Download de presentatie
1
Connect Klanken en Letters
Interventies Connect Klanken en Letters
2
Programma Begeleidingsrelatie Connect Klanken en Letters voor wie?
Uitgangspunten Doel Connect Klanken en Letters Uitvoering Structuur programma Connectrijtje 6 fasen Feedback Aandachtspunt Zelfstudie
3
Begeleidingsrelatie Interesse in de leerling tonen, accepteren, nieuwsgierig zijn Oefenen maar ook kijken, luisteren, aanvoelen Communicatieve ruimte scheppen Sfeer van vertrouwen en plezier Aansluiten bij talenten en mogelijkheden van de leerling Interesse in de leerling tonen, accepteren, nieuwsgierig zijn. Het gaat erom de leerling echt te leren kennen en een band mee op te bouwen. Oefenen maar ook kijken, luisteren, aanvoelen. Let op verbale- maar ook nonverbale communicatie Communicatieve ruimte scheppen Leg uit waarom de leerling extra begeleiding krijgt. Probeer inzicht te krijgen in hoe de leerling zijn probleem ervaart, wat hij denkt dat de oorzaak is en wat eraan gedaan kan worden. Stel je in het gesprek op als een gelijkwaardige gesprekspartner. Sfeer van vertrouwen en plezier. Extra begeleiding moet naast nuttig ook plezierig zijn. Leerling moet trots kunnen zijn op zijn prestatie Aansluiten bij talenten en mogelijkheden van de leerling. Niet alle leerlingen zijn hetzelfde. Ze hebben andere interesses en voorkeuren. Het is de kunst om hierbij aan te sluiten.
4
Connect Klanken en Letters voor wie?
In de eerste fase van het aanvankelijk leesproces voor leerlingen die: Moeite hebben met het benoemen van de letters die zijn aangeboden Moeite hebben met het toepassen van de elementaire leeshandeling Connect Klanken en Letters sluit aan bij de eerste periode van het aanvankelijk leesonderwijs (de periode tot februari in groep 3). Meestal wordt het ingezet bij leerlingen die uitvallen bij de herfstsignalering. Als er in groep 2 al een risico voor leesproblemen is gesignaleerd, is het raadzaam om vanaf het begin van groep 3 al extra begeleiding te geven naast de aanvankelijk leesmethode.
5
Uitgangspunten Uitbreiding instructie- en oefentijd
Betekenisvolle tekst Hoogste instructieniveau Herhaald lezen Directe verbinding lezen en schrijven Procesgerichte feedback Instructie strategieën Aanvullend interventieprogramma, geen vervanger van de leesinstructie Van groot belang om het nauwgezet uit te voeren Zoeken naar de zone van de naaste ontwikkeling Oefeningen op klank/letter-, woord- en tekstniveau Uitbreiding instructie-en oefentijd Betekenisvolle tekst Zoek een tekst die de leerling aanspreekt. Vaak is de hobby van de leerling een goede uitgangspositie. Hoogste instructieniveau Dit betekent het niveau dat voorafgaande gaat aan het frustratieniveau. Herhaald lezen Het herhaald lezen van teksten ondersteunt de automatisering Directe verbinding lezen en schrijven Uit onderzoek is gebleken dat motorische inprenting via het schrijven een positief effect heeft op het leren lezen. Procesgerichte feedback Verwoord duidelijk wat de leerling goed heeft gedaan. Alleen ‘prima’ of ‘goed zo’ geeft de leerling geen inzicht in zijn eigen leerproces. Maar wel: ‘die zin las je nu in een keer, dat is heel knap’.
6
Doel Connect Klanken en Letters
Vergroten van: klankbewustzijn letter-klankkoppeling elementaire leeshandeling (decoderen)
7
Uitvoering Minimaal 3x in de week 20 minuten
Individueel of in een klein groepje Binnen of buiten de groep Groepje van maximaal 3 leerlingen. Bij grotere groepjes is het moeilijk om in te spelen op de individuele instructiebehoeften van de kinderen.
8
Structuur programma 6 fasen In elke sessie worden alle fasen doorlopen
1 letter staat centraal gedurende drie sessies Zelfde rijmpje/verhaaltje met tekst gedurende drie sessies (herhaald lezen) Elke sessie een nieuw connectrijtje Voorbeeldboek: Keuper-Makkink, A. (2001). Kijk mijn letter. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff
9
Connectrijtje De principes: Minimaal 2 woorden uit het boekje/rijmpje
Rijtje van 6-10 woorden die minimaal en onvoorspelbaar verschillen Er verandert steeds maar één letter De positie van de wisselletter wisselt De belangrijke letter komt minimaal drie keer voor, in de twee uitgekozen woorden en in een nieuw woord De letter zit niet in alle woorden De letter kun je op verschillende posities tegenkomen De twee gekozen woorden hebben geen vaste plaats in de volgorde De woorden zijn qua betekenis bekend! Voorbeelden zijn: /oo/ woorden ‘roos’ en ‘oog’ oog-hoog-haag-haas-raas-roos /d/ woorden ‘daan’ en ‘doos’ heen-haan-daan-dan-das-doos
10
Connectrijtje Verzin nu zelf een connectrijtje bij de letter ‘ui’ met
de woorden ‘huis’ en ‘bui’ Voorbeeld: Huis - haas – baas – buis – bui - ui
11
De zes fasen Fase 0: voorbereiden (per 3 sessies)
Fase 1: rijmpje voorlezen Fase 2: grote letter schrijven Fase 3: spelletje Fase 4: woorden schrijven Fase 5: woorden lezen Fase 6: stukje uit een boek lezen
12
Fase 0: voorbereiden Kies een letter uit waar de leerling moeite mee heeft Leg alle materialen klaar In het Draaiboek Connect Klanken en Letters staat exact welke materialen u nodig heeft. Te downloaden van onder ‘producten’. Het is raadzaam om een lettergroeiboek bij te houden tijdens de interventieperiode. Zie in het Dossier voor een voorbeeld.
