3. Het effect van een expansief monetair beleid
Vorige twee paragrafen Interactie tussen reële en monetaire sfeer vanuit schok uit reële sfeer, met indirect effect uitgelokt in geldmarkt Reële sfeer  Geldmarkt Deze paragraaf Interactie in andere richting Geldmarkt  Reële sfeer Geldaanbodbeleid: verticale geldaanbodcurve Openmarktverrichtingen, voorschotten, … Intrestvoetbeleid: horizontale geldaanbodcurve

18 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer 1. Het effect van een toename van de autonome investeringen 2. Het effect van een expansief budgettair beleid 3. Het effect van een expansief monetair beleid 1. De centrale bank controleert het geldaanbod 2. De centrale bank zet een intrestvoet volgens de Taylor-regel Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

19 1.3.1. De centrale bank controleert het geldaanbod
Stel: expansief monetair beleid Geldaanbodcurve verschuift naar rechts Dit vereist toename vermogensvraag naar geld En dus dalende intrestvoet Investeringen en output nemen toe Transactievraag naar geld neemt toe Oorspronkelijke daling intrestvoet wordt deels ongedaan gemaakt en investeringen vallen deels terug

20

21 1.3.1. De centrale bank zet een intrestvoet volgens de Taylor-regel
Effectiviteit van monetair beleid: Inkomensgevoeligheid van geldvraag Intrestgevoeligheid van geldvraag Intrestgevoeligheid van investeringen

22 1.3.1. De centrale bank zet een intrestvoet volgens de Taylor-regel
Keynesiaans perspectief Vlakke geldvraagcurve Steile investeringsvraag Leiden tot beperkte effectiviteit van expansief monetair beleid in vergelijking met budgettair-fiscale stimuli Monetaristisch perspectief Steile geldvraagcurve Vlakke investeringsvraag Leiden tot beperkte effectiviteit van expansief fiscaal en budgettair beleid in vergelijking met monetaire stimuli

23 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer 1. Het effect van een toename van de autonome investeringen 2. Het effect van een expansief budgettair beleid 3. Het effect van een expansief monetair beleid 1. De centrale bank controleert het geldaanbod 2. De centrale bank zet een intrestvoet volgens de Taylor-regel Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

24 1.3.2. De centrale bank zet een intrestvoet volgens de Taylor-regel
Bovenstaande analyse verandert niet indien centrale bank expansief monetair beleid voert via controle van intrestvoet Taylor-regel Beschouw Figuur 21.4. Daling intrestvoet Investeringen + Output nemen toe Toename transactievraag naar geld Dan 2 mogelijkheden Endogene aanpassing geldhoeveelheid bij laatste intrestvoet Toepassing Taylor-regel: intrestvoet laten stijgen: investeringen nemen af

25

26 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model 1. De IS-curve 2. De LM-curve 3. Het evenwicht in het IS-LM-schema 4. De TR-curve Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

27 Belangrijke parameters
2.1. De IS-curve De IS-curve geeft evenwichtsniveau van nationaal inkomen bij alternatieve waarden van intrestvoet Evenwichten in reële sfeer Belangrijke parameters Intrestgevoeligheid van investeringsvraag h Multiplicator

28

29 IS-curve steil verloop
2.1. De IS-curve IS-curve steil verloop Investeringen weinig intrestgevoelig (Keynes) Kleine multiplicator IS-curve vlak verloop Investeringen intrestgevoelig Grote multiplicator

30 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model 1. De IS-curve 2. De LM-curve 3. Het evenwicht in het IS-LM-schema 4. De TR-curve Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

31 Belangrijke parameters
2.2. De LM-curve De LM-curve geeft evenwichtsniveau van intrestvoet bij alternatieve waarden van nationaal inkomen Evenwichten in monetaire sfeer Belangrijke parameters Intrestgevoeligheid van geldvraag Inkomensgevoeligheid van geldvraag

32

33 LM-curve steil verloop
2.2. De LM-curve LM-curve steil verloop Vermogensvraag weinig intrestgevoelig Vermogensvraag inkomensgevoelig LM-curve vlak verloop (Keynes) (liquidity trap) Vermogensvraag intrestgevoelig Vermogensvraag weinig inkomensgevoelig

34 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model 1. De IS-curve 2. De LM-curve 3. Het evenwicht in het IS-LM-schema 4. De TR-curve Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

35 2.3. Het evenwicht in het IS-LM-schema
Simultaan evenwicht op goederen- en geldmarkt Formeel

36

37 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model 1. De IS-curve 2. De LM-curve 3. Het evenwicht in het IS-LM-schema 4. De TR-curve Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

38 2.4. De TR-curve Intrestvoetbeleid Taylor-regel
In plaats van geldaanbodbeleid Taylor-regel Intrest op interbankenmarkt afhankelijk van Discrepantie tussen output en langetermijnoutput Discrepantie tussen inflatie en gewenste inflatie

39 2.4. De TR-curve Beschouw Figuur 21.6. Indien outputniveau te laag
Intrestvoet verlagen  economie aanzwengelen Indien outputniveau te hoog Intrestvoet verhogen  economie afremmen Dit is anticyclisch beleid Richtingscoëfficiënt: hoe sterk anticylisch reageert nationale bank

40

41 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

42 3. Gebruik van het IS-LM/TR-schema
Olieprijsstijgingen van en 1979 Macro-economische schokken aan aanbodzijde van goederen en diensten Veranderingen in algemeen prijspeil Keynesiaanse analyse in diskrediet Comparatief-statische oefeningen Veel recente voorbeelden voor Keynesiaanse analyse Recessie 2009 en 2010: zware negatieve aggregatieve vraagschok (dus geen aanbodschok)

43 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema 1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van en de recessie van 2009 2. Effect van budgettair-fiscaal beleid in de IS-LM-grafiek 3. Het effect van een toename in het consumenten- of producentenvertrouwen Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

44 3.1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van 2007-2008 en de recessie van 2009
Paneel B van Figuur 21.7. Centrale beleidsrente en driemaands Euribor Expansief monetair beleid sinds 2008 Anticyclisch beleid Paneel A van Figuur 21.7. Investeringsvraag stimuleren Negatieve invloed van consumenten- en producenten-vertrouwen beperken Daling centrale beleidsrente zal enkel investeringen stimuleren indien Euribor daalt Daling beleidsrente eind 2008 kon vertrouwen nog niet herstellen

45

46

47 Liquiditeitsval of liquidity trap
3.1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van en de recessie van 2009 Liquiditeitsval of liquidity trap Indien centrale bank geen invloed meer kan uitoefenen op geldmarkt Monetair beleid: geen effect meer

48 3.1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van 2007-2008 en de recessie van 2009
Beschouw Figuur 21.8.: IS-curve verschuift naar links door crisis Output neemt af Taylor-regel: centrale beleidsrente verlagen

49

50 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema 1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van en de recessie van 2009 2. Effect van budgettair-fiscaal beleid in de IS-LM-grafiek 3. Het effect van een toename in het consumenten- of producentenvertrouwen Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

51 3.2. Effect van budgettair-fiscaal beleid in de IS-LM-grafiek
Beschouw Figuur 21.9. Fiscaal-budgettaire stimuli IS-curve verschuift naar rechts Maar ook stijging intrestvoet en verdringingseffect Crowding-out is erger bij steile LM-curve Stel LM-curve verticaal Budgettair-fiscale stimuli totaal geen effect

52

53 3.2. Effect van budgettair-fiscaal beleid in de IS-LM-grafiek
Recessie LM-curve werd geacht vlak te verlopen Liquiditeitsval Budgettair-fiscaal vraagbeleid aangewezen Expansief monetair beleid om verdringingseffect van expansief budgettair beleid op te vangen Accommoderend monetair beleid Maar… zie Hoofdstuk 23 voor prijseffecten Keerzijde expansief budgettair-fiscaal beleid Overheidstekorten Exit strategy?

