Voorbereiding post 4 Nachtbrakers Groep 5-6-7-8.

Presentatie over: "Voorbereiding post 4 Nachtbrakers Groep 5-6-7-8."— Transcript van de presentatie:

1 Voorbereiding post 4 Nachtbrakers Groep

2 Welkom bij IVN Valkenswaard
Dit is de Powerpointserie als voorbereiding op post 4: Nachtbrakers, voor groep 5, 6, 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal over de infoborden Spel Werkvel Opruimen Zelf een vleermuiskast maken

3 Algemeen Bij post 4 is een tafel nodig om het spel aan te doen.
Bij de post horen twee informatieborden. Het bord over de egel wordt alleen gebruikt voor groep 1 t/m 4; het bord over de vleermuis is alleen bedoeld voor groep 5 t/m 8. Bij de post hoort een CD met opnames van het geluid van 3 verschillende soorten vleermuizen. De apparatuur om deze CD af te spelen wordt niet meegeleverd, hiervoor moet u zelf zorgen. Steek voordat de eerste groep kinderen begint de stekker van de CD-speler in het stopcontact en controleer of de apparatuur werkt.

4 In het werkboek dat op de post ligt vindt u achter het tabblad ‘Bovenbouw’ op papier alle informatie over deze post. Neem voor het verhaal niet meer dan 10 minuten en de rest van de tijd voor het spel. Het werkblad kan op school worden gemaakt, dit hoeft niet op de post.

5 Verhaal Op de post willen we de kinderen de volgende dingen vertellen:
De vleermuis is een nachtdier. Het is het enige zoogdier dat kan vliegen! Nederlandse vleermuizen eten insecten. Ze zijn alleen ‘s zomers actief, ‘s winters houden zij een winterslaap. Vleermuizen vinden insecten op een bijzondere manier: met geluid. Deze techniek heet echolocatie. Allerlei weetjes over vleermuizen.

6 Vleermuisbord Vleermuizen, de enige zoogdie- ren die kunnen vliegen
Vleermuisbord Vleermuizen, de enige zoogdie- ren die kunnen vliegen! (midden) Begin linksboven en ga daarna met de klok mee. Vertel iets bij iedere foto die u tegenkomt. U kunt de tekst bij de foto voor- lezen of eigen woorden gebruiken. Achtereenvolgens zijn de onderwerpen: Vleermuizen vormen een heel oude diergroep, er zijn fossielen gevonden van 50 miljoen jaar oud. Ze eten insecten. Vleermuizen horen bij de handvleugeligen. Hun vleugels zijn te vergelijken met onze hand en vingers, waartussen een dunne vlieghuid is gespannen.

7 De grootste vleermuis in Nederland is de Vale vleermuis, de kleinste is de Kleine dwergvleermuis.
Vleermuizen slapen op hun kop, in ruimtes zoals in een holle boom, een spouwmuur, grot of vleermuiskast. Bij de post hoort een vleermuis- kast. Waar zouden de vleermuizen naar binnen gaan? (In de bodem is een spleet.) In de winter houden vleermuizen een winterslaap. Temperatuur en hartslag zakken. Voor overwintering is een rustige, vorstvrije en vochtige ruimte nodig. Ze slapen daar in groepen. vleermuiskast ingang

8 Vleermuizen paren meestal in de herfst
Vleermuizen paren meestal in de herfst. De jongen worden in het voorjaar geboren, in een kraamkolonie. In de eerste weken na zijn geboorte wordt het jong door de moeder meegenomen tijdens de jacht. Daarna is het te zwaar geworden en blijft achter in de kraamkolonie. Vleermuizen kunnen insecten ‘zien’ met hun oren. Ze stoten heel hoge geluidjes uit die weerkaatsen tegen alles uit de omgeving. Ook tegen vliegende insecten. Een vleermuis kan aan het terugge- kaatste geluid horen waar een insect vliegt en gaat ernaartoe om het te vangen in zijn vlieghuid. Deze techniek heet echolocatie Bij de post hoort een CD met vleermuisgeluiden. Hiermee kunt u de geluiden van dwergvleermuis, laatvlieger en watervleermuis laten horen. In werkelijkheid zijn de geluiden veel hoger, zo hoog dat mensen ze niet kunnen horen. Ze zijn voor ons hoorbaar gemaakt met een batdetector.

9 Spel Voor de groepen 5, 6, 7 en 8 is er een spel over vleermuizen, het Echospel. Materiaal: spelbord, doos met daarin 7 vleermuis- pionnen, 30 vraagkaartjes, 30 vleermuisfiches en 1 dobbelsteen; spelregels en antwoorden op de vragen in het werkboek. vraagkaartjes fiches

10 Begin Leg het spelbord op tafel en laat elk kind een vleermuis kiezen. Alle vleermuizen beginnen op de maan (rechtsboven bij veld 1). Spelverloop Er wordt gespeeld in de richting van de wijzers van de klok. Alle kinderen gooien met de dob- belsteen. Wie het hoogst heeft ge- gooid mag beginnen. Dit kind gooit nog eens en gaat het aantal ogen vooruit dat gegooid is. Komt de vleermuis uit op een vak met een getal dan is de volgende aan de beurt.

11 Wanneer een kind uitkomt op een veld met een vleermuis dan mag het een vraagkaartje kiezen. Het kind leest de vraag voor en probeert antwoord te geven. Als het antwoord goed is verdient het kind een vleermuisfiche (de goe- de antwoorden staan in het werk- boek). Daarna is het volgende kind aan de beurt. Eind Het spel eindigt wanneer de tijd om is. Degene die dan de meeste fiches heeft, heeft gewonnen. Het gaat er dus niet om, wie het verst gekomen is.

12 Werkvel groep Op het werkvel staan allerlei vragen over vleermuizen. De antwoorden moeten in de puzzel worden ingevuld. Dit kan op school gebeuren. Wilt u het werkvel bij het IVN maken, dan moet gezorgd zijn voor potloden op de post. De oplossing van het werkvel zit in het werkboek.

13 Opruimen Na de laatste groep het spel opruimen en tafel/stoelen rechtzetten. De geluidsapparatuur uitschakelen en de stekker uit het stop-contact halen. De materialen gaan door veel handen. We nemen aan dat iedereen hiermee voorzichtig is, maar toch kan er iets kapot gaan of kwijt raken. Meld dit s.v.p. meteen bij degene die vanuit het IVN de ochtend/middag begeleidt, of bij de leerkracht. Bedankt voor uw medewerking en veel succes en plezier met het bezoek aan Zoogdieren ... Hoezo?.

14 Zelf een vleermuiskast maken
Een vleermuiskast zoals bij de post hoort is een goede slaapplek voor in de zomer. Wilt u ook zo’n kast maken om bij uw huis op te hangen, kijk dan op – kies in het menu links voor Mee doen -> Voorzieningen aan huis. Er zit ook een bouwtekening in het werkboek.