13
Fase 1: rijmpje voorlezen
Doel: klankbewustzijn stimuleren Materiaal: bijvoorbeeld ‘Kijk mijn letter’ Leerkracht leest rijmpje voor en spreekt de letter verlengd uit Leerling kijkt / leest mee en wijst bij Keuper-Makkink, A. (2001). Kijk mijn letter. Groningen/Houten: Wolters Noordhoff Tijdens het bijwijzen kan een ‘bijwijskaartje’ worden gebruikt. In het draaiboek Connect Klanken en Letters staan hiervan twee verschillende versies.
14
Fase 2: grote letter schrijven
Doel: Schrijfmotorische inprenting van de letter. Materiaal: stoplichtletters uit ELLO Starten bij groen, dan oranje, en eindigen bij rood: Overtrekken met de vinger Met de stift overtrekken Leerkracht leest het rijmpje nog eens voor Leerling schrijft de klank wanneer hij/zij deze hoort Stoplichtletters zijn afkomstig uit het Effectief Leren Lezen Ondersteuningsprogramma (ELLO), maar ook zelf te maken. Het schrijven van de letter kan op een transparant schrijfbordje. Dit is eenvoudig zelf te maken door een vel stevig karton te plastificeren. Schrijft de leerling met een whiteboardstift, dan kan een fout eenvoudig worden weggeveegd met een tissue. Het voordeel van een schrijfbordje is dat fouten direct kunnen worden weggeveegd en niet blijven staan zoals het geval is wanneer er op gewoon papier wordt geschreven.
15
Fase 3: spelletje Doel: automatiseren doelletter
Materiaal: letterkaartjes in twee stapels verdeeld Letterkaartjes in twee stapels verdelen Op de letterkaarten staan ondermeer de woorden uit het connectrijtje Om de beurt een letter op een stapel in het middel leggen en de letter benoemen Bij de doelletter zo snel mogelijk de hand op de stapel/ ‘hebbes’ roepen Wie het snelst is, krijgt de stapel kaartjes die aan bod is geweest In het stapeltje letterkaarten komt de doelletter meerdere keren voor (zie het draaiboek). Omdat de spelletje de meeste kinderen erg aanspreekt, wordt het ook vaak aan het eind van een Connectsessie gespeeld. Het blijkt namelijk dat kinderen zich na het spelletje niet goed meer kunnen concentreren op de oefeningen die nog gaan komen.
16
Fase 4: woorden schrijven
Doel: motorische inprenting, woordanalyse. Materiaal: kaartjes met de zes woorden uit het connectrijtje, transparant schrijfbordje, stiften Leerkracht dicteert het connectrijtje op volgorde Leerling schrijft ze op een transparant schrijfbordje en spreekt gelijktijdig klank voor klank uit Na elk woord controleert de leerling de spelling zelf Leerling leest de geschreven woorden op volgorde Een transparant schrijfbordje is eenvoudig te maken door een vel stevig karton te plastificeren (zie uitleg bij dia 14).
17
Fase 5: woorden lezen Doel: toepassen elementaire leeshandeling
Materiaal: kaartjes met de zes woorden uit het connectrijtje Leerkracht schudt de woordkaartjes Leerling leest ze één voor één (niet flitsen!)
18
Fase 6: stukje uit een boek lezen
Doel: toepassen elementaire leeshandeling op tekstniveau Materiaal: leesboek Leerkracht en leerling lezen om de beurt voor (3 sessies zelfde tekst) Leerkracht geeft voldoende ondersteuning Leerkracht leest een aantal pagina’s vooruit, vorderingen noteren! Bij het samen lezen komen de bladzijden terug die in de sessies zijn geoefend. Eerst oriënteren op de tekst Spellend lezen is prima en wordt gestimuleerd bij woorden die een kind nog niet direct herkent. Eventueel doet de leerkracht het voor
19
Geven van feedback Directe, specifieke, positieve feedback (voorkomt inslijpen van fouten) Voorkomen van fouten (woord voorzeggen) Voorbeeld van gerichte positieve feedback: “Ik vind het knap dat je [een moeilijk woord] vandaag goed leest”. Leerling kan ook eigen lezen evalueren door gerichte vragen hierover te beantwoorden.
20
Aandachtspunt Connect Klanken en Letters werkt alleen wanneer het programma exact wordt uitgevoerd zoals bedoeld. Scholing om ermee te werken is wenselijk.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.