54 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema 1. Het monetaire beleid tijdens de financiële crisis van en de recessie van 2009 2. Effect van budgettair-fiscaal beleid in de IS-LM-grafiek 3. Het effect van een toename in het consumenten- of producentenvertrouwen Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

55 kan ook geëvalueerd worden in IS-LM-model Andere voorbeelden
3.3. Het effect van een toename in het consumenten- of producentenvertrouwen Herstel van Consumentenvertrouwen (consumptie) Ondernemersvertrouwen (investeringen) kan ook geëvalueerd worden in IS-LM-model Andere voorbeelden Verlies aan competitiviteit: IS-curve naar links ‘Credit crunch’ of toegenomen geldvraag: LM-curve naar links

56 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve

57 4. Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve
Outputprijs Vast (op korte termijn) Variabel (op lange termijn) Aggregatieve vraagcurve Verband tussen aggregatieve vraag en algemeen prijs-peil

58 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve 1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve 2. De afleiding van de AV-curve vanuit het IS-TR-schema 3. Verschuivingen van de AV-curve

59 4.1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve
Voor elk prijsniveau geeft AV-curve corresponderende evenwichtsniveau weer van nationaal product IS-LM/TR-schema leidt dat evenwichtsniveau af Waar verschijnt prijsniveau in dit model? Prijsniveau verschijnt in monetaire sfeer Herinner: transactievraag naar geld betreft nominale vraag Hoe hoger prijzen, hoe meer algemeen ruilmiddel er nodig is voor gegeven outputniveau

60

61 4.1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve
Beschouw Figuur : veronderstel: Algemeen prijspeil neemt toe Transactievraag naar geld stijgt Intrestvoet zal moeten stijgen voor gegeven Q LM-curve verschuift naar links Nieuwe evenwichtsniveau kan worden voorgesteld met corresponderend algemeen prijspeil als punt van AV-curve

62 4.1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve
Aggregatieve vraagcurve verloopt dalend Nochtans Geen substituten op macro-economisch niveau Stijging algemeen prijspeil  Stijging welbepaalde inkomens Werkelijke reden: reële kasbalanseffect (‘real balance effect’) Stijging prijsniveau Reële waarde geldhoeveelheid daalt Stijging intrestvoet Afname investeringen Afname output

63 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve 1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve 2. De afleiding van de AV-curve vanuit het IS-TR-schema 3. Verschuivingen van de AV-curve

64 4.2. De afleiding van de AV-curve vanuit het IS-TR-schema
Kan men eveneens afleiden van IS-TR-schema Waar verschijnt prijsniveau in dit model? TR-curve onder meer bepaald door inflatie-doelstelling en feitelijk prijsniveau AV-curve verloopt dalend Stel: prijsniveau stijgt TR-curve verschuift naar boven Afname output

65 Het IS-LM/TR-model - Inhoudstafel
Het verband tussen de reële en de monetaire sfeer Het IS-LM/TR-model Gebruik van het IS-LM/TR-schema Het IS-LM/TR-model en de aggregatieve vraagcurve 1. De afleiding van de aggregatieve vraagcurve 2. De afleiding van de AV-curve vanuit het IS-TR-schema 3. Verschuivingen van de AV-curve

66 4.3. Verschuivingen van de AV-curve
Verschuivingen van AV-curve Volgen niet uit veranderingen in prijsniveau Beschouw Figuur : Expansief budgettair-fiscaal beleid AV-curve verschuift naar rechts Maar beperkt om wille van verdringingseffecten Veronderstel: Expansief monetair beleid

67

68 4.3. Verschuivingen van de AV-curve
Conclusies: Expansief budgettairfiscaal beleid (verschuiving IS) en expansief monetair beleid (verschuiving LM of TR) verschuiven beide AV-curve naar rechts Restrictief budgettairfiscaal beleid en restrictief monetair beleid verschuiven beide AV-curve naar links Budgettair-fiscaal beleid doet wel intrestvoet toenemen in tegenstelling tot monetair beleid Ook andere vraagschokken kunnen voorgesteld worden AV-curve


Download ppt "Economie, een Inleiding"

Verwante presentaties


Ads door